14 mei 1905: eerste officiële thuiswedstrijd van Nederlands elftal
Op 14 mei 1905 speelde het Nederlands elftal tegen België voor de eerste keer een thuiswedstrijd. De officiële statistieken van deze interland bleken in 2013 onjuist en worden daarom door de KNVB aangepast. Van de vier Nederlandse doelpuntmakers stonden er maar liefst twee verkeerd genoteerd, zo bleek uit mijn onderzoek.
Van de interland van 14 mei 1905 werden tekeningen geplaatst in het Rotterdamsch Nieuwsblad
Het Nederlands Elftal speelde op 30 april 1905 zijn eerste officiële wedstrijd. In het Kiel-stadion in Beerschot werd die dag met 1-4 gewonnen van de Belgen – na verlenging overigens. Twee weken later was in Rotterdam de eerste thuiswedstrijd van Nederland, opnieuw tegen de Belgen. Inzet was de zogenaamde Rotterdamsch Nieuwsblad Beker.
Na negentig minuten was het 4-0 voor Nederland, waarbij de KNVB uitging van deze statistieken, gebaseerd op de gegevens van Matty Verkamman:
1-0 Willem Hesselink
2-0 Eddy de Neve (strafschop)
3-0 Guus Lutjens
4-0 Eddy de Neve
Al in 2006 werden hierover vragen gesteld op Spitsbroeders.nl. En ook Frans van den Nieuwenhof schreef in 2012 in Voetbal International dat deze gegevens in tegenspraak zijn met de oorspronkelijke bronnen. Er was in deze zowel twijfel bij het doelpunt van Hesselink als de tweede goal van De Neve.
De KNVB vroeg mij daarop in 2013 om als onafhankelijk sporthistoricus een oordeel te geven: heeft Verkamman wel of geen gelijk? Mede aan de hand van mijn advies zou de KNVB een standpunt innemen of het de statistieken zou handhaven.
Nederlands Elftal voor de interland tegen België. Spelers, staand van links naar rechts: Reinier Beeuwkes, Willem Hesselink, Bok de Korver, Ben Stom en Dolf Kessler. Zittend: Rein Boomsma, Guus Lutjens, Eddy de Neve, Karel Gleenewinkel Kamperdijk, Peet Stol en Willy de Vos.
Rotterdamsch Nieuwsblad
Als basis voor mijn oordeel gebruikte ik de drie belangrijkste bronnen: de Nederlandsche Voetbalbond, de Belgische Voetbalbond en Het Rotterdamsch Nieuwsblad – die laatste omdat die de prijs ter beschikking had gesteld. Voor de NVB en het Nieuwsblad kon ik op zoek in digitale archieven. Voor de Belgische bron vroeg ik hulp aan de sporthistorici in Leuven en het nationale archief in Brussel.
Het Rotterdamsch Nieuwsblad had een enorm verslag van deze interland, waarbij het zelfs enkele wedstrijdtekeningen plaatste. Dat gebeurde in die tijd alleen maar bij bijzondere gebeurtenissen. Die tekeningen heb ik hierbij geplaatst.
Dit artikel was daarnaast bijzonder gedetailleerd – tot aan het menu van het avondeten van de spelers toe met onder meer schildpadsoep, tarbot met kappersaus, koud uitgesneden runderhaas met groenten en kalfsnierstuk ‘op Milaansche wijze’.
Hierbij zat het volgende scoreverloop:
1-0 Bok de Korver
2-0 Eddy de Neve (strafschop)
3-0 Guus Lutjens
4-0 Dolf Kessler
Nederlandsche Voetbalbond
Dankzij de historische tijdschrfiftenbank van de Koninklijke Bibliotheek is het ook mogelijk om te zoeken in vooroorlogse sportbladen, waaronder Het Sportblad, officiëel orgaan van den Nederlandschen Voetbalbond. Op 19 mei 1905 schreef het over de bewuste interland een artikel – óók met het menu van de voetballers erbij.
