Real Sranang is al 65 jaar meer dan een voetbalclub
De Amsterdams-Surinaamse amateurclub Real Sranang bestaat op 1 juni 65 jaar. Vanaf het begin is Real Sranang meer dan een voetbalclub: de vele vrijwilligers maken de club tot een vereniging waar iedereen graag op bezoek komt.
Volgens een jubileumboek van de club was de periode dat Real Sranang werd opgericht een tijd ‘dat Surinamers in Nederland nog tot de bezienswaardigheden behoorden, zo gering was hun aantal’. Het kwam regelmatig voor ‘dat Surinamers van blijdschap elkaar nog spontaan om de hals vlogen bij een ontmoeting.’ Niet zo vreemd dus dat er behoefte was aan de vorming van een groep van ‘lotsverbondenen’.
Suriname werd pas in 1975 onafhankelijk. Veel Surinamers kwamen daarvoor slechts tijdelijk naar Nederland om een opleiding te volgen en dan weer terug te keren naar Suriname. Die opleiding werd vaak in de avonduren gevolg, omdat er overdag gewerkt moest worden. De Bijlmer, waar tegenwoordig een grote Surinaamse gemeenschap woont, was er ook nog niet. Onderdak vonden velen bij een hospita, die strenge regels stelde aan het gebruik van de verhuurde kamers.
Cotton Club
Uit het jubileumboek: ‘Surinamers waren voor vertier vaak aangewezen op gelegenheden buitenshuis.’ Een bezoek aan een café lag natuurlijk het meest voor de hand. In die tijd waren er in Amsterdam twee cafés waar Surinaamse jongeren elkaar regelmatig ontmoetten: de Cotton Club op de Nieuwmarkt en Cyloop op de Nieuwendijk.
Maar het bleef eind jaren vijftig in deze kroegen niet enkel bij gezellig borrelen en keuvelen. In zomer gingen gelegenheidsteams van de twee cafés tegen elkaar te voetballen in het Amsterdamse Bos. Gewoon voor de leut. Er waren nog geen plannen om een serieuze club op te richten. Daar kwam in de zomer van 1959 verandering in toen een van de voetballers, Armand Bruma, door de voorzitter van de Amsterdamse club DWV wordt gevraagd of hij een Surinaamse voetbalploeg kende waartegen zou kunnen worden gespeeld. Zogezegd, zo gedaan.

Bruma trommelde wat vrienden op en in aanloop naar de wedstrijd gingen de mannen serieus trainen in het Amsterdamse Bos. De jonge mannen zaten allemaal krap bij kas, dus voetbalschoenen en een bal moesten gehuurd of geleend worden. Na de voorbereiding ging de ploeg onder da naam Suriname naar het terrein van DWV. Het werd een mooie en spannende wedstrijd, die uiteindelijk met 3-2 werd gewonnen. Hierna werd nog een wedstrijd gespeeld, die in 2-2 eindigde.
Kick and rush versus tikkie-taka
Geleidelijk groeide zo het idee om een echte Surinaamse club op te richten. Het moest een vereniging worden waarin de Surinaamse spelers zich op cultureel en speltechnisch gebied thuisvoelden. Veel Surinamers vonden namelijk dat de Nederlandse clubs nogal eens ´lange halen, snel thuis voetbal´ speelden. De Surinaamse voetballer speelden liever ´technisch voetbal´ waarbij de nadruk lag op goed samenspel. Kick and rush versus tikkie-taka.
Op 1 juni 1960 was het dan zover en werd Real Sranang op Stadhouderskade 28 officieel opgericht. De naam was een eerbetoon aan het succesvolle Real Madrid, ‘dat in een niet te stuiten reeks de eerste vijf Europa Cups voor landskampioen won’.
Nu moest de club nog lid worden van de KNVB en de zaak was rond. Maar helaas, in Nederland zijn nu eenmaal veel regeltjes. Terwijl Real Sranang de aanvraag voor lidmaatschap bij de KNVB indiende, besloot de club enkele vriendschappelijke wedstrijden te spelen tegen andere verengingen. Probleem was alleen dat deze clubs lid waren van de KNVB, en dat mocht niet van de bond.
Wild voetbal met beroemde spelers
De KNVB kwalificeerde de gespeelde wedstrijden als ‘wild voetbal’. Alle clubs kregen een waarschuwing en bij een volgende overtreding volgde een boete of zelfs uitsluiting van deelname aan de competitie. Dat hakte er flink in bij de clubs en Real Sranang kon een tijdlang geen wedstrijden meer spelen. Wel bleven de spelers trainen in het Amsterdamse Bos.

Na een jaar wachten werd Real Sranang in 1962 dan toch eindelijk bij de KNVB ingeschreven en kon de club meedoen aan de competitie. De club ging in onderhuur bij sportvereniging Osdorp in sportpark Sloten. Het eerste seizoen verliep direct bijzonder succesvol. Uitslagen van 15-0 in het voordeel van Real kwamen regelmatig voor. Geen enkele tegenstander slaagde er dat seizoen in om minder dan tien tegentreffers te incasseren.
In de beginjaren regen de successen zich aaneen, mede dankzij de inzet van de vaders van Frank Rijkaard (Herman) en Ruud Gullit (George). Maar de club doet en deed meer dan alleen maar voetballen. Zoals de heer Biervliet, secretaris van de club in die tijd, zei: ‘We zien Real Sranang vooral als een opvangcentrum voor Surinaamse jongens. We willen ze bekendmaken met het leven van de Hollandse mensen hier. We gaan cursussen organiseren, want de Surinamer wordt vaak niet goed opgevangen.’

Kampioen
De club had dan wel een eigen ruimte nodig om al die activiteiten te gaan organiseren. Daarom werd op Sportpark Melkweg in Amsterdam-Noord een clubhuis gebouwd, voor een groot deel door vrijwilligers.

Hierna verhuisde de club naar Sportpark Middenmeer in Amsterdam-Oost. Daar werd twee weken geleden in het clubhuis ook het kampioenschap in de vierde klasse gevierd.