Willem Augustin is net zo’n Elfstedenlegende als Reinier Paping en Evert van Benthem
Het is de twintigste sterfdag van Willem Augustin. Hij deed vanaf 1941 negen keer mee aan de Elfstedentocht.
Willem Augustin bij NOVA, screenshot met toestemming van de NTR
De Amsterdamse schaatser Willem Augustin was bij leven al een Elfstedenlegende. In 1941 reed hij zijn eerste Elfstedentocht, een dag vóór zijn achttiende verjaardag. De nacht ervoor was hij met de fiets van Amsterdam naar Leeuwarden gereden, waarna hij de tocht voltooide.
Dat was ook toen al zo spectaculair dat De Telegraaf een dag later concludeerde dat deze prestatie ‘opgeteekend dient te worden in de annalen van de Elfstedentocht-historie’. Een terechte constatering, want meer dan tachtig jaar later wordt dit verhaal van de gecombineerde fiets- en schaatstocht beschouwd als het mooiste Elfstedenverhaal ooit.
Augustin reed daarna álle Elfstedentochten – negen in totaal. In 1947 brak zijn schaats, maar zoiets is een detail in het Augustin-universum. “Nou en? Dan ga ik toch op mijn sokken. Ik was in de buurt van Oudkerk, maar toen was er al bijna niet meer door te komen. We werden van het ijs afgehaald. Ach, ik was toch al buiten de limiet, maar ik heb die dag geen koude voeten gehad.”
Zo haalde hij alleen in 1947 geen Elfstedenkruisje.
Nou en? Dan ga ik toch op mijn sokken.
Zelfkennis van het lichaam
Roeland Stekelenburg kwam Augustin op het spoor tijdens de koude winter van 1996 als researcher voor het tv-programma NOVA, toen er even sprake was van een nieuwe Elfstedentocht. Gauke Bootsma van het Schaatsmuseum in Hindeloopen wees hem op Augustin, die inmiddels in dat Friese stadje woonde en dagelijks enkele keren langskwam voor een bak koffie. In 1996 werd die tocht op het laatste moment afgelast, maar een jaar later kwam er toch een samenwerking tot stand tussen Augustin en Stekelenburg. Ze besloten om de Elfstedentocht gezamenlijk te schaatsen, met Stekelenburg als schaatsende verslaggever.
Zo werd Augustin vastgelegd, inmiddels 73 jaar oud. Het leverde weergaloze tv-beelden op, al op de dag dat Elfstedenvoorzitter Henk Kroes de tocht uitriep. NOVA volgde bij Augustin thuis de persconferentie op tv. “Ik heb acht keer meegedaan en wil nu voor de negende keer meedoen. Dat heeft bijna nooit iemand gedaan.”
Zijn schaatsliefde was bijna filosofisch: “Een mens is in feite nooit te oud om mee te doen aan de Elfstedentocht. Het gaat om de zelfkennis van het lichaam.” Er verscheen dan ook een brede glimlach toen Kroes de bevrijdende woorden sprak: “Ik word warm van binnen. Nou moet het verdomme.”
Een bijzondere verschrikking
Beide schaatsers hebben die dag vreselijk afgezien. Stekelenburg ontdekte onderweg één van de vele waarheden van Augustin: “De Elfstedentocht leuk? Nou ja, er zijn wel leukere dingen.” Vanaf het Elfstedenijs zei Stekelenburg inderdaad: “Je snapt niet dat je het voor de lol doet.” Een opgewekte Augustin haalde zijn schouders op: “Mwoah.”
Toch kreeg ook Augustin het bij Bartlehiem erg zwaar, omdat hij nog nooit ’s avonds in het donker had gereden. “Ik vind het verschrikkelijk. Alle tochten vroeger kwam ik overdag binnen.” Stekelenburg was ondertussen vreselijk blij dat de levende legende nog steeds samen met hem schaatste: “Ik heb heel veel aan hem gehad.”
Bij Dokkum sloeg de stemming weer helemaal om. “Al die mensen langs het ijs,” stamelde Stekelenburg in gesprek met Maartje van Weegen. “Het was emotioneel.” Augustin keek voor zich uit: “Dat was toch iets bijzonders, tsjonge jonge.” Via een telefoontje aan de redactie liet het duo later weten dat ze de finish hadden gehaald.
De Elfstedentocht leuk? Nou ja, er zijn wel leukere dingen.
De wet van Willem
Augustin ging meteen daarna in training voor zijn tiende tocht, ook al lag er eind 1997 een voorstel om schaatsers van zijn leeftijd van de ledenlijst te schrappen. Hij snapte er niets van, wederom in een uitzending van NOVA: “Van 1963 tot en met 1985 ben ik altijd trouw lid gebleven. Ik ben ook een soort steunpilaar van de vereniging geworden. En dan willen ze mij uitsluiten voor ouderdom. Ik word bijna 75, maar ik kan het gewoon. Dat klinkt een beetje eigenwijs misschien, maar ik heb het nu eenmaal. En dan zou ik niet mee mogen doen?”
Zijn conditie was nog steeds ijzersterk. “Ik heb niet zoveel moeite met 200 kilometer. Je moet ook niet zeggen dat het zo’n end is, dat het koud is en dat er zoveel wind staat. Daar moet je niet over praten. Gewoon doen.” Grijnzend eindigde hij met zijn mooiste wijsheid, de Wet van Willem: “Als het niet koud is, is er ook geen ijs.”
Als het niet koud is, is er ook geen ijs.
Het is er nooit meer van gekomen, want Augustin overleed op 31 oktober 2004. Niemand anders dan Gauke Bootsma kon deze schaatslegende daarna in het juiste perspectief plaatsen: “We hebben het altijd over Evert van Benthem. We hebben het altijd over Reinier Paping. Willem staat misschien net een trapje lager, maar hij hoort wel in dat rijtje thuis.”
In Amsterdam is inmiddels een straat naar hem vernoemd.