Amsterdam vernoemt brug naar sportpionier Dick Schmüll
Dick Schmüll krijgt een ‘eigen’ brug in Amsterdam-Zuid. Het is een eerbetoon voor zijn enorme bijdrage aan de sport van de vorige eeuw, onder meer als oprichter van Nederlandse Basketball Bond en de Nederlandse Volleybal Bond. In onze tijd is Schmüll zo goed als vergeten.
Dick Schmüll in 1939
Door Jacob Bergsma
Het College van Bestuur van Amsterdam heeft besloten brug 415 te vernoemen naar sportomnivoor en sportpionier Dick Schmüll (1909-1990). De vernoeming komt een week voor de 75ste verjaardag van de Nederlandse Basketball Bond, die op 15 juli 1947 door Schmüll werd opgericht. Minder dan twee maanden later richtte hij ook de Nederlandse Volleybal Bond op. Bovendien stond hij in 1947 mede aan de wieg van de internationale volleybalbond FIVB.
De Dick Schmüllbrug ligt op een bijzondere plek in de stad, precies in het midden van de driehoek die wordt gevormd door de Apollohal, het Olympisch Stadion en het Olympiaplein. Toen prinses Beatrix in 1956 als achttienjarige haar allereerste officiële bezoek mocht afleggen en daarvoor Amsterdam had uitgekozen, werd zij op het Olympiaplein namens de Amsterdamse jeugd door de kinderen van Schmüll welkom geheten.
De brug ligt in het stadsdeel Zuid in de Parnassusweg en overspant het Zuider Amstelkanaal. Piet Kramer tekende voor het ontwerp, dat typerend is voor de Amsterdamse School. In 1942 werd de brug officieel geopend. De Dick Schmüllbrug legde aanvankelijk in zuidelijke richting de verbinding met een braakliggend terrein, dat vooral werd gebruikt voor evenementen.
In november 2022 verschijnt bij Arko Sports Media het omvangrijke boek Game Changers over de geschiedenis van basketball in Nederland, samengesteld door Jacob Bergsma, Frits van Rijn en Mart Smeets. Hiervoor is de invloed van Schmüll op de sport in Nederland tot in detail uitgeplozen. Dit boek was dan ook de directe aanleiding om een verzoek in te dienen om Schmüll blijvend te eren door een brug naar hem te vernoemen.
Sportomnivoor
Schmüll was een sportomnivoor met een gigantische staat van dienst. Als oprichter, voorzitter en allereerste bondscoach van de Nederlandse Basketball Bond kreeg hij als eerste in de historie van de bond het Erelidmaatschap. Hij is ook de oprichter, de eerste voorzitter en het eerste Erelid van de Nederlandse Volleybal Bond. Erelidmaatschappen werden hem daarnaast toegekend door de Amsterdamse vereniging AMVJ Basketball, de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding en de Amsterdamse Gymnastiek-Onderwijzers Vereniging. Van roeivereniging Nereus is Schmüll Lid van Verdienste. De Nederlandse Sport Federatie, voorloper van NOC*NSF, kende hem het Ereteken in goud toe. De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie overhandigde hem de eervolle Eeuwfeestplaquette.
Schmüll werd in 1908 geboren in Soenggal op Sumatra. Als vijfjarig jongetje werd hij door zijn vader naar Nederland gestuurd. Hij groeide daarna op in Amsterdam. Met de Olympische Zomerspelen van 1928 in Amsterdam aantocht nam Schmüll ontslag als administrateur bij een verzekeraar om zich volledig op de sport te kunnen richten. Het AMVJ-gebouw aan het Leidsebosje, geopend in 1928, werd letterlijk zijn thuis. Schmüll richtte daar in 1930 de basketbaltak van de Amsterdamse vereniging AMVJ op. In datzelfde jaar werd hij – wederom in het AMVJ-gebouw – de eerste Nederlandse atletiekkampioen op de 200 meter indoor. In 1931 was Schmüll de motor achter een grote en succesvolle sportdemonstratie in het Concertgebouw. Een jaar later richtte hij ‘zijn’ eerste bond op: de Amsterdamsche Tafeltennisbond, een voortzetting van de Amsterdamsche Ping Pong Bond.
Vanaf nu de Dick Schmüllbrug
Schoolsport
Ruim voor de Tweede Wereldoorlog liet Schmüll zijn invloed gelden in de schoolsport, die hij van eminent belang achtte. Aan het programma van de vermaarde Amsterdamse FAMOS-scholentoernooien voegde hij al in de jaren dertig van de vorige eeuw niet alleen basketball en volleybal toe, maar ook piano- en vioolspelen, voordrachtkunst en opstellen schrijven.
Door zijn zeer brede maatschappelijke belangstelling en zijn talent voor organiseren werd aan Schmüll in 1937 gevraagd een deel van de productie van het toneelstuk ‘Faëton’ van Vondel voor zijn rekening te nemen. Bij de uitvoering in de Stadsschouwburg zat koningin Wilhelmina destijds op de eerste rij.
In 1938 organiseerde Schmüll in de Amsterdamse Apollohal de eerste basketbalcompetitie van Nederland, waaraan maar liefst 36 teams meededen. Voor die gelegenheid richtte hij de Amsterdamsche Basketball Commissie op, die meteen na de oorlog werd omgevormd tot de Amsterdamsche Basketball Bond. Hoewel er nog geen nationale bond bestond, debuteerde Schmüll in 1946 als de allereerste bondscoach van het Nederlands basketbalteam.
Op 20 april 1946 speelde het Nederlands team zijn allereerste wedstrijd tegen een gelegenheidsformatie van Amerikaanse bevrijders. Dat duel ging met 91-38 verloren. Tien dagen later werd tijdens het Europees Kampioenschap in Genève de allereerste officiële interland gespeeld. Nederland versloeg bij die gelegenheid Engeland met 48-27. Omdat Schmüll tijdens dat toernooi ook als scheidsrechter optrad, was hij de eerste internationale basketbalscheidsrechter namens Nederland.
Journalist
Schmüll was zelf op het hoogste niveau actief in zes verschillende sporten. Hij beoefende daarnaast nog minstens dertien andere takken van sport. Van hot naar haar verplaatste hij zich op een opvallende, grote, zware motor. Hij was niet alleen de eerste Nederlandse kampioen op de 200 meter indoor, ook veroverde hij met de handballers van NILOC vier keer het landskampioenschap. Schmüll was de captain van de Nederlandse kanoploeg en de leider van de demonstratieploegen in calisthenics en acrobatiek (turnen). Ook was Schmüll cruciaal bij de introductie van softbal in Nederland. Als journalist zorgde hij voor veel publiciteit over de verworvenheden van de sport. Schmüll schreef bovendien over basketball en softbal meerdere introductie- en instructieboeken.
Als coach van de olympische roeiers van Nereus en de wedstrijdzwemmers van Het Y werd Schmüll allerwegen geroemd om zijn vooruitstrevende aanpak. Hij was de eerste die conditietrainingen bij Nereus verzorgde op muziek, waarbij hij zelf achter de piano plaatsnam. In de voorbereidingen op de Spelen van Mexico 1968 verdiende hij zo de bijnaam ‘de accu-oplader van Nereus’. Soortgelijke trainingen op muziek belegde hij voor de oorlog al met de leerlingen van de toneelgroep ‘De Hagespelers’ van het Rika Hopper Theater. Naast een begenadigd pianist was Schmüll ook een uitmuntend vioolspeler. Hij trad met enige regelmaat op met wat in die dagen een ‘zigeunerorkest’ werd genoemd.
Visionair
Schmüll stond in de Nederlandse sportwereld bekend als een krachtdadig visionair. Hij trad op als Chef d’Équipe van de complete Nederlandse afvaardiging naar de Universiades van 1959 in Sofia, 1961 in Turijn en 1963 in Boekarest. Bij de Olympische Spelen van 1948 in Londen en 1952 in Helsinki trad Schmüll tijdens het basketbaltoernooi op als technisch gedelegeerde. In 1953 werd hij door de Finse overheid voor dat optreden onderscheiden met het Kruis van Verdienste tweede klasse.
De lijst met bestuursfuncties en commissariaten van Schmüll is schier eindeloos. Als hoofddocent sport van Neyenrode en de Universiteit van Amsterdam was hij voorzitter van de vereniging van hoofdsportleiders van universiteiten. Hij was onder andere bestuurslid van de Stichting School en Sport, lid van de Amsterdamse Sportraad en lid van de Raad voor de jeugdvorming van het ministerie van CRM. Schmüll bekleedde ook binnen de kerkelijke wereld en de internationale YMCA tal van sportieve bestuursfuncties. In 1953 emigreerde hij kortstondig naar het Canadese Acton om daar leiding te geven aan de plaatselijke YMCA. Acton bleek echter verre van de grote stad waar Schmüll op had gehoopt. Binnen een jaar was hij met zijn gezin van een koude kermis weer thuis.
In 1987 werd Schmüll getroffen door een hersenbloeding. Hij overleed op 11 juli 1990 tijdens een vakantie in De Lutte aan een hartaanval.