Aan het voetbalseizoen van 1933-1934 leek maar geen einde te komen
Het voetbalseizoen van negentig jaar geleden kende een merkwaardig slot. Willem II-historicus Roger Rossmeisl dook de archieven in en vat de wonderlijke gang van zaken samen.
Voetbalverslaggever Han Hollander bij Willem II – Ajax op het dak van het stadion bij de kampioenswedstrijd van 13 mei 1934. Foto via het Regionaal Archief Tilburg
Door Roger Rossmeisl
Terwijl de voorbereidingen op het nieuwe seizoen alweer in volle gang zijn, kwam de competitie precies negentig jaar geleden pas ten einde, op 26 juli 1934. Op die dag won Ajax de landstitel van de langst durende competitie op het hoogste niveau uit de Nederlandse voetbalhistorie. Bovendien had het seizoen 1933 – 1934 ook andere voetbalprimeurs opgeleverd.
De start was aan de late kant. Door onze ogen dan, want vóór de invoering van het betaalde voetbal was dat nog de gewoonte. Zo werd er op 17 september 1933 afgetrapt in de diverse Eerste Klassen West I, West II, Oost, Zuid en Noord van het Nederlandse voetbal. Destijds was het gebruikelijk dat de winnaars van die Eerste Klassen in een onderlinge kampioenscompetitie aan het einde van het seizoen de strijd aangingen om de landstitel.
Ajax mocht al op 18 maart 1934 aantreden in die kampioenscompetitie. De Amsterdammers wonnen overtuigend van Heracles (9-1). Opmerkelijk genoeg was de strijd om het kampioenschap van de Eerste Klasse Zuid op dat moment nog lang niet gestreden. Pas op 15 april 1934, meer dan een maand later, dwong Willem II het zuidelijk kampioenschap af door stadsconcurrent LONGA met 2-1 te verslaan.
Op diezelfde dag speelden de overige Eerste Klasse kampioenen Ajax, KFC, (Kooger Football Club uit Koog aan de Zaan), Heracles en Velocitas al hun tweede wedstrijd in de kampioenscompetitie, die dus zonder Willem II van start was gegaan.
‘We gaan naar Rome’
De Trcolores uit Tilburg hadden dus wat wedstrijden in de kampioenscompetitie in te halen. In de loop van de maand mei liepen ze de opgelopen achterstand weer in. Na de vierde speelronde moest het kampioenenbal echter pas op de plaats maken. Aanleiding daarvoor was het WK-voetbal, dat die zomer in Italië werd gespeeld.
Op de tonen van het populaire ‘We gaan naar Rome’ van Willy Derby moest alles wijken voor de eerste deelname van het Nederlands elftal aan een wereldkampioenschap. Maar nadat Oranje op 27 mei 1934 met een 3-2 nederlaag tegen Zwitserland al struikelde in de eerste ronde, kon de kampioenscompetitie toch weer worden hervat.
Willem II in het seizoen 1933-1934. Staand v.l.n.r.: Jos van de Wouw, Gé Möller, Huub de Leeuw, Janus van Ierland, Gerard Hermans. Gehurkt v.l.n.r.: Gust Smulders, Frans van der Poel, Louis van der Aa, Janus Spijkers, Tinus Maas, Nico van Ham. Foto via auteur.
Beslissingscompetitie
Naast die eerste WK-deelname was er op 24 juni 1934 een andere primeur in het Nederlandse voetbal. Op die dag reisde Willem II namelijk per vliegtuig naar de uitwedstrijd tegen het Groningse Velocitas. Met twee Fokkers van de KLM namen de Tricolores een 0-2 overwinning terug uit Groningen. Het was de eerste keer dat een Nederlandse voetbalploeg zich per vliegtuig verplaatste.
