HockeyNieuw

De eerste hockeywedstrijd in Nederland werd op 7 februari 1892 gespeeld

In het Wagener Stadion in het Amsterdamse Bos begint vandaag het EK hockey. Op Sportgeschiedenis daarom elke dag een verhaal over het Amsterdamse hockey, te beginnen bij de eerste hockeywedstrijd op Nederlandse bodem, weliswaar officieus.

Het sportveld achter het Rijksmuseum in ongeveer 1900. Foto via het Stadsarchief Amsterdam

Hockey is begonnen als wintersport. De eerste wedstrijden in ons land waren in de winter van 1891, maar dan wel op ijs. Dat heet bandy, een soort ijshockey met ronde bal. Voor deze sport is natuurijs nodig en dat hebben we niet elke dag in Nederland – ook 125 jaar geleden niet. En daarom verplaatste deze sport zich al snel naar het veld. Dat heet dan weer hockey.

De verhuizing naar land is vooral te danken aan C.A. Dudok de Wit jr. en Antoon Abspoel. Zij hebben ervoor gezorgd dat de oprichtingsvergadering werd belegd van de Amsterdamse Hockey & Bandy Club, kortweg AH&BC, waar ze benoemd werden tot voorzitter en secretaris-penningmeester. Het is daarmee niet alleen de oudste hockeyclub van Nederland, maar zelfs van het hele Europese vasteland.

Niet voor hockey geschikt

Op de oprichtingsvergadering werd nadrukkelijk over hockey op land gesproken, zoals AH&BC in 1932 zekerheidshalve vermeldde in haar jubileumboek. Daar werd tevens de afspraak gemaakt voor een wedstrijd op 7 februari 1892 op het terrein achter het Rijksmuseum, zo blijkt uit een oproep in tijdschrift Nederlandsche Sport.

Helaas bestaat er geen uitgebreid verslag met de namen van deze spelers. Het enige wat we zeker weten is dat het veld heel slecht was, onder meer via De Telegraaf van 23 januari 1942: ‘Er werd hockey gespeeld op de IJsclub, doch aan een eigen hockeyveld viel vooreerst niet te denken en men was dan ook blij in de ochtenduren de beschikking te krijgen over de velden van [voetbalclub, jRRT] R.A.P. achter het Rijksmuseum en in het Vondelpark, velden die echter voor hockey niet waren geschikt. Dat maakte een goede ontwikkeling van het spelpeil onmogelijk.’

De twaalf pioniers 

Na een reconstructie via ledenlijsten en jubileumboeken van AH&BC heeft Sportgeschiedenis die twaalf oer-hockeyers gelukkig alsnog te herleiden, met een grote mate van zekerheid:
1. Ant. J. Abspoel
2. C.A. Dudok de Wit jr.
3. J.C. Schröder
4. C. Huysken
5. F. Hart Nibbrig
6. L. Weyerman
7. E. van Eybergen Santhagens
8. N. Groeneveld
9. P. Hart Nibbrig
10. L. Posthuma
11. J. Feith
12. J. Fockens of H. Bultman

De eerste zeven namen zijn de leden van het bestuur van AH&BC, zoals dat op de oprichtingsvergadering werd vastgesteld. Verder blijkt dat Groeneveld, Hart Nibbrig en Posthuma in 1892 ook al bij de club zaten. De eerste wedstrijd van de club die deze hockeyers net zelf hadden opgericht, zullen ze vast niet voorbij hebben laten gaan.

Jan Feith werd pas in 1893 erelid, maar de kans dat hij toch meespeelde is bijzonder groot, omdat hij behoorde tot de inner circles van de Nederlandse sport. In 1895 werd hij benoemd tot captain van AH&BC. Blijven nog J. Fockens en H. Bultman over, die beiden in 1893 lid werden, maar in het jaarverslag van 1892 werden genoemd als mensen ‘die het meest tegenwoordig waren en de meeste sympathie voor de club toonden’.

Geen doorbraak

Die eerste wedstrijd was leuk, maar leidde niet tot de doorbraak van hockey in ons land. ‘Tot aller genoegen werd geconstateerd, dat het hockey-spel ook op het land een hoogst aangenaam en ambitieus spel is,’ aldus Nederlandsche Sport. De AH&BC zou in die beginperiode drie keer per week onderlinge wedstrijden spelen: ‘Zondags ten 10 ure en Woensdags en Zaterdags ten 2 Ure’.

Pas in 1895 kwam in Haarlem de tweede hockeyclub van het land, waarna het aantal clubs zich heel langzaam uitbreidde. In 1898 werd de hockeybond opgericht, waarbij Abspoel opnieuw een beslissende rol speelde. Hockey werd in ons land echt populair tijdens de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam waar het Nederlandse team de finale haalde.

‘Maar de bal was aan het rollen gebracht,’ aldus tijdschrift De Corinthian in 1930. ‘Letterlijk en figuurlijk! En de eer daarvan komt toe aan Amsterdam.’

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.