De fusieclub Pinoké
Een van de bekendste Amsterdamse hockeyclubs is ontstaan na de Olympische Spelen van 1928.
De oudste actiefoto van Oh Kay in een wedstrijd tegen Leiden. Afkomstig uit Sport In Beeld van 8 november 1932
Na de Olympische Spelen van 1928 was de doorbraak van hockey in ons land. Die opmerking wordt ondersteund door cijfers. Onderzoeksinstituut Huygens ING beheert de Databank Sport met basisgegevens van zes sporten in ons land tot 31 december 1940, inclusief hockey. Hierin zien we dat de groei van het Nederlandse hockey zich na 1928 inderdaad versnelde.
Tot en met 1927 werden er 135 clubs in heel Nederland opgericht; van 1928 tot en met 1940 waren het er 164. Als we de gemiddeldes per jaar nemen, zien we de stijging pas echt goed. In de eerste periode werden er per jaar gemiddeld 3,75 nieuwe clubs opgericht. Van 1928 tot en met 1940 waren dat er 13,7 – bijna een verviervoudiging!
In Amsterdam hebben we dat ook gezien met nog bestaande clubs als Pinoké, A.M.H.C. FIT en Hurley. Pinoké bijvoorbeeld is een fusieclub van Pinokkio en Oh Kay – de laatste ook vaak geschreven als O.K., Ohkay of Oké. Als oprichtingsdatum houdt Pinoké 23 januari 1929 aan, de dag waarop Oh Kay begon. Pinokkio is van 1932.
Zowel Pinokkio als Oh Kay gaat echter terug tot het magische hockeyjaar 1928. De belangrijkste spelers van Pinokkio speelden in dat jaar als scholier bij Famos, voluit De Federatie van Amsterdamse Middelbare scholen voor Ontspanning en Sport. Oh Kay meldde zich voor eerst in het Algemeen Handelsblad van 18 oktober 1928 als nieuw lid van de Noord-Hollandschen Hockey-Bond.
Oh Kay werd dat seizoen ingedeeld in een kleine lokale competitie, in Klasse A. In het blad van de Hockeybond van diezelfde maand stonden de clubkleuren vermeld: blauw shirt met witte kraag en manchetten en witte V. Om het speelterrein te bereiken moesten de bezoekers met tram 16 naar de Hobbemakade, ‘vandaar de nieuwe weg naar den Zuidelijken Wandelweg’.
NSB-coup
In de jaren 30 bestonden deze clubs los van elkaar, waarna vooral Pinokkio roerige tijden beleefde. In september 1941 was er in deze club een mislukte coup van NSB-leden, want 138 van de 144 leden stapten uit protest op. ‘De leden der AMHC Pinokkio vonden in hun principieele houding een gastvrij onderdak bij de AMHC Oké,’ aldus Ko Brandsma als eerste clubvoorzitter van Pinoké in een terugblik. Met enkele nieuwe NSB-leden ging Pinokkio toch verder.
Sportief was het veel minder geworden, om nog niet te spreken over de besmette naam. Een oproep in De Zwarte Soldaat van 8 juli 1943 om lid te worden van Pinokkio droeg daar ongetwijfeld aan bij. ‘Volkssportbeoefening is het ideaal van den nationaal-socialist’, aldus het lijfblad van de Weerafdeling van de NSB in een toelichting. Via De Nederlandsche Staatscourant van 20 juni 1944 zien we echter dat Pinokkio ophield met bestaan en verder ging als Blauwvoet.
Na de oorlog had niemand meer behoefte aan de voortgang van Pinokkio, want die naam was besmet. De laatste melding is daarom van oktober 1945. De opgestapte leden van 1941 bleven bij Oh Kay, dat zijn naam veranderde in Pinoké.
Het is in 2017 een bloeiende club met ruim 2000 leden, net als Hurley. FIT heeft inmiddels 900 leden – allemaal als levende nalatenschap van het magische hockeyjaar 1928.