Op 15 juli 1934 sloten de Tilburgers de kampioenscompetitie uiteindelijk af met 10 punten uit acht wedstrijden. Maar omdat ook Ajax en KFC met dat puntentotaal eindigden, bleef de strijd om de landstitel nog steeds onbeslist. Ajax-voorzitter M.J. Koolhaas stelde daarop voor om Willem II, KFC en Ajax tot gedeeld landskampioen uit te laten roepen. De KNVB, in de persoon van voorzitter Karel Lotsy, ging daarin mee. De besturen van KFC en Willem II gingen hier echter niet mee akkoord, waarna besloten werd een beslissingscompetitie te spelen.
De spelers van Willem II na terugkomst uit Groningen bij één van de twee vliegtuigen. Foto via het Regionaal Archief Tilburg
‘Neutraal terrein’
Die beslissingscompetitie voor de landstitel was op zichzelf ook al een primeur voor het Nederlandse voetbal. ‘Vier maanden duurt de kampioenscompetitie nu reeds en thans zorgt Willem II er door een 3-2 zege op KFC voor dat daar nog minstens drie weken bij komen!’, schreef Het Volk op 16 juli 1934 over de competitie waar maar geen einde aan leek te komen.
Om niet tot in augustus door te moeten spelen werd besloten om Ajax, KFC en Willem II op drie aaneengesloten doordeweekse dagen een halve beslissingscompetitie te laten spelen: in de avonduren van 24, 25 en 26 juli 1934. Als ‘neutraal terrein’ werd gekozen voor het Olympisch Stadion te Amsterdam.
Kunstlicht
Voor de driedaagse competitietoegift nam de selectie van Willem II zijn intrek in het Amsterdamse Schiller Hotel aan het levendige Rembrandtplein. Niet bepaald een rustige omgeving in de voorbereiding op de allesbeslissende eindstrijd om de landstitel.
Op 24 juli bezochten 15.000 toeschouwers de eerste beslissingswedstrijd van Willem II tegen Ajax. Willem II hield aanvankelijk goed stand op de door de vele gevallen regen spekglad geworden olympische grasmat. Maar toen, na een 1-1- ruststand, het kunstlicht van het Olympisch Stadion werd ontstoken, waren de Tilburgers dermate van slag van dit voor hen nieuwe fenomeen dat Ajax eenvoudig uit kon lopen naar 4-1. Daarmee was Willem II al na één beslissingswedstrijd al uitgeschakeld voor de landstitel.
Volendamse klederdracht
Ter ontspanning vermaakte de Tilburgse selectie zich een dag later met een boottochtje naar Volendam en Marken. Er werd een kaasmakerij bezocht en de selectie hees zich in Volendamse klederdracht voor een toeristisch kiekje. Geheel volgens de verwachtingen, de Tricolores waren immers al uitgeschakeld, verloor Willem II ‘s avonds met 2-1 van KFC.
De beslissingscompetitie moest dus op 26 juli 1934 worden beslist tussen Ajax en KFC. Lang leek het erop dat de landstitel naar Koog aan de Zaan zou gaan. Tot twee minuten voor tijd leidde ‘De grote Koogsche’ met 2-1. Van een historische landstitel voor de Kogenaren kwam het echter nét niet. In de 88e minuut maakte Ajacied Ten Have toch nog 2-2.
Kleinste verschil in doelgemiddelde
Met die gelijkmaker eindigden KFC en Ajax ook in de beslissingscompetitie met een gelijk aantal punten (3 punten uit 2 wedstrijden). Maar omdat voorafgaand was bepaald dat het doelgemiddelde uit de eerdere kampioenscompetitie bij een gelijk aantal punten doorslaggevend zou zijn, werd Ajax uiteindelijk met het minieme verschil in ‘doelgemiddelde’ van 0,34 (Ajax 2,63 tegen KFC 2,29) tot landskampioen uitgeroepen.
Zo werd de 9-1 overwinning op Heracles van vier maanden eerder tóch nog doorslaggevend in de langst durende strijd om de landstitel.