27 mei 1928: de eerste Schwalbe
Bij de eerste voetbalwedstrijd in het Olympisch Stadion maakte het publiek kennis met een nieuw verschijnsel: de fopduik. ‘De Chilenen bleken de reinste komedie-spelers te zijn.’
Portugal – Chili
Begin jaren 90 werd de Schwalbe een bekend voetbalbegrip, de fopduik. We moeten echter verder terug voor het begin.
De eerste voetbalwedstrijd op de Olympische Spelen in Amsterdam was op 27 mei 1928. Portugal en Chili speelden een kwalificatiewedstrijd voor het hoofdtoernooi, waarbij de verliezer was uitgeschakeld nog voor de Spelen waren begonnen. De Chileense voetballers verloren die wedstrijd en hadden dus de halve wereld overgestoken om niet te mogen meedoen.
Desondanks trokken de Zuid-Amerikanen de aandacht bij het Nederlandse publiek vanwege hun gedrag. Allemaal ‘voetbalkomedianten’, aldus een verhaal in Het Vaderland. ‘Het publiek dat den wedstrijd Portugal – Chili bijwoonde heeft, voor wat betreft de opvoering van een spectacle varié waar voor zijn geld gekregen. De Chilenen bleken de reinste komedie-spelers te zijn, die de voetbalsport als openbare vermakelijkheid op uitmuntende wijze beoefenden.
De heeren hadden een mars vol van trucjes, niet altijd even fair en verdedigbaar noch begrijpelijk. En als zij hun tegenstander te pakken hadden gehad, lieten zij zich jammerend op den grond vallen en gaven daardoor den schijn, dat zij gekwetst waren. Kwam echter de bal dan toevallig in hun buurt, dan sprongen zij kwiek weer op en speelden verder alsof er niets gebeurd was. Dat het komedie was bleek trouwens wel uit het feit dat hun medespelers zich niet eens om hen bekommerden en dus van het spelletje wel op de hoogte waren.’
Aldus Het Vaderland, dat in 1928 het woord schwalbe nog niet in het vocabulaire had maar wel getuige was geweest van de nepduik, die hierbij hoort.