Het Nederlandse hockey speelde tot 1926 met eigen spelregels die de rest van de wereld niet begreep
Op 8 oktober 1898 was de oprichting van de Nederlandsche Hockey- en Bandy Bond, inmiddels bekend als de KNHB. Het duurde dertig jaar voordat die sport doorbrak.
Hockey is een Britse uitvinding uit de negentiende eeuw, net als andere moderne sporten als voetbal en rugby. Het werd in de winter van 1891 in Nederland geïntroduceerd als bandy, de variant die op ijs werd gespeeld. Pim Mulier, de voorzitter van de Nederlandsche Voetbal en Athletiekbond, nodigde een Engels elftal onder leiding van de heer Tebutt uit voor demonstratiewedstrijden. Op 5 januari 1891 speelde de Haarlemsche Football Club tegen het elftal van Tebutt op de baan van de ijsclub Haarlem en Omstreken. Hockey is van oorsprong dus een wintersport!
Bij gebrek aan winter verplaatsten de spelers zich naar het vasteland. In 1892 was Amsterdam de eerste plaats buiten het Britse rijk waar een hockeyclub werd opgericht: de Amsterdamsche Hockey- en Bandy Club (AH&BC).
Het begin
C.A. Dudok de Wit en Antoon Abspoel zijn hoofdrolspelers bij het officiële begin van hockey in Nederland met de oprichtingsvergadering van de AH&BC op 28 januari 1892. Ruim een week later, op 7 februari, werd er voor de eerste keer een hockeywedstrijd in Nederland gespeeld, op het terrein achter het Rijksmuseum.
Van dit officiële begin is alleen weinig informatie bewaard gebleven. De Nederlandsche Sport kwam in zijn verslag tot twee alinea’s over de wedstrijd achter het Rijksmuseum ‘om te proberen in hoeverre zich het spel leent om op land gespeeld te worden’. Er deden twaalf mensen mee.
Dameshockey in Haarlem begin 20e eeuw. Foto via het Noord-Hollands Archief
Vrouwen
Vrouwen werden bijna vanaf het begin toegelaten. Op de oprichtingsvergadering van de Amersfoortse hockeyclub Quickstep in 1896 bijvoorbeeld waren de voorzitter en de penningmeester ‘twee jonge dames’, zo schreef Het Algemeen Dagblad. Twee jaar later volgde De Haarlemsche Dames Hockey en Bandy Club en op 25 februari 1899 was er in Amsterdam een dameshockeywedstrijd. De twintigste eeuw was nog niet begonnen of hockey werd al gespeeld door mannen én vrouwen.
Een eigenaardigheid in het Nederlandse hockey zorgde er zelfs lange tijd voor dat ze samen speelden in één team, net als bij korfbal – het zogenaamde mixed hockey. Het werd zelfs vaak in de naam van een nieuwe club opgenomen, waarbij bovengenoemde Quick Step de eerste was, voluit: Amersfoortsche Mixed Hockey Club Quickstep. Ook in Amsterdam waren er dit soort clubs, zoals Amsterdamsche Mixed Hockeyclub F.I.T. (Ferme Inspanning Triumpheert) uit 1928 en de Amsterdamsche Mixed Hockey Club Hurley van 1932, nu spelend in het Amsterdamse Bos.
Deze deelname van vrouwen in hockey bleef bovengemiddeld hoog, ook na de oorlog. Na onderzoek van de Amsterdamse Sportraad in 1952 werden er 564 vrouwen geteld onder de 1292 hockeyers in deze stad – bijna 44%. Dat was bijna twee keer zo hoog in vergelijking met de complete Amsterdamse sport, met 16.181 vrouwen op een totaal van 68.150!
Het ging dan wel alleen om ongetrouwde vrouwen, want na het huwelijk was het meteen afgelopen. Slechts vier procent van de Amsterdamse hockeyers in die tijd was een gehuwde vrouw, waarmee deze sport opeens weer heel slecht scoorde, ver achter zwemmen (21%), gymnastiek (idem) en korfbal (14%). De emancipatie van de hockeyvrouw bestond dus slechts tot het huwelijk.
Nederlandse spelregels
Hockey bleef lange tijd onbekend bij het grote publiek. Dat kwam vooral door de eigenaardige Nederlandse spelregels, waarbij er zonder slagcirkel werd gespeeld. Verder bestonden er, zoals hierboven al genoemd, mixed teams van mannen en vrouwen, net als bij het korfbal. En dan was er nog het materiaal: hockeysticks met twee platte kanten en een zachte oranje bal, bekend als de sinaasappel of de Scheurleer-bal.
Bij de oprichting van de Hockeybond in 1898 was er nog niets aan de hand, want in die tijd golden hier nog de internationale regels. Tien jaar later werd het wat ingewikkelder met zowel Nederlandse als internationale regels, waardoor er twéé varianten naast elkaar bestonden. In 1913 werd de oranje bal verplicht gesteld en was de strafcirkel afgeschaft. Geen internationale regels meer op Nederlandse hockeyvelden. Het gevolg was dat het Nederlandse hockey in een internationaal isolement terecht kwam. Voor de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen sloeg de Hockeybond zelfs de uitnodiging af omdat de Nederlandse hockeyers de spelregels voor dit evenement niet kenden.
In aanloop naar de Spelen van 1928 in Amsterdam groeide het verzet tegen die idiote regels en het bijhorende isolement, want onder die omstandigheden kon Nederland niet eens meedoen aan het eigen olympische hockeytoernooi. De Hockeybond experimenteerde op 14 april 1925 in het Amsterdamse Stadion daarom met de internationale regels in een wedstrijd tussen Amsterdam en Nottingham. ‘Het Bondsbestuur is door het vertoonde internationale spel in zijn overtuiging gesterkt, dat deze speelwijze het hockeyspel tot veel hooger plan verheft en ongetwijfeld den weder-opbloei onzer sport zal bevorderen. Het Bondsbestuur wenscht dan ook de beoefening van het internationale spel voortgang te doen vinden.’
Mixed hockey in Bussum in 1910. Foto via Gooi & Vecht Historisch
Doorbraak
Nederland kon zo eindelijk aan internationale hockeytoernooien meedoen, en dus ook aan de Spelen in Amsterdam. De sportieve revolutie die daarop volgde is uniek, want vanuit een internationaal isolement stonden de Nederlandse hockeyers binnen drie jaar in een olympische hockeyfinale. Het aantal bezoekers die dag is in 2023 nog steeds een record voor een hockeywedstrijd op Nederlands grondgebied!
Dat het ongenaakbare Brits-Indië die finale met gemak won, was bijzaak. Precies dertig jaar na de oprichting van de Hockeybond was deze sport dan eindelijk doorgebroken in Nederland.