Het Sportpaviljoen op Soestdijk
Op 29 juni 1937 werd het Sportpaviljoen bij Paleis Soestdijk geopend. Het werd gebouwd als Nationaal Geschenk van de Nederlandse schooljeugd. Er zijn ook twee tennisbanen, want prinses Juliana was dol op tennis.
Foto Rijksdienst van het Culturele Erfgoed via Wikipedia
Tijdens de Olympische Winterspelen van 1936 in Garmisch-Partenkirchen was de eerste ontmoeting tussen prinses Juliana en Bernhard van Lippe – Biesterveld. Een jaar later was het stel getrouwd en betrok het Paleis Soestdijk als woonverblijf. In december 1936 stonden de kranten er bol van: ‘Het Prinselijk paar zal zijn intrek nemen in den vleugel aan de Baarnsche zijde, het z.g. Anna Paulownakwartier, dat zal worden verbouwd, teneinde de moderne vroolijke en huiselijke woning te maken, die de Prinses en de Prins wenschen.’ Het zag er allemaal nog rooskleurig uit.
Nog in datzelfde jaar kwam er een Comité van de Nederlandsche Schooljeugd, onder leiding van de 56-jarige dr. Joh. H. van Burkom. Het zamelde 40.000 gulden in voor een nationaal geschenk voor het kersverse paar, in onze tijd te vergelijken met drie ton in euro’s. Er werd een bibliotheek mee aangelegd, maar er bleek meer mogelijk: ‘Na overleg met den architect, belast met de uitvoering van de restauratiewerken van het paleis te Soestdijk, is besloten uit het geld van dit comité ook den aanleg van het sportterrein te bekostigen.’
Achter deze combinatie van bibliotheek en sportterrein zat een diepere gedachte: ‘de geestelijk-intellectueele en lichamelijke training’, ofwel ‘de twee groote waarden van het jeugdleven’. Het was aan de architecten ir. J. de Bic Leuveling Tjeenk en ir. A.J. van der Steur om er vorm aan te geven, tevens verantwoordelijk voor de gehele verbouwing van de Baarnse zijde van het kasteel.
Op het sporttrein werden twee tennisbanen en een paviljoen aangelegd, ‘waaraan aansluitend de kleedkamers met douchegelegenheid zijn geprojecteerd.’ In maart 1938 werd er een zwembad in de buitenlucht aan toegevoegd, ‘opdat over eenige jaren ook Prinses Beatrix hiervan kan profiteeren’.
Koninklijk tennis
Dat er op Soestdijk voor tennis was gekozen was niet geheel toevallig, want prinses Juliana was hier een groot liefhebber van. Ze speelde het al in Katwijk waar ze eind jaren 20 woonde. In 1929 bezocht de prinses in Scheveningen een wedstrijd van de legendarische tennisster Helen Wills, waarbij ze uitbundig werd gefotografeerd. Deze tennisliefde was trouwens wederzijds, want Juliana was nog geen week oud toen er in Amsterdam een tennisclub werd opgericht met haar naam.
En ook prins Bernhard hield van deze sport met prins Arremberg en de Indische prins Pangeran Ario Soerio Hamidjodjo van Soerakarta als meest geliefde dubbelpartners. Met hen speelde hij veel in Den Haag, nog voordat hij verhuisde naar Soestdijk. Bondstrainer Henning van het Nederlandse Davis Cup-team was in die tijd zelfs de personal coach van Bernhard. ‘Hij heeft uitdrukkelijk aan Henning gevraagd om hem, tot vervelens toe, op zwakke punten te wijzen, om er op te spelen.’ Twee tennisbanen naast het woonverblijf in Soestdijk was daarmee een logische zaak.
De werkzaamheden begonnen in april 1937 en al na twee weken was de eerste tennisbaan gereed. ‘Zoo noodig kan reeds op deze baan worden gespeeld.’ Op 29 juni, tijdens de 36e verjaardag van Bernhard, werd het geheel in gebruik genomen. Het lag er prachtig bij, aldus de verslaggevers die er even mochten kijken: ‘Te midden van het hooge geboomte van het eeuwenoude park Soestdijk, waar het geraas van den straatweg de stilte der natuur niet meer kan storen, ligt, aan het einde van een boomenlaan, welke recht achter het paleis de as van het hoofdgebouw volgt, het nieuwe sportterrein, dat de Nederlandsche schooljeugd aan het prinselijk paar bij zijn huwelijk heeft willen aanbieden, naast haar aandeel in de inrichting van den paleisvleugel.’
De tennisbanen waren ruim en het paviljoen was licht, ‘van een moderniteit, die de gezelligheid niet uitsluit’. Het hoofdvertrek had glazen wanden met uitzicht op de banen. Bij de haard had schilder Dick Elfers figuurtjes geschilderd, die verwijzen naar sport en beweging, zoals zeilen, tennis, golf, hengelen en de jacht. Op het terras was een speciale steen met als opschrift ‘Geschenk der Nederlandsche Schooljeugd 1937’.
De bestuursleden van het comité van de schooljeugd kwamen op 15 februari 1939 op het sportpaviljoen voor een laatste keer bijeen om de organisatie daar officieel op te heffen. ‘Als laatste daad besloot het comité zich te wenden tot alle onderwijsautoriteiten, gemeente- en schoolbesturen, personeel- en onderwijsinrichtingen en in het bijzonder tot de Nederlandsche schooljeugd, met een woord van warmen dank voor de medewerking, die het comité van alle zijden mocht ontvangen.’ Het werk zat er weer op.
Ruim tachtig jaar later staat dit sportpaviljoen op de lijst van rijksmonumenten.