Drie dagen na de bevrijding van Kamp Westerbork speelden Joodse overlevenden hun eerste handbalwedstrijden
Op 12 april 1945 was de bevrijding van Kamp Westerbork. Voormalige Joodse gevangenen maakten daarna hun eigen handbalteams, die speelden tegen verenigingen uit de regio.
Foto via Europeana / Joods Historisch Museum
Precies tachtig jaar geleden onderzocht de Nederlandse sport hoe de situatie in het land was. Kort samengevat: het was vreselijk, vooral in Limburg, Zeeland en Gelderland. En dan werd ook al snel duidelijk dat er enorme hoeveelheden Joodse leden en supporters waren vermoord.
Zoveel vragen…
Groningen
Zo gaf de Handbalbond in de zomer van 1945 door dat de stad Groningen aanvankelijk de beschikking had over ongeveer 25 goede velden – in die tijd allemaal buiten. Daarvan waren er precies drie ongehavend. ‘Het gehele Stadspark, waar alle handbalvelden waren gelegen, is op dit moment nog gesloten en het is zeer te bezien of daarvan voor de aanstaande competitie een gedeelte zal worden vrijgegeven.’
Er was wat creativiteit nodig om toch wedstrijden te kunnen spelen. De afdeling Groningen had daarom begin juni een vrouwen- en een mannenteam met staatloze Joden uit Kamp Westerbork uitgenodigd voor een handbalwedstrijd in de stad. Het vrouwenteam speelde tegen Brunhilde en de heren tegen Quick.
Kampteams
Het was in Groningen blijkbaar bekend dat de voormalige kampgevangenen inmiddels hun eigen handbalteams hadden. Al op 15 april – drie dagen na de bevrijding! – werden er vier samengesteld: twee voor de heren en twee voor de vrouwen. ‘De Militaire Overheid heeft opdracht gegeven ervoor te zorgdragen, dat de manschappen, die in formatie de sportplaats zullen betreden, ongehinderd (in welken vorm dan ook) passeeren,’ zo staat in een document in de collectie van Kamp Westerbork.
In het nieuwsblad De Westerborker van 11 mei 1945, afkomstig uit dezelfde collectie, werd een onderlinge herenwedstrijd aangekondigd voor die avond om 19.30 uur.
Uit de digitale collectie van Kamp Westerbork
Primeur
Zulke onderlinge wedstrijden waren toch van een heel ander kaliber dan tegen spelers, die in de voorgaande jaren hadden getraind. Na al die jaren vol ellende waren de Joodse handballers nog lang niet hersteld en verloren dan ook beide ontmoetingen, zo blijkt uit een kort verslag in Het Groninger Dagblad. ‘De Joden, die vrijwel ongetraind waren, bleken niet opgewassen te zijn tegen de veel grootere routine der Groningers. De dames verloren met 8—0 van Brunhilde, terwijl de heeren met 9—4 het onderspit moesten delven tegen Quick.’
Groningen had daarmee zelfs een naoorlogse primeur, aldus de Handbalbond, omdat dit het eerste internationale contact sinds de bevrijding was geweest. Een wat merkwaardige claim, omdat die Joodse spelers wellicht staatloos waren, maar wel alle ontberingen in het nabijgelegen Kamp Westerbork hadden doorstaan.
De Joodse teams speelden in diezelfde tijd ook in Assen tegen Eendracht. Zoals De Provinciale Drentsche en Asser Courant schreef: ‘De ploegen uit Westerbork waren samengesteld uit Joden, die momenteel nog in het kamp aldaar vertoeven.’ Het herenteam kwam tot een verdienstelijk gelijkspel: 8-8. De vrouwen uit Westerbork werden met 8-1 van het veld geveegd.
Wie dan?
Meer informatie is er niet te vinden via de digitale krantenarchieven, waardoor er zoveel vragen zijn.
Om welke Joodse spelers ging het? Hoe ging het met hun, nadat ze jarenlang in doodsangst hadden geleefd en op dat moment amper wisten hoe het met hun vrienden en familie was afgelopen? Werd er echt alleen maar gehandbald of waren er ook nog toespraken of herdenkingen? En hoelang moesten de overlevenden nog wachten voordat ze weer naar huis mochten, als dat überhaupt nog bestond?
Zoveel vragen…