Sport en politiekVoetbal

3 juni 1990: voorbode Joegoslavische burgeroorlog bij wedstrijd van Oranje

De burgeroorlog van Joegoslavië ging in juni 1991 van start, nadat Kroatië en Slovenië zich onafhankelijk hadden verklaard van Joegoslavië. Volgens sommigen begon die oorlog echter niet in 1991, maar een jaar eerder, op het voetbalveld.

 

Op 13 mei 1990 vond in Zagreb de competitiekraker plaats tussen het plaatselijke Dinamo, de leidende Kroatische club, en het boegbeeld van de Serviërs: Rode Ster Belgrado. Een week tevoren waren er voor het eerst vrije verkiezingen geweest, waarbij in Kroatië Tudjman verkozen was, die toen al bekend stond als een voorvechter van de Kroatische onafhankelijkheid.

Dit zorgde voor extra spanningen. De harde kern van Rode Ster, de Delije (‘helden’), was drieduizend man sterk afgereisd naar de wedstrijd tegen hun concurrent. Ze scandeerden leuzen als ‘Zagreb is Servië’ en ‘Dood aan Tudjman’. Voorafgaand aan de wedstrijd waren er vechtpartijtjes tussen Kroaten en Serviërs.

Dit was slechts een voorbode van wat het met tussen de vijftien- en twintigduizend mensen gevulde Maksimir-stadion te wachten stond. Gedurende de wedstrijd begonnen de Serviërs het stadion te slopen en hun tegenstanders uit te dagen.

Toen ze met messen bewapend de vakken van gewone Dinamofans gingen bestormen kwam de harde kern van Dinamo, de Bad Blue Boys, in actie. Zij probeerden het vak van de Rode Ster-supporters te bereiken. De Joegoslavische politie, op de hand van de machthebbers in Belgrado, had de Rode Ster-supporters laten begaan, maar trad wel hard op tegen de Dinamofans.

Wat volgde was een massale veldslag tussen Kroaten, Serviërs en de politie. Zvonimir Boban, Kroaat en Dinamo’s jonge sterspeler, ontzette één van zijn fans die mishandeld werd, door een karatetrap uit te delen aan een politieman. (Ironisch genoeg bleek later dat de betreffende politieman geen Serviër was, maar een Bosnische Moslim.) Terwijl zijn naam hartstochtelijk gescandeerd werd door de Dinamo-supporters verliet Boban geëscorteerd door de politie het veld. De strijd tussen de supportersgroepen duurde meer dan een uur. Negenenzeventig agenten en negenenvijftig supporters raakten gewond, honderden mensen werden gearresteerd.

Boban erkende later de importantie van de gebeurtenissen. “13 mei is een belangrijke datum in mijn leven. Op die dag kreeg ik een rol in de politieke geschiedenis, niet alleen in de sport. In de dagen erna werd ik twintig jaar ouder. In die tijd en onder dat regime was het alsof ik mezelf had neergeschoten. Ik was bang dat me iets ergs zou overkomen.”

Iets ergs overkwam hem niet. Wel werd hij voor zes maanden geschorst, waardoor het WK in Italië aan zijn neus voorbij ging.

Op 3 juni, slechts een paar weken na de ernstige ongeregeldheden, speelde Joegoslavië in aanloop naar dat WK in hetzelfde Maksimir-stadion een oefenwedstrijd tegen Nederland. Oranje won met 2-0, maar opvallender was dat de Kroatische supporters massaal door het Joegoslavische volkslied heen joelden en ‘hun’ nationale team de hele wedstrijd uitfloten. Wederom een voorbode van het feit dat de dagen van de Joegoslavische staat geteld waren.

In de oorlogsjaren vormde een groot deel van de harde kern van Rode Ster de ruggengraat van het Joegoslavische leger. Željko Ražnatović, beter bekend als Arkan, was een van de leiders van de Delije. Zijn paramilitaire militie Arkan Tijgers, voor het grootste deel hooligans van Rode Ster, zou in de Balkanoorlog verantwoordelijk gehouden worden voor veel mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, in het Kroatische Vukovar en Dubrovnik en later ook in Bosnië en Kosovo.

Aan de andere kant was de harde kern van Dinamo belangrijk binnen het Kroatische leger. De strijd van 13 mei 1990 werd dus in de volgende jaren op het oorlogsveld uitgevochten met veel dezelfde deelnemers. Velen moesten die strijd met de dood bekopen.

Bij het Maksimir-stadion werd in 1995 een standbeeld geplaatst met de volgende tekst: ‘Voor alle Dinamosupporters wier oorlog begon op 13 mei 1990 en eindigde toen ze hun leven gaven voor Kroatië’. Jaarlijks is er bij dit monument een herdenking.

Dit artikel is gebaseerd op het boek ‘Burenruzies. Voetbalinterlands vol strijd en rivaliteit’ van Frank Grootemaat. 

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Micha Peters
Bedenker en beheerder van Sportgeschiedenis.nl. Journalist en (sport)historicus.