De honkballers van Neptunus uit Rotterdam speelden in 1948 met materiaal van Joe DiMaggio
Dankzij een grote inzamelingsactie in de Verenigde Staten kwam het Nederlandse honkbal na afloop van de Tweede Wereldoorlog weer op gang. Joe DiMaggio schonk zijn pet aan Neptunus in Rotterdam.
Honkbal in 1935 in Amsterdam. Foto via het Stadsarchief Amsterdam
Na de Tweede Wereldoorlog werd vanzelfsprekend ook de sport geteisterd door enorme tekorten, zoals dat voor de hele samenleving gold. Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte hiervan een inventarisatie. De atleten hadden behoefte aan 5.000 paar spikes en 15.000 paar gymnastiekschoenen. Bij het boksen werden 500 paar bokshandschoenen en 500 paar gymnastiekschoenen gezocht.
De roeisport had het heel grondig uitgezocht: ’17 overnaadsche skifs, 9 overnaadsche tweeën, 17 overnaadsche vieren, 6 gladde vieren, 5 achten, 2 dubbel-tweeën, 23 werries, 325 oars en 260 sculls’. Het honkbal dreigde helemaal ten onder te gaan, want knuppels waren in de Hongerwinter opgestookt en van leren vanghandschoenen waren schoenen gemaakt.
Brief naar New York
Na enkele demonstratiewedstrijden van Amerikaanse soldaten in Rotterdam werd deze sport erg populair in deze stad. Met een minimum aan materiaal leerden deze honkballers de spelregels, maar door de slechte kwaliteit waren er wel veel ongelukken. Zo leek honkbal al na één jaar aan zijn einde te komen, maar toen schreef Jan van Riet, oprichter van de Rotterdamse honkbalclub Neptunus, een brief naar Norman C. MacPhail, de manager van de New York Yankees, met de vraag of de Amerikanen wat oude trainingsspullen konden missen voor de Nederlandse honkballers in nood.
Per ommegaande, voor zover dat mogelijk was in die tijd, stuurden de Yankees negen petten op, waarvoor Amerikaanse verzamelaars hun huis zouden verkopen om er één te bemachtigen. Eén van de exemplaren was bijvoorbeeld gedragen door Joe DiMaggio. Met dit unieke materiaal won Neptunus daarop de degradatiewedstrijd tegen Haarlem II met 15-14.
De onderlinge contacten werden daarna alleen maar hechter tussen de twee clubs, waarna er vanuit New York een gift werd verstuurd, waarvoor Amerikaanse verzamelaars ook hun gezin zouden verkopen: een honkbal met de handtekeningen van alle spelers. Heel mooi, maar de dreigende ondergang van het Rotterdamse honkbal vanwege materiaaltekort kon er niet door worden afgewend. Toen Mac Phail dat duidelijk werd stuurde hij in april 1948 een telegram naar Van Riet: ‘Ben nationale actie begonnen voor jullie honkbal-materiaal. Brief volgt. Handdruk. Norman Mac Phail.’
Het was de aankondiging van het mooiste gebaar, waarvan men in de sportgeschiedenis ooit hoorde, zo schreef Het Parool. Het complete Amerikaanse honkbal begon met een inzamelingsactie zonder weerga, met behulp van fabrikanten, journalisten en politici. Er werd een heus Honkbalfonds geopend, waarvoor de Amerikaanse clubs maar liefst tien procent van de recettes van de eerste speeldag van het nieuwe seizoen afstonden. Het grootste baseballblad ter wereld schreef verhalen over de ellendige situatie in Nederland.
Vrede
Deze actie groeide uit tot een symbool van de naoorlogse vriendschap tussen de Verenigde Staten en Nederland. Zo boden de Nederlandse ambassadeur in de Verenigde Staten en zijn Amerikaanse collega in Den Haag meteen hun hulp aan, als “een practische poging tot internationale vriendschap”, aldus de Amerikanen. Ook senator Vandenberg zette zich in. ‘Dagen lang was met vette letters in de Amerikaanse couranten te lezen, dat deze senator zegt, dat honkbal den vrede tussen de volkeren bevordert,’ zo wist Trouw. Uiteindelijk kwam er genoeg geld binnen om twintig clubs compleet te voorzien van nieuw materiaal: tenues, schoenen, ballen, maskers, knuppels. “Amerika zorgt voor “the kids over there!”
Op 11 mei 1948 meldde De Nieuwe Leidsche Courant dat die zending was verstuurd vanuit de Verenigde Staten. Een deel kwam via de Holland Amerika Lijn, omdat Ab Hogedoorn van Neptunus daar werkte. Op 8 juli werd alles afgeleverd in het Ajax-stadion De Meer, voorafgaand aan een wedstrijd tegen Haarlem.
En zo werd het Nederlandse honkbal gered door een simpel briefje vanuit Rotterdam. Weer 75 jaar later is Nederland één van de sterkste deelnemers op de World Baseball Classic.