Nederlands-Indië op het WK voetbal
Zowel Nederland als Nederlands-Indië deed mee aan het WK voetbal van 1938. In beide gevallen met weinig succes.
De spelers van het Nederlands elftal worden door official Karel Lotsy en aanvoerder Puck van Heel voorgesteld aan Prins Bernhard. Nederland – Nederlands-Indië (9-2), gespeeld op 26 juni 1938 in het Olympisch Stadion te Amsterdam. Foto Nationaal Archief
De sportieve relatie tussen Nederland en de voormalige kolonie Indië ligt gevoelig, zo bleek al in 1925 toen de Olympische Spelen van 1928 aan Amsterdam waren toegewezen. Nederlands-Indië wilde hieraan meedoen, maar dan wel als zelfstandig team en niet als deel van Nederland.
Niet naar Amsterdam
Volgens de website Javapost kende Nederlands-Indië sinds 1921 een nationaal voetbalteam. Twee jaar later werd het Nederlandsch Oost Indisch Olympisch Comité opgericht. Er werd in Indië vooral gewerkt aan het zenden van het voetbalelftal naar Amsterdam, zoals het Rotterdamsch Nieuwsblad op 20 maart 1925 meldde. ‘Er bestaan in Indië ernstige plannen om een Nederlandsch-Indisch elftal naar de Amsterdamsche Olympiade af te vaardigen.’
De Nederlandse organisatie zat daar alleen niet op te wachten: ‘De heer Scharroo heeft verklaard, dat Indië zich niet op de Olympiade 1928 kon doen vertegenwoordigen. En wel, omdat de Koloniën als een onderdeel van het moederland beschouwd worden.’ Aangezien Scharroo vice-voorzitter was van het organisatiecomité had dit standpunt grote invloed.
Paul Arnoldussen schreef hierover in zijn boek over de Amsterdamse Spelen dat het IOC zelf geen bezwaar had tegen deelname van kolonies, zolang het moederland daarmee instemde. Ook het NOC zag geen groot probleem, maar de Nederlandse regering zag het niet zitten als het Nederlandsch Oost Indisch Olympisch Comité een eigen delegatie naar Amsterdam zou sturen. ‘Het zou het onafhankelijkheidstreven maar kunnen aanwakkeren. Op verzoek van de Nederlandse regering werd Indië deelname geweigerd.’
Nederlands-Indië tegen Hongarije. Er staat dus een verkeerd bijschrift bij deze video
Wel naar Amsterdam
Pas tien jaar later speelden de voetballers uit Nederlands-Indië in het Olympisch Stadion een wedstrijd tegen het Nederlands elftal. Dat jaar was namelijk het WK Voetbal in Frankrijk, waarvoor beide landen zich hadden geplaatst. De voetballers uit de Oost maakten daarom een enorme reis naar Europa, waarbij ze meer plezier dan sportief succes hadden.
Dat Nederlands-Indië zich hiervoor had geplaatst kwam omdat Japan, China en de Verenigde Staten zich hadden terugtrokken – de directe tegenstanders voor kwalificatie. Het team stapte op de boot naar Nederland, om te trainen bij HBS in Den Haag.
De organisatie van deze reis, zo schrijft Javapost, was niet gemakkelijk geweest. ‘In Nederland was het de bekende voetbalbestuurder Karel Lotsy die trachtte een agenda op te stellen voor het verblijf van het Nederlands-Indische team, waarbij ook een wedstrijd tegen het Nederlandse elftal werd ingeroosterd.’
Aldus meldde ook De Tijd op 16 januari 1938, waaraan werd toegevoegd dat het niet alleen om de sport zelf ging: het was meteen een prachtige gelegenheid om de goede verhouding tussen Nederlands-Indië en Nederland ook op sportgebied te stimuleren. ‘Het Indische elftal speelt dan in een prachtig stadion voor vele duizenden toeschouwers, in een sfeer, welke men zich niet beter zou kunnen wenschen.’ Han Hollander was als belangrijkste sportjournalist van ons land eveneens overtuigd van het belang voor de Rijkseenheid.
Op 18 mei 1938 arriveerde de Nederlands-Indische ploeg in Den Haag, exact om 10.13 uur op het stadion. ‘De belangstelling was zeer groot. Toen de trein binnenstoomde ging er een krachtig en spontaan hoerah op, dat de jongelui, die zich voor de portierramen verdrongen als een hartelijk Welkom in Holland in de ooren zal hebben geklonken.’
