Wim Jansen
De gouden generatie van het Nederlandse voetbal bracht vier orakels voort: Johan Cruijff, Willem van Hanegem, Piet Keizer en Wim Jansen. Cruijff en Van Hanegem waren sinds de jaren zeventig alomtegenwoordig in de media. Keizer en Jansen verwerden daarentegen na hun gloriedagen als speler tot een mysterie. Uitvoerig geprezen om hun kennis in een kleine kring van ingewijden; in het openbaar weinig mededeelzaam. Ze vertrouwden maar weinig journalisten hun diepste gedachten toe.
In dit boek – dat ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag verschijnt – doorbreekt Mister Feyenoord nu het stilzwijgen. Sinds de jaren zeventig bouwde Jansen aan een omvangrijk archief vol theorieën, oefenvormen, schetsen en wijsheden. ‘Ze noemen me ouderwets. Maar ik denk dat ik de meest geïnnoveerde trainer van Nederland ben’, zegt de man die met Feyenoord talloze prijzen won en met het Nederlands elftal de wereld veroverde. Later trok hij met zijn geestverwant Cruijff ten strijde tegen de KNVB, omdat er in hun ogen van alles mankeerde aan het opleiden van talenten.
Als trainer bracht hij Feyenoord terug naar de top en binnen tien maanden werd hij een legende bij de grootste club ter wereld, het Schotse Celtic. Coryfeeën roemen zijn unieke kijk op voetbal. In Meesterbrein gaan die visie en zijn levensverhaal hand in hand. Ook komen Jan Boskamp, Rinus Israël, Peter Bosz, Robin van Persie, Alfred Schreuder, Henrik Larsson en Celtic-icoon Murdo MacLeod uitgebreid aan het woord. Zij karakteriseren de man met de ogen die alles zagen.