Het lyrische wedstrijdverslag begon met de constatering dat er maar liefst 30.000 toeschouwers waren geweest in Rotterdam. ‘We houden ’t record van Europa’s vasteland, we hebben Slavia’s cijfers, dat op 10.000 stond in Praag, dubbel en dwars geslagen. We lachen er mee, meneer! Wij, Hollanders, zijn nog eens kerels!’
Over het eerste doelpunt meldde het blad: ‘Dan krijgt de Korver, die den ganschen middag kalm en degelijk had gespeeld, het op z’n heupen. De zilveren voetbal-vorm komt er bij ‘m in. Zou er één speler zijn, gevaarlijker dan Sparta’s aanvoerder, als-ie wil, als-ie waarachtig wil met al z’n kracht en kunnen?
Een kwartier lang blijft hij nu het gansche spel beheerschen. Hij is verdediger, ja, maar hij zal aanvallen ook. En als ’n duivel schiet-ie er tusschen, De Decker, Poelmans en van Hoorden hebben geen kans om den bal te krijgen . . . reeds stijgt ’n geweldig juichen, maar Bok schiet even naast, ’n Galm van teleurstelling golft over ’t veld.
Maar ik, die Bok ken, wéét, wat er komen zal. Wat de voorhoede niet kan, hij zal het alleen probeeren. En geen vier minuten later weer zoo’n reuzen-ren, wéér zoo’n onweerstaanbare aanval, hij alleen door alle verdedigers heen, onder aan-groeiend gejubel, tot-ie voor Thornton staat, even kijkt, en met ’n kalm, hard schot doelpunt ….’
Kortom: ook volgens de Voetbalbond maakte De Korver het eerste doelpunt. En iets verder: ‘Kesslier schiet, en de vierde zit erin…’
Belgische Voetbalbond
En dan blijft de derde partij over: de Belgische Voetbalbond. Zowel Filip Strubbe van het Algemeen Rijksarchief in Brussel als Stijn Knuts van de KU Leuven heeft dit nagetrokken. Strubbe schreef na zijn onderzoek: ‘De enige bron in het archief van de Belgische Voetbalbond (KVBV) die tot 1905 teruggaat, is La Vie Sportive. In het nummer van 17 mei 1905 vindt men een beschrijving van het verloop van de match. De 4-0 uitslag wordt er eveneens bevestigd.’
En ook Strubbe en Knuts vonden als maker van het eerste Nederlandse doelpunt Bok de Korver. Kortom: drie onafhankelijke bronnen in twee verschillende landen bevestigen dat deze Rotterdammer de eerste Nederlandse international was, die op eigen bodem scoorde. De statistieken van Verkamman, die door de KNVB waren overgenomen, kloppen niet.
Maar Strubbe heeft nog wat meer: ‘De maker van het vierde doelpunt verschilt van de naam die u opgaf. In La Vie Sportive staat immers te lezen: Cependant De Korver, interceptant une longue passe de Tobias, file jusqu’aux 18 yards belges et passe à Lutjens, manifestement off-side, mais qui n’en marque pas moins un 4ème goal, déclaré valable.’ Ofwel: Guus Lutjens werd in dit tijdschrift aangegeven als de maker van het vierde doelpunt…
Waarmee we niet aan alle statistieke vraagstukken een definitief einde hebben kunnen maken.
Advies aan de KNVB
De KNVB nam de resultaten van mijn onderzoek over en schaarde zich zo aan de kant van Spitsbroeders en Van den Nieuwenhof. De officiële statistieken van 14 mei 1905 werden bijna 108 jaar later dus herzien.
Rest de slotvraag: who cares? Daarvoor geef ik graag het woord aan Jacob Bergsma, die in 2013 op Sportgeschiedenis schreef: ‘Het lijkt veel gevraagd, maar ik vind het tot één van de kerntaken van een bond behoren om te waken over het beschikbaar blijven van de geschiedschrijving. Het is niets minder dan een vorm van respect om de statistieken van je internationals op orde te hebben.’