Het Apeldoornsche Bosch was een centrum van de Joodse sport – tot de deportaties van 1943
De Joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch gaf sport een belangrijke rol in de behandeling van patiënten, tot de deportatie in 1943. Er zijn filmbeelden van – in kleur!
Binnen de Joodse beweging werd ook aan sport gedaan. Bij voetbal ging het om kleine aantallen, want tot aan de Duitse inval hebben er in Nederland maar 39 Joodse clubs bestaan, op een totaal van ruim 10.000. De Joodse invloed op boksen was aanzienlijk groter met iemand als Ben Bril. Ook bij het turnen was er een grote invloed, het duidelijkst te zien bij de Nederlandse vrouwenturnploeg op de Olympische Spelen van 1928 met vijf Joodse turnsters én een Joodse coach.
Op het sportterrein wapperden de vlaggen
Sport Staalt Spieren
In 1909 werd het Apeldoornsche Bosch geopend, een Joodse psychiatrische instelling, bedoeld voor kinderen met opvoedingsproblemen of voor zwakzinnige kinderen. Er waren honderden patiënten op de instelling, die bekend stond bekend zeer progressief met de behandelingsmethodes. Er werd zelfs aan sport gedaan, absoluut geen vanzelfsprekendheid in de vooroorlogse jaren. Door deze actieve therapie werden patiënten actiever en levendiger.
Sport was zo een zeer belangrijk hulpmiddel in de opvoeding van deze kinderen, zo meldt de verzamelbundel Wie in tranen zaait, over de geschiedenis van de Joodse Geestelijke Gezondheidszorg in Nederland. Die aanpak hielp, want in de zomer van 1926 richtten de patiënten hun eigen sportclubs op, zoals Sport Staalt Spieren. Twee jaar later werd er tijdens een feest van de personeelsvereniging een Imitatie Olympiade gehouden, ongetwijfeld beïnvloed door de echte Olympische Spelen die op hetzelfde moment in Amsterdam werden gehouden.
Aanvankelijk werd voor zulke wedstrijden een terrein gebruikt op de nabijgelegen Sarahoeve, maar in 1931 schonk Julius Menko Hartogensis als regent van het Apeldoornsche Bos een compleet nieuw terrein met kleed- en wasgelegenheid, voor de tijd zeer modern en hygiënisch. De instelling was er natuurlijk erg blij mee, blijkt uit de jaarverslagen, ook omdat een sport als voetbal goede eigenschappen kan aankweken, zoals samenwerking en sportiviteit. ‘Dat kan als algemeen bekend geacht worden.’
Oprecht genoten
Het nieuwe onderkomen bood de mogelijkheid voor sportdagen met deelnemers vanuit de wijde omgeving, zowel van reguliere sportclubs als andere instellingen. De sport zorgde er dus voor dat de Apeldoornse patiënten in contact bleven met de buitenwereld, in plaats van dat ze werden geïsoleerd van de maatschappij.
Op 21 Juni 1936 was er zo’n dag, die duurde van ’s ochtends vroeg tot diep in de avond met een receptie en feestelijke afsluiting. ‘Op het sportterrein wapperden de vlaggen’, aldus de Nieuwe Apeldoornsche Courant. ‘Gedurende den duur der wedstrijden verzorgde de heer Böttcher te Apeldoorn per versterkte luidspreker gramophoonmuziek. Er is oprecht genoten.’
De ingebruikname van een gymnastiekzaal in 1937 was een volgende stap, want zo konden de patiënten ook met slecht weer in beweging komen. ‘De schitterende toestellen zijn een belangrijke aanwinst,’ aldus het instellingsbestuur. Na het uitbreken van de oorlog werd deze ruimte ook ingericht als schuilplaats tijdens bombardementen, als metafoor voor de vreselijke nieuwe omstandigheden.
Vanaf 1939 werd de instelling overspoeld met nieuwe patiënten én vluchtelingen, vooral Duitse Joden. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werden hieruit bijna 1300 patiënten en verzorgers gedeporteerd, die allemaal door worden gestuurd naar Auschwitz om meteen te worden vermoord, als ze al levend waren aangekomen.
De korfbalclub van Het Apeldoornsche Bosch, foto via Sinai Centrum
Kleurenfilm
In 2021 ontdekte ik bij de Groninger Archieven dat er een kleurenfilm van deze sportactiviteiten was van bijna negen minuten lang, vastgelegd door Maurits Levie. Die was bedoeld als promotie om geld op te halen voor de instelling. Dat was heel bijzonder, omdat het in de jaren heel kostbaar was om kleurenbeelden te ontwikkelen.
Levie maakte opnames van korfbal en atletiek met als slotstuk een verslag van dertig seconden van een voetbalwedstrijd. Naar nu blijkt zijn dat zelfs de oudste kleurenbeelden van voetbal in Nederland. Levie overleefde de oorlog na een jarenlange onderduik, als één van de weinige Joden in Groningen.
Op het Apeldoornsche Bosch is nu een herinneringscentrum, een permanente plek waar deze geschiedenis is vastgelegd. In de bijhorende expositie zijn ook de sporen van de sport uit de jaren 30 te zien. De velden uit 1931 liggen er nog steeds, als laatste herinnering aan die vooroorlogse feestelijke dagen.