Wimbledon-winnaar speelt wedstrijd in Amsterdam
Op 12 april 1936 was Fred Perry in Amsterdam, de beste Engelse tennisser aller tijden. Hij speelde tegen Henk Timmer, de kampioen van Nederland.
Het gebeurt niet vaak dat de beste tennisser van de wereld naar Amsterdam komt voor een wedstrijd. In 1936 gebeurde dat en dat zag er toen zo uit bij het bezoek van Fred Perry.
In maart 1936 meldde De Telegraaf dat Perry naar Nederland zou komen. Niet voor de eerste keer overigens, want hij speelde in 1931 in Den Haag al eens met zijn land tegen Nederland. De Engelsen wonnen toen moeiteloos met 0-5.
Perry was in 1936 echter tweevoudig Wimbledon-winnaar, waardoor het opeens groot nieuws was dat hij hier enkele partijen zou spelen als onderdeel van een zakelijk bezoek. Er werd een goede tegenstander voor hem gezocht, waarvoor Henk Timmer werd aangewezen, kampioen van Nederland. In 1924, dus al twaalf jaar daarvoor, had hij samen met Kea Bouman brons gewonnen op de Olympische Spelen.
Opgewekt figuur
Perry arriveerde in Vlissingen, samen met zijn vrouw Helen Vinson, een beroemd filmster in die tijd, een jonge collega-tennisser Shayes en diens verloofde. Voor het Algemeen Handelsblad was het een ideaal moment om eens uitgebreid met deze tennislegende te spreken. ‘In den boottrein, die van Vlissingen komt, hebben we gisteren Perry met zijn ploeg begroet en een uurtje doorgebracht, dat tot het aangenaamste contact behoort, dat we in den loop der jaren met verschillende tennisgrooten mochten hebben.
We wisten reeds, dat Perry een opgewekte, gemakkelijke figuur was, al lijkt het soms op het veld wel, dat hij wat gauw geïrriteerd is en kort aangebonden. We wisten nog niet, dat hij een der weinige wereldkampioenen is, die geen haartje gewichtigheid toonen, die een en al inschikkelijkheid is, die nu en dan als een vroolijke schooljongen den boel vermaakt, tot blijkbaar genoegen van zijn ega, de filmactrice Helen Vinson, die een rustige, vriendelijke en ietwat gereserveerde figuur bleek.’
Troosteloos
Ondanks de hoge verwachtingen viel de wedstrijd zelf wat tegen op 12 april 1936. Het Vaderland schreef in zijn verslag: ‘Een gure harde wind blies Zaterdagmiddag door het D.D.V.-tennisstadion te Amsterdam en maakte het verblijf voor degenen, die gekomen waren voor de wedstrijden der Nederlandsche spelers tegen Perry c.s. verre van aangenaam.’
Dat stadion lag naast het Olympisch Stadion en er was bijna niemand. De man die wereldwijd massa’s in beweging bracht, trok in Amsterdam zo’n 200 toeschouwers. Geen wonder, dat onder bovengeschetste weersomstandigheden en geringe belangstelling de echte sfeer ontbrak. ‘Werd er door Perry of door Timmer een fraai staaltje spel te zien gegeven, dan klonk plichtmatig het goedkeurende applaus, maar er was geen spoor van enthousiasme, geen blijk van intens medeleven met datgene, wat op de baan geschiedde.’
De spelers waren net zo troosteloos in hun wedstrijd. ‘Het was een baselineduel van begin tot eind, waarbij duidelijk bleek, dat Timmer’s spel vaster was, zijn slagen meer vaart hadden en de ballen in het algemeen beter geplaatst werden dan bij zijn tegenstander.’ De Nederlander won zelfs de eerste set. ‘Een hartelijk applaus weerklonk.’ En ook daarna hield hij het initiatief en versloeg zo de wereldkampioen.
Enkele weken daarna hervond Perry zijn vorm en won voor de derde en laatste keer Wimbledon. Tot de zege van Andy Murray in 2013 was hij de laatste Brit, die dit had gepresteerd. Inmiddels wordt Perry beschouwd als de beste Engelse tennisser ooit, ook al verloor hij van de kampioen van Nederland.