De struikelstenen voor Han Hollander en de Joodse turnsters
In Amsterdam en Utrecht liggen gedenkstenen voor een aantal Joodse sporters, die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord.
Een aantal bewoners in Amsterdam-Zuid start een procedure tegen de zogenaamde Stolpersteine of struikelstenen voor hun deur. Op deze stenen staan de namen van mensen die in het huis hebben gewoond en vanaf daar zijn afgevoerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het Parool schrijft dat er nu een rechtszaak is aangespannen.
Zelf ben ik bij een aantal van die Stolpersteine betrokken geweest, in 2009 en 2010. De eerste groep was voor de Joodse journalist Han Hollander en zijn vrouw; de tweede voor de leden van de Nederlandse olympische turndames van 1928 en hun coach.
Han Hollander
De stenen voor Han Hollander en zijn vrouw Leentje Hollander – Smeer werden op 4 mei 2009 gelegd op de Amstelkade 118 in Amsterdam. Vanaf dit adres werd het echtpaar afgevoerd.
Het Olympisch Stadion nam het initiatief voor het leggen van deze steen, waaraan de AVRO haar medewerking verleent. Hollander werkte voor deze omroep, waar hij meteen na de Duitse inval werd ontslagen. De manier waarop dat gebeurde, was pijnlijk, oordeelde de omroep tijdens het leggen van de Stolperstein. Op 21 mei 1940 werd Hollander namelijk ontslagen, nog voordat de Duitsers regels opstelden over de uitsluiting van Joodse medewerkers. Directeur Willem Vogt besloot zelf het ontslag in te dienen.
Het Biografisch Woordenboek van Nederland meldt hierover: ‘Op 15 mei 1940 werd de studio door de Duitsers bezet. Vogt trachtte door middel van een later door hem genoemde houding van ‘slikken en schikken’ de AVRO nog te redden, echter tevergeefs. In maart 1941 hielden de omroepen op te bestaan. Eind 1941 werd Vogt op wachtgeld gesteld. Toch zou Vogts streven om zijn omroep door de moeilijke bezettingsperiode heen te helpen veel kritiek losmaken en tot een zuiveringsprocedure na de bevrijding leiden, waarbij hij ten slotte toch de directie van de AVRO opnieuw kon aanvaarden.’
De laatste keer dat Hollander voor de AVRO-microfoon sprak was op 16 mei 1940. Ondanks aandringen van collega’s om onder te duiken, weigerde Hollander hieraan gehoor te geven. Hij voelde zich zeker, omdat hij op de Olympische Spelen van 1936 een door Hitler ondertekende herinnering had gekregen. Hij bleef daarom wonen op de Amstelkade.
In 1942 werden hij en zijn vrouw weggevoerd naar Westerbork. Vanaf daar werden ze op transport gesteld naar Sobibor in Polen. Op 9 juli 1943 stierf Han Hollander, op 56-jarige leeftijd, in Sobibor door ondervoeding en uitputting. Zijn echtgenote is ook in Sobibor omgekomen. Dochter Esther Froukje – Hollander, geboren in 1915, woonde tijdens de deportatie niet meer in het ouderlijk huis. Zij is vermoord in Auschwitz.
Reactie van de AVRO
Het leggen van de gedenkstenen voor de familie Hollander werd bijgewoond door Willemijn Maas, toentertijd algemeen directeur van de AVRO. “Samen met een aantal andere Joodse en niet-Joodse collega’s werd hij ontslagen,” zei ze toen. “Over die periode en die actie van AVRO-directeur Willem Vogt, nota bene een persoonlijke vriend van hem, is na de oorlog veel geschreven en gezegd – vaak in emotionele termen. Vogt is voor de zuiveringscommissie verschenen en uiteindelijk vrijgesproken. Dat neemt niet weg dat nu, bijna zeventig jaar later, het terugkijken op die periode voor mij en de AVRO buitengewoon pijnlijk is en gevoelens oproept van onbegrip en verbijstering.
Vandaag wordt op allerlei plaatsen herdacht wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. De kleine persoonlijke verhalen maken daarbij altijd de meeste indruk. Ik ben blij dat wij vandaag hier staan om eer te bewijzen aan een man die voor de AVRO, maar vooral voor het Nederlandse publiek, veel betekend heeft. Een populaire man, geliefd en begaafd en die op brute wijze is vermoord met zijn hele gezin. Zijn levensverhaal doet ons stilstaan bij de gekte van een ideologie, die mensen uitsluit en uiteindelijk wil vernietigen.
Laten we waakzaam zijn voor signalen waarbij dit weer zou kunnen gebeuren of al gebeurt elders in de wereld. En laten we dan handelen, elkaar aanspreken, berichten en niet onverschillig zijn. En opkomen voor de mensen die vervolgd worden. Dat is onze opdracht en onze verantwoordelijkheid. Daarmee tonen we ons werkelijke respect voor mensen als Han Hollander. Daarom moeten we blijven herdenken en verhalen blijven vertellen. Dan is hij niet voor niets gestorven.”
De olympische turnploeg van 1928
Een jaar later werden gedenkstenen gelegd voor de Nederlandse turndames, die in de oorlog werden vermoord, net als bij het huis van hun coach Gerrit Kleerkoper. De Nederlandse vrouwenploeg won goud bij het olympische turntoernooi van 1928 in Amsterdam. Vijf leden van deze ploeg werden in 1943 vermoord, samen met de coach.
Het betrof de volgende sporters:
- Estella Blits – Agsteribbe (1909 – 1943), samen met haar man en twee kinderen vermoord in Auschwitz
- Anna Dresden – Polak (1906 – 1943), samen met haar man en dochter vermoord in Sobibor
- Helena Kloot – Nordheim (1904 – 1943), samen met haar man en dochter vermoord in Sobibor
- Judikje Themans – Simons (1904 – 1943), samen met haar twee kinderen vermoord in Sobibor
- Gerrit Kleerekoper (1897 – 1943), samen met zijn vrouw en twee kinderen vermoord in Sobibor, coach
De initiatiefnemers in 2010 waren het Olympisch Stadion, de Liberaal Joodse Gemeente Utrecht, het Comité Sportherdenking 4 mei Olympisch Stadion, de Nederlandse Vereniging van Olympische Deelnemers, uitgeverij L.J. Veen en Ad van Liempt, hoofdredacteur van de tv-serie De Oorlog.