Er werden wat oefenwedstrijden afgewerkt tegen H.B.S. Den Haag (2-2) en Haarlem (5-3), waarna de reis naar Frankrijk werd gemaakt voor de wedstrijd tegen Hongarije. Een zware tegenstander, die in de aanloop naar het WK door velen werd getipt als mogelijke winnaar van de eindtitel. Begeleider Van Bommel bleef enthousiast: “De Hongaren krijgen de wedstrijd niet cadeau.”
Drie maanden voor aanvang waren de Indische spelers al van huis vertrokken om zich voor te bereiden. Om te beginnen maakten ze een grote bootreis naar Nederland, om te trainen bij HBS in Den Haag. We praten dan over vergeten namen als doelman Bing Mo Heng van HCTNH en Taihutu van Jong Ambon Batavia. Het spreekt voor zich dat ze veel te weinig internationale ervaring hadden om het zelfvertrouwen van Van Bommel serieus te kunnen nemen.
De kans op een zege werd daarom niet al te hoog ingeschat. Lotsy had trouwens nog geprobeerd die WK-wedstrijd in de Kuip te krijgen om te zorgen voor een betere sfeer, maar dat was mislukt vanwege protest van de Hongaren.
In Frankrijk werd het team verpletterd door de Hongaren en was daarmee klaar.
‘Wat zijn de Nederlandsch-Indische Oranjehemden klein en tenger,’ schreef het Algemeen Handelsblad, ‘zoo uit de hoogte gezien en met de Hongaarsche reuzen vergeleken.’ Daarmee werd het grootste verschil genoemd: de lichamelijke toestand van de spelers. Zoals sportjournalist C.J. Groothoff de lezers van Het Vaderland toevertrouwde: ‘De ploeg heeft verloren, doch niet door gebrek aan voetbalcapaciteiten, noch door gebrek aan geestdrift of door slechte techniek doch uitsluitend door het feit dat de Indische spelers voor dit internationaal voetbal en speciaal voor de stevige Hongaren, te klein en te licht zijn. Het gemiddeld gewicht van de Indische spelers ligt tusschen de 55 en 60 kg, dat van de Hongaren is ongeveer 80 kg.’
Aangezien ook Nederland de eerste wedstrijd verloor, konden beide teams zich opmaken voor een onderling treffen in het Olympisch Stadion. Dat gebeurde dan op 26 juni 1938 tijdens de Olympische Dag in het Olympisch Stadion. Nederland won met 9-2, maar dat boeide de spelers van Indië weinig. Wat ze zich later vooral herinnerden, was de handdruk van prins Bernhard.
Hoe dan ook: Oranje had geen kind aan zijn tegenstander: ‘Van een wedstrijd in den waren zin des woords is eigenlijk in de volle zes kwartier alleen maar de eerste vijf minuten sprake geweest. Voor de rest was het een spelletje van kat en muis.’ Maar het ging niet om de sport, aldus Het Vaderland: ‘We mogen gerust aannemen, dat de symboliek, in den geest van de eenheidsgedachte van ons Rijk, een grote rol heeft gespeeld.’
Nederland scoort weer eens
Nederland en Nederlands-Indië zouden nooit meer tegen elkaar spelen, alhoewel een grappenmaker in het Bataviaasch Nieuwsblad op 5 september 1938 een fictieve revanche beschreef: ‘Goeden morgen, goeden middag, goeden avond luisteraars hier en in onze overzeesche gewesten, onze zeebevarende luisteraars en waar onze luisterende landgenooten zich maar ook mogen bevinden. Wij bevinden ons heden 28 Juni 1942 in het stadion van Feyenoord te Rotterdam — waar heden de revanchewedstrijd zal worden gespeeld Nederland — Nederlandsch-Indië, welke in 1938 is geëindigd in een groote nederlaag voor Indië, nl. 9—2.’
Deze gedroomde wedstrijd zou in een zinderende Kuip met 80.000 toeschouwers eindigen in 4-4. ‘Wel, geachte luisteraars, laten we hopen dat het inderdaad over vier jaar zoo moge zijn als ik thans in mijn fantasiesportpraatje als toekomstmuziek heb weergegeven.’
Helaas zou zowel Nederland als Nederlands-Indië in 1942 in geheel andere omstandigheden verkeren. Pas 75 jaar later werd Indonesië – Nederland gespeeld, wat enigszins is te vergelijken met die droomwedstrijd van 1938.