De Sport-Partij was de politieke flop van de parlementsverkiezingen van 1925
Op 1 juli 1925 deed er voor de eerste keer een sportpartij mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Het werd een drama.
Cartoon uit 1925
In onze moderne parlementaire geschiedenis – dat wil zeggen: sinds 1918 – zit veel fraais. De Amsterdamsche Politie- en Brandweerpartij in 1918 (417 stemmen) bijvoorbeeld, of De Marktkooplieden (3.184 stemmen) en De Oranjefascisten van 1933 (261 stemmen). En dan was er in 1967 nog De Partij voor Ongehuwden, die maar liefst 43.361 stemmen haalde.
Arme onnoozelen! Laten de sportlui verstandiger zijn
Politiek onrijp
In 1925 stonden er 33 partijen op de verkiezingsbiljetten. ‘Het is belachelijk; het is ergerlijk’, brieste de socialistische krant Voorwaarts. ‘Het is een bewijs, dat een deel van het Nederlandsche volk politiek onrijp is en niet beseft, van welke waarde het recht en van welken inhoud de plicht is, die beide leven in het Algemeen Kiesrecht.’
Stel dat ze allemaal zouden worden gekozen, fantaseerde de krant hardop, dan zou het toch onwerkbaar worden in het parlement? Dezelfde kritiek leverde alle grote dagbladen in die tijd: die splintertjes dachten alleen maar aan zichzelf en niet aan het algemene belang. En iedereen schreeuwde maar door elkaar heen, vond het Algemeen Handelsblad: ‘Wederom omgonzen ook nu allerlei verwarrende leuzen, min of meer onwaar meestal, het hoofd der kiezers. Het nijdig gebrom overstemt bij velen de inspraak der eigen rede.’
De Sport-Partij
Eén van die opmerkelijke partijtjes was de Sport-Partij, eerder dat jaar opgericht uit nijd over de antisportieve houding van de Nederlandse politiek. Een meerderheid van het parlement verwierp toen het voorstel van de regering om de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam te steunen met een subsidie. Vooral de SGP keerde zich tegen de moderne sportbeoefening door de ene bijbeltekst na de andere aan te halen.
De Sport-Partij voelde zich verraden en wilde daarom meer aandacht voor de sport. Op haar lijst stond precies één kandidaat: Pieter Olij, oud-burgemeester van de gemeente Buiksloot – in 1921 geannexeerd door Amsterdam – en secretaris van de Koninklijke Nederlandsche Harddraverij en Ren-Vereeniging.
Onnozelen!
Ongetwijfeld tot hun eigen verrassing werden de initiatiefnemers van deze partij met de grond gelijk gemaakt door de beoogde achterban. Nota bene de organisatoren van Amsterdam 1928 haalden hard uit in hun eigen blad De Olympiade: ‘De brave lieden beseffen blijkbaar niet, dat zij reeds daardoor alleen hun actie (gelukkig) tot mislukking doemen. Of denken zij in ernst ongeveer 25.000 stemmen te krijgen in dien eenen kieskring? Arme onnoozelen! Laten de sportlui verstandiger zijn.’
En ook de voetbalbond wilde er niets van weten, zo maakte zij duidelijk in haar blad Sportkroniek. De Sport-Partij bracht met haar deelname schade toe aan zowel de sportwereld als het parlement.
Olij kreeg ook buiten de sport geen enkele steun. Dagblad Het Vaderland plaatste zijn partij onder het kopje ‘Verloren Stemmen’, waar het Algemeen Handelsblad koos voor ‘Stemmenvermorsers’.
Het Vaderland had scherpe strategische kritiek op de Sport-Partij. Omdat die nooit een zetel zou halen, zouden haar stemmen op de grote hoop komen voor de restzetels. Die werden dan weer verdeeld onder de partijen, die wél in de Kamer waren gekomen, waarbij de grootste als eerste aan de beurt kwamen – precies die partijen die tégen Amsterdam 1928 hadden gestemd. De Sport-Partij verzamelde zo dus stemmen voor hun grootste politieke tegenstanders.
Grote overwinning
Na de tellingen had de Sport-Partij precies 4.392 stemmen behaald. Dat was altijd nog méér dan de Rentetrekkers Partij, maar helaas weer minder dan de Rapaille Partij.
Deze uitslag werd met vreugde verwelkomd door Sportkroniek: ‘Sportminnend Nederland heeft onlangs bij de stembus een groote overwinning behaald, want onze sportlui hebben duidelijk aangetoond, dat ze voor 99 procent niets moeten hebben van de dwaze manipulaties van enkelen, die bezig waren de sport te maken tot een voorwerp van spot.’
In 2023 stapte de PartijvdSport in de voetsporen van Olij. Bij de parlementsverkiezingen behaalde die 3966 stemmen – minder dan in 1925.