BalsportenNieuw

De Nederlandse handbalmannen speelden in 1946 op een voetbalveld in Groningen

Voor de eerste keer in 62 jaar doen de Nederlandse handbalmannen mee aan een wereldkampioenschap. We kijken daarom terug naar dit team in 1946 toen het nog op een voetbalveld speelde. We hebben film!

Zo’n 3.000 toeschouwers zaten op 29 september 1946 in het Oosterpark in Groningen om te kijken naar een thuiswedstrijd van de Nederlandse handbalmannen tegen Denemarken. Er werd niet in de zaal gespeeld, maar op een voetbalveld. Het leverde prachtige filmbeelden op, vooral omdat de huizen eromheen zo goed zichtbaar zijn. Middenin een woonwijk werd er een handbalinterland gespeeld.

Voor de eerste keer waren de Deense handballers in ons land en dat trok veel volk. ‘Voor de aanvang van de wedstrijd draaft Roel de Boer, de Groninger spil van de handbalorganisatie, nog rusteloos op en neer,’ merkte de verslaggever van De Waarheid op, ‘en ziet met glundere ogen het fraaie Oosterpark door de liefhebbers bezetten.’

Het was ook nog eens de eerste thuiswedstrijd van Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog, zodat er veel belangstelling was. Bij de selectie van het Nederlandse team waren er veel spelers uit de Noordelijke competities opgenomen, omdat handbal daar nu eenmaal populairder was dan in het Westen. In Groningen waren die handballers veel bekender dan in een stad als Amsterdam.

De KNVB was zelfs bereid om de voetbalwedstrijden in de Eerste Klasse af te lasten, die voor die dag waren gepland in het Oosterpark. ‘Gruno’s Postharmonie zal voor opluistering zorgen,’ beloofde het Nieuwsblad van het Noorden.

Lezingen

De komst van de Denen werd meteen aangegrepen om na zoveel jaren zonder internationale handbalcontacten weer eens bij te praten. De secretaris van de technische commissie van het Internationale Handbal Verbond, C. F. Sörensen uit Kopenhagen, reisde mee naar Groningen om te vertellen over de stand van zaken in de Noordelijke landen. Daarin legde hij onder meer uit dat het daar heel normaal was om in de zaal te spelen, wat in Nederland nog een onbekend verschijnsel was, vooral omdat die sporthallen er in die tijd helemaal niet waren. De Zwitserse scheidsrechter A. Wagner, die de interland zou leiden, hield een lezing over de ontwikkeling van de handbalsport in zijn land.

Zoals verwacht waren de Denen veel beter en wonnen met 17-9. ‘Den Denen komt een pluim toe voor hun balvastheid, snelle, niet te lange combinaties waartegen de Nederlanders zich „dood” hebben geloopen, en hun verrassend spel,’ oordeelde het Nieuwsblad van het Noorden. ‘Inderdaad, voor Nederland is het een goede les geweest.’

Ondanks de grote nederlaag was het toch een geslaagde dag in het Oosterpark. ‘Mede door de muziek van Gruno’s Postharmonie en veel vlaggen, was er een aparte sfeer, zoodat er in dat opzicht niet veel te wenschen overbleef.’

De eerste naoorlogse opstelling

En dit was het eerste naoorlogse nationale elftal: Ten Napel (Olympia, Hengelo), Rozenberg (Quick, Gr.), Holzenbosch (Hellas, Den Haag), Broeyer (Hellas), West Rhenen (Niloc), Dekker (Nat. Laboratorium Eindhoven), Wiebers (Achilles, Utr.), Rollema (Vlugh. en Kr., Gron.), Kleinstra (Jahn II Stadskanaal), Kan (Greate Pier, Sneek) en Van Manen (Hellas). Met als reserves: Slaats (PSV), Mulder (Olympia, Gron.), Rijneke (CWP, Den Haag) en Borrius (Niloc).

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.