Nu online: politiedossier over rellen in Olympisch Stadion in 1963
In 1963 organiseerde de NAVO een taptoe in het Olympisch Stadion. Demonstranten werden met gummiknuppels van het veld geslagen – heel vrolijk op de maat van Geen woorden maar daden. Het politie-archief met verzamelde krantenknipsels staat nu online – hier. Dit artikel lees je gratis, maar een donatie stellen we op prijs – onderaan deze pagina.
Foto via de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam
Op 4 april 1949 werd de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie opgericht, de NAVO. Op 5 juli 1963 riep deze organisatie veel verzet op door de organisatie van een taptoe in het Olympisch Stadion Amsterdam. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat op die dag de roerige jaren zestig zijn begonnen – Henk Hofland bijvoorbeeld.
De aanwezigheid van een militair muziekkorps uit Portugal veroorzaakte namelijk veel verontwaardiging in linkse kringen. Vanaf de oprichting van de NAVO was dit land een trouwe bondgenoot en als vanzelfsprekend uitgenodigd op de de bijeenkomst, die Hofland wat cynisch wegzette als ‘een krijgshaftig, muzikaal gebeuren om te laten zien dat het westelijk bondgenootschap ook haar vrolijke kanten had.’
Portugal was toen echter een rechtse dictatuur, wat als een rode lap werkte voor negen linkse jongerenorganisaties in Amsterdam. Een dag voor de taptoe maakten zij bekend het onaanvaardbaar te vinden dat een militair orkest uit een “fascistisch land” hieraan zou meedoen. Ze kondigden demonstraties en acties aan bij het Stadion, waarvoor de Amsterdamse politie geen toestemming gaf.
Jongelui
Pamfletten mochten nog wel worden uitgedeeld, verklaarde hoofdinspecteur J. Landman van Bureau Overtoom. “Wanneer dat ordelijk gebeurt, dan zullen wij niet optreden. De jongelui hebben niet om toestemming gevraagd, wel wetende, dat ze die in geen geval zouden hebben gekregen.”
Desondanks werd de politie verrast door tientallen demonstranten, die het veld betraden tijdens de taptoe. Ook ontrolden “politieke heethoofden” een spandoek op de eretribune. Dit gebeurde allemaal vlak voordat de Portugese militairen het veld betraden.
De aanwezige journalisten keken met plezier toe: ‘De politieagenten sloegen na een adembenemende race, als gold het een interlandwedstrijd, de jongelui met gummiknuppels tegen de grond. Ook de anderen, die zich inmiddels hadden verspreid over het hele terrein, werden hardhandig verwijderd.’
De Portugezen werden er trouwens niet warm of koud van: ‘Ze marcheerden onvervaard door, luid spelend en precies in de maat. Eén van de demonstranten kwam op zijn snelle vlucht tussen de muzikanten terecht. Hij verdween even uit het gezicht, maar werd aan de achterkant opgevangen door een bijzonder potige diender.’
Geen woorden maar Landman
Het enige wat de Portugezen naderhand betreurden, was dat bijna niemand had gehoord dat ze het clublied van Feyenoord hadden gespeeld tijdens hun mars. Dat hadden ze speciaal gedaan om de Nederlandse toeschouwers te plezieren, waarbij ze waarschijnlijk niet wisten dat de sportieve band tussen Amsterdam en Feyenoord niet zo innig is.
Alleen de verslaggever van het Dagblad voor Amersfoort had het opgemerkt: ‘Binnen enkele seconden veranderde de grasmat van het stadion in een waar slagveld. De meeste demonstranten slaagden er niet in de muzikanten te bereiken. Zij werden onder de tonen van Geen woorden maar daden met de gummistok bewerkt.’
Ook buiten het Stadion ging het er stevig aan toe met uiteindelijk twee gewonden. Het Dagblad voor Amersfoort: ‘Bij een ruitercharge kwam een demonstrant te vallen. Hij bleef languit op straat liggen en de politie liet hem ongemoeid. Na een kwartier stond de jongen op. Op dat moment sloeg een hoofdinspecteur, die de leiding had, hem tegen de grond.’ Aldus de journalist, die hoogstwaarschijnlijk dhr. Landman van Bureau Overtoom aan het werk had gezien.
De affaire kreeg een uitgebreid staartje, omdat beide partijen elkaar beschuldigden van excessief geweld. De linkse kamerleden van PSP stelde vier maanden later hierover vragen aan minister Toxopeus. En burgemeester Van Hall van Amsterdam liet hierover in december 1963 een rapport verschijnen. ‘Het probleem is geweest’, liet hij weten, ’dat niet alleen de demonstranten maar ook enkele agenten over hun toeren zijn geraakt.’
Jaren zestig
Deze demonstratie is volgens sommigen het begin geweest van de roerige jaren zestig, van de opstand van de jeugd tegen het heersende gezag. Hofland schreef hierover in Tegels lichten: ‘Misschien voelde het gezag zich toen voor het eerst direct bedreigd. Het werd nu werkelijk overgevoelig voor iedere vorm van twijfel, en het weigerde dan ook elke discussie over het orgaan dat het meest kwetsbaar was en dat in deze omstandigheden tegelijkertijd het belangrijkst werd bevonden: de politie.’
Op mijn verzoek is nu het politiearchief hiervan gedigitaliseerd, bestaande uit krantenknipsels die over deze rellen werden verzameld. Ze zijn vrijuit te bekijken – hier. De andere mappen en het uiteindelijke onderzoek naar deze gebeurtenissen komen binnenkort vrij. Als dat gebeurt, melden we het natuurlijk meteen.