Hoe een sport een merk werd
Floorball – ook wel unihockey genoemd – is de snelste teamsport ter wereld. Een Zweedse ondernemer introduceerde de sport eind jaren zestig in Europa en maakte er terloops een toonaangevend en succesvol sportmerk van. Met een bijrol voor een Nederlandse firma.
Floorball wordt gespeeld in een gymzaal op een houten vloer en houdt het midden tussen ijs- en zaalhockey. Een floorballteam bestaat uit vijf veldspelers en een keeper. Uniek is vooral de keeper: die zit op zijn knieën en heeft geen stick. Zo kan hij het doel goed afschermen en gemakkelijker de bal vangen. In tegenstelling tot de veldspelers draagt de keeper beschermende kleding en een helm. Een team beschikt altijd over meerdere spelers, die continu gewisseld mogen worden. Het is niet toegestaan om de stick boven de heup uit te zwaaien. Spelers krijgen dus niet zo snel een klap van de stick.
Floorball is een relatief jonge sport. Dat kan ook niet anders, want de sport wordt gespeeld met kunststof sticks en plastic ballen. Floorball is vooral erg populair in landen waar de sport zich het langst heeft ontwikkeld en waar ijshockey populair is, zoals in Finland, Noorwegen, Tsjechië, Zweden en Zwitserland. Er bestaan professionele competities zoals de Finse Salibandyliiga en de Zweedse Svenska Superligan.
Floorball is een snelle sport. De lichte plastic gatenbal vliegt doorgaans razendsnel over de vloer. De beste spelers schieten harder dan 150 km/uur. Dankzij de boarding en de eenvoudige regels zijn er ook weinig onderbrekingen
Ontstaan
Floorhockey, de voorloper van floorball, is eind jaren ’50 ontstaan in de Verenigde Staten. Het was een (zomerse) trainingsvorm voor ijshockeyspelers. De sport zou pas enkele decennia later in Europa opduiken.
In de zomer van 1969 liep namelijk de uit Zweden afkomstige heer Ahlqvist over de Cornelis Schuytsraat in Amsterdam-Zuid, en zag daar op nummer 48 in de etalage van de Eilersport (inmiddels de oudste nog bestaande sporthandel van Nederland!) enkele floorhockey sticks liggen. Hij besloot om er een paar te kopen en op te sturen naar zijn broer in Zweden, die destijds actief was als handbaltrainer. De broer ging met zijn handbalspelers met de sticks aan de slag. Het spel bleek aan te slaan en Ahlqvist bestelde vervolgens meer sticks in de Verenigde Staten.
Tijdens de oliecrisis van 1973 stokte de aanvoer van plastic sticks – plastic is tenslotte een aardolieproduct – uit de Verenigde Staten. Ahlqvist kortte vervolgens het woord unihockey af tot unihoc, deponeerde deze als merknaam en ging eigen zelf sticks produceren. Zo kreeg floorball met Unihoc een basis in Zweden. Tegenwoordig produceert en levert het bedrijf alles wat maar met floorball te maken heeft, van schoenen en shirts tot helmen en ballen.
Nederland
In 1982 was op het International Mass Sport Tournament in Enschede, een multisporttoernooi voor studenten, het eerste evenement in Nederland waar floorball op het programma stond. Op dit toernooi waren ook Zweedse teams aanwezig, die dozen met sticks en ballen meenamen en uitdeelden. In Zweden is het floorball inmiddels na voetbal de grootste sport van het land. Het zou nog tot 1993 duren voordat de eerste floorball vereniging in Nederland werd opgericht. In dat jaar zag de Randstad Stockey Club het levenslicht. Nu wordt floorball door een kleine 1.500 mensen in Nederland gespeeld.
Floorball werd in december 2008 door het Internationaal Olympisch Comité erkend als officiële sport. De weg naar de Olympische Spelen is altijd onvoorspelbaar, al groeit de sport wel gestaag in Europa. En Zweden zal dankzij floorball nooit meer hetzelfde zijn. Met dank aan een sportwinkel in Amsterdam-Zuid.