Korfbalarchief weerspiegelt het Nederland van de vorige eeuw
De katholieke kerk legde een korfbalverbod op. In Zeeland kon de sport zich niet ontwikkelen vanwege de afstanden tussen de eilanden. Dat wordt allemaal zichtbaar in het archief van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond.
De Amsterdamse onderwijzer Nico Broekhuysen introduceerde begin vorige eeuw het korfbal als een schoolsport. Vanuit Amsterdam ontwikkelde dit zich daarna tot een wereldwijde organisatie.
Een groot deel van deze organisatorische geschiedenis werd bewaard op het bondsbureau van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond, waaronder tijdschriften, brieven en andere documenten. Die zijn nu raadpleegbaar op het Nationaal Archief in Den Haag. De beschrijving en overdracht werd gedaan door Henk Lagerwaard, Ria Poelstra en Michel van Gent, wat enkele jaren heeft geduurd – mede door corona.
Van Gent werkt als sporthistoricus bij het Huygens Institute en is zo ook verantwoordelijk voor de Databank Sport, waar nu al de gegevens zijn opgeslagen van 1566 korfbalclubs tot de Tweede Wereldoorlog. Hij stelde uiteindelijk de inventaris op van dit nieuwe korfbalarchief.
De inleiding is op zichzelf al een uitgebreid historisch overzicht van een dikke eeuw aan korfbalgeschiedenis. “Wie onderzoek wil doen naar korfbal in het algemeen of in een bepaalde plaats,” zo zegt Van Gent, “moet dit archief raadplegen, want nergens kun je zo snel zoveel informatie op één plaats terugvinden.’’
Nationale verschillen
Het bijzondere aan korfbal is het Nederlandse karakter. Broekhuysen ontwikkelde deze sport nadat hij in Zweden had kennisgemaakt met een vergelijkbare balsport. Hij paste de spelregels aan voor zijn eigen lessen, in samenwerking met andere gymleraren.
Langs deze weg ontwikkelde korfbal zich snel met al in 1903 de oprichting van een nationale bond. Geografische en demografische verschillen hebben de opkomst daarna sterk beïnvloed, waarmee we meer inzicht krijgen in de algemene situatie van het Nederland uit die tijd. Zo was er vóór de Eerste Wereldoorlog amper contact tussen de nationale bond en de twee provinciale overkoepelende organisaties in het noorden van het land, omdat de onderlinge afstanden veel te groot waren.
Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de eerste korfbalorganisaties in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, maar zonder veel succes. In Zeeland konden amper wedstrijden en vergaderingen worden georganiseerd, omdat het heel moeilijk was om te reizen tussen de eilanden. De korfbalbond Goeree-Overflakkee heeft maar zeven jaar bestaan.
In Noord-Brabant en Limburg werd het korfbal dan weer ernstig belemmerd door een verbod van de katholieke geestelijkheid, die niet wilde dat mannen en vrouwen gezamenlijke teams vormden. In grote steden als Breda, Den Bosch, Tilburg en Eindhoven woonden relatief veel niet-katholieken, zodat korfbalclubs daar weer wél konden bestaan. In de jaren dertig werden er als reactie dameskorfbalclubs op katholieke grondslag opgericht in Noord-Holland, Twente, Noord-Brabant en Limburg.
Net vorige week promoveerde Thijs Kemmeren op de sportgeschiedenis van Tilburg, waarin hij ook al aandacht besteedde aan het korfbal in die stad.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn minstens 196 korfballers omgekomen door oorlogshandelingen of door represaillemaatregelen van de bezetters. Deze namen werden op 30 augustus 1945 vastgelegd op een lijst van omgekomen korfballers, raadpleegbaar bij het Nationaal Archief.
In diezelfde periode is veel materiaal verloren gegaan, wat werd opgemerkt tijdens de inventarisatie. Zo bleek ook dat er grote verschillen zijn per regio. Bij de Friese en Haagse Korfbalbond, het Noordelijk Korfbalverbond en de Afdeling Noord zijn relatief veel archiefstukken gevonden. Van de Haarlemse Korfbalbond, Leidse Korfbalbond en de Noordbrabantse Korfbalbond is dan weer niets of nauwelijks iets bewaard.
De complete collectie geeft wel degelijk een uniek en compleet overzicht van de ontwikkeling van korfbal in Nederland, zo benadrukt Van Gent. En daarmee dus ook van Nederland met zijn grote regionale en demografische verschillen van de twintigste eeuw.