Ajax wil er niets van weten, maar het Nederlands elftal trainde al in 1908 op het nemen van strafschoppen
Ajax heeft weer eens niet getraind op het nemen van strafschoppen. Het Nederlands elftal deed dat 115 jaar geleden al wel, zo onthul ik in mijn boek De gele kaart van Neeskens.
De Nederlandse doelman Reinier Beeuwkes. Foto uit de KNVB-collectie via het Nationaal Archief
Zelfs voor de Nederlandse norm was de strafschoppenserie van de bekerfinale tussen Ajax en PSV schandalig slecht. PSV schoot net wat minder ballen het stadion uit en won zo de KNVB-beker. Verliezend coach John Heitinga zei daarna dat zijn ploeg hier helemaal niet op had getraind en dat hij daar ook geen spijt van had. Grappig, want Oranje deed dit 115 jaar geleden al wel.
Derde plaats
De Olympische Spelen van 1908 werden in Londen gehouden. Oranje deed ook mee, al was het olympisch voetbaltoernooi in