Op de golfbaan van Rozendaal werden in 1944 twee jonge hockeyers doodgeschoten
Op 3 november 1944 werden twee leden van de Arnhemsche Hockeyclub door de Duitsers doodgeschoten op de golfbaan van Rozendaal. Het ging om de broers Bert en Hans Kuik, die een belangrijke rol speelden in het jongerenverzet in die regio.
Rechts Bert, link Hans
De eerste blijdschap na de Bevrijding in 1945 werd al snel verdreven door het verdriet over de grote verliezen in de voorgaande jaren, zowel persoonlijk als materieel. Dat gold ook voor de Nederlandse sportwereld in hun eerste publicaties na de oorlog, alhoewel er nog een groot gebrek aan informatie was vanwege de chaotische omstandigheden. Elk nummer opnieuw werden er nieuwe overlijdensberichten geplaatst, naast de uitslagen van de laatste wedstrijden.
Arnhem
Arnhem was één van de zwaarst getroffen steden van ons land, blijkt uit al die uitgaves. Of het nou de voetballers betrof, de turners of de hockeyers: de eerste berichten uit 1945 zijn allemaal even vreselijk. Zo ook bij de Arnhemsche Hockeyclub, die meldde dat er bij hun negen leden waren omgekomen.
Frits Jordens, Ernest van Tricht en Marinus Piche waren boezemvrienden. Jordens werd verraden in België tijdens de hulp aan studenten om naar Engeland te vluchten. Van Tricht stierf in een concentratiekamp. Van Piche was op dat moment niets bekend, behalve dat hij vanwege verzetswerk in Kamp Vught was gekomen en dat hij waarschijnlijk daar was vermoord.
Het lichaam van Cor Hoogendoorn werd bij de Apeldoornseweg gevonden, waar hij was gepakt voor verzetswerk. Annemarie Tromp Meesters kwam om bij een raketinslag in De Steeg. Just Josselin de Jong stierf in Frankrijk en Binnert de Beaufort werd in Amsterdam doodgeschoten na een ontsnapping uit Scheveningen.
Aan weinigen is misschien bekend dat op het terrein van de club twee Arnhemse jongens, Bert en Hans Kuik, respectievelijk 17 en 18 jaar oud, op 3 november 1944 standrechtelijk werden geëxecuteerd door de Duitsers
Scholierennetwerk
En dan waren er de broers Bert Kuik en Hans Kuik, die op 3 november 1944 op heterdaad werden betrapt bij verzetswerk. Zij zaten bij de Arnhemse verzetsgroep “Rolls Royce”, een organisatie van scholieren die onder meer levensmiddelen leverde aan Joodse onderduikers en hielp met de ontsnapping van Britse soldaten.
Ze werden gearresteerd door Nederlandse SS’ers, waarna Friedrich August Enkelstroth van de Sicherheitsdienst het tweetal met een nekschot fusilleerde op het golfterrein van de Roosendaalsche Golf-Club. Ze waren 17 en 18 jaar oud. Bij die golfclub vonden ze een tijdelijk graf.
De vereniging schreef over deze vreselijke gebeurtenis in het jubileumboek van 1995 ter ere van het eeuwfeest. ‘Aan weinigen is misschien bekend dat op het terrein van de club twee Arnhemse jongens, Bert en Hans Kuik, respectievelijk 17 en 18 jaar oud, op 3 november 1944 standrechtelijk werden geëxecuteerd door de Duitsers. Een triest incident in de geschiedenis van de R.G.C., waarmee de club even acuut bij het geweld van de oorlog werd betrokken.’
De herinnering blijft bewaard in de baan @Rosendaelsche https://t.co/2ol6uxnQEW pic.twitter.com/seMwYAiuf4
— Rosendaelsche Golfclub (@Rosendaelsche) November 3, 2019
Jongerennetwerk
Pas in de afgelopen jaren werd meer duidelijk over de rol die de broers hebben gespeeld in het toenmalige verzet. In 2015 ontving het Airborne Museum honderden persoonlijke documenten van de familie Kuik, waaruit bleek dat Hans en Bert onderdeel waren van een netwerk van tieners.
In 2015 sprak Trouw met museumdirecteur Sarah Thurlings – Heijse over deze collectie: “We konden, naarmate we meer informatie kregen, steeds meer lijntjes leggen tussen de verschillende tienerverzetsstrijders. Zo zaten er heel veel bij elkaar in de klas, of kenden ze elkaar van de padvinderij of van tennis.” En van de Arnhemsche Hockeyclub dus, aldus het magazine van de Hockeybond in oktober 1945. Want dat bij zulke netwerken ook sportverenigingen een rol speelden is logisch.
In het Airborne Museum was er de speciale expositie Gebroeders Kuik. Tieners in het verzet. Sommige van die toenmalige jongeren kwamen er hier pas achter dat ze tot hetzelfde netwerk hadden behoord. “We zijn al 75 jaar vrienden en we wisten niet van elkaar dat we allebei verzetskranten rondbrachten”, zeiden Folkert Rotshuizen en Hans Riemer uit Arnhem tijdens de opening tegen Omroep Gelderland.