De Apollohal: een fantasie van ijzer uit 1934
De Apollohal in Amsterdam krijgt nieuwe tribunes. Het is een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de 86-jarige.
Foto’s via de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam. Ze zijn digitaal ingekleurd.
De Amsterdamse architect Albert Boeken (1891 – 1951) is verantwoordelijk voor de Apollohal. Hij was bijzonder geïnteresseerd in sport en de mogelijkheden die dit bood voor de architectuur. Ook was hij erg positief over de groeiende belangstelling voor lichaamsbeleving, ‘een terugkeeren tot de schoonheid der natuur en een gezonde verruiming der levensvisie’. In 1935 schreef hij dat sport een grote invloed had op ‘den aanleg der steden’, zichtbaar in de nieuwe buitenwijken. De Apollohal was zijn bijdrage hieraan.
Volgend seizoen is de Apollohal nog indrukwekkender! Op dit moment is de verbouwing in volle gang. Wat vinden jullie ervan dat er weer tribunes geplaatst worden? pic.twitter.com/nCNoucs6RD
— Apollo Amsterdam (@ApolloLiveScore) July 20, 2020
Er was licht
De Amsterdamse architect was gefascineerd door de werking van licht, als symbool van vrijheid. ‘Hoe dikwijls vergeet men, ofschoon de beteekenis van licht en lucht in woning en andere bouwwerken voor de gezondheid van den mensch vaststaat, te letten op dezen factor. De nieuwe wereld van den architect is niet een wereld van andere vormen, maar zij is een wereld van nieuwe verlangens, die nieuwe opgaven stellen, en van nieuw-weten en kunnen, dat nieuwe middelen schept. En ten slotte een wereld van den nieuwen geest.’
De tennisinterland Nederland – Frankrijk van 1938 in de Apollohal
In 1933 begon hij aan de Apollohal in het gebied tussen het Zuider Amstelkanaal, de Apollolaan en de Stadionweg. Toen een verslaggever van Het Algemeen Handelsblad een jaar later voor de eerste keer het pand betrad, stond hij aan de grond genageld. ‘Er is één ding dat direct opvalt: het licht, het krachtige sterke diffuse licht,’ schreef hij op 27 september 1934. ‘Meer dan één tennishal hebben wij in verschillende landen van Europa gezien. Van geen van deze is ons de impressie van zooveel licht bijgebleven.’
Ook opvallend was dat er op een oppervlakte van 3400 vierkante meter geen enkele pilaar was. Het gebouw, dat aanvankelijk werd gebouwd voor tennis en exposities, werd een fantasie van ijzer genoemd.
De beroemde glazen wand
Al snel na de officiële opening bleek de Apollohal vanwege zijn omvang uitermate geschikt voor massabijeenkomsten, iets waar de vermogende bewoners uit de nabije omgeving helemaal niet op zaten te wachten. Anton Mussert kwam er graag met de NSB, net zoals de communisten. De ene keer marcheerden de bruinhemden door de dure wijk; de andere keer werd de buurt overspoeld door communisten met hun rode vlaggen. Het was zo definitief gedaan met de rust in de Apollobuurt.