De verstoorde olympische droom van Betty Stöve
Andere Tijden Sport bestaat tien jaar; het Olympisch Stadion negentig. Gezamenlijk zijn ze dus honderd jaar oud en op hun verzoek schreef ik daarom enkele korte verhalen waarin de onderwerpen van Andere Tijden Sport worden gekoppeld aan de Olympische Spelen van 1928. Een mislukte droom van Betty Stöve heeft alles te maken met Amsterdam 1928.
Tom Egbers met het racket van Betty Stöve. Foto Bastiaan Heus
Betty Stöve heeft nooit de kans gehad om olympiër te worden, omdat tennis in haar tijd geen olympische sport was. Nota bene in aanloop naar de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam werd dit onderdeel van het programma geschrapt vanwege een meningsverschil tussen het IOC, het Nederlands Olympisch Comité en de internationale tennisbond. Pas in 1988 keerde tennis terug op de Spelen, toen Stöve al was gestopt.
De tennisbanen waren in 1928 overigens al gelegd, gebouwd door de N.V. Wernink’s Tennisvloeren uit Leiden, een familiebedrijf van tennisfreaks. Deze banen bleven ongebruikt, rechtsonder op onderstaande foto uit 1928. De eerste keer dat ze werden bespeeld was tijdens de Dooven Olympiade meteen na de Spelen zelf.
Voor de Nederlandse tennissers Kea Bouman en Henk Timmer was de afgelasting bijzonder frustrerend, want in 1924 hadden zij brons gewonnen in het mixed dubbel op de Olympische Spelen in Parijs. Voor eigen publiek hadden zij goud willen winnen, maar die droom kwam dus nooit uit.
Tijdens de perspresentatie van Andere Tijden Sport in het Olympisch Stadion zei Stöve dat ze lang de droom heeft gehad om olympisch goud te winnen, maar dat kwam er dus nooit van. Ze weet nu dat dit dus komt vanwege ruzie in Amsterdam in 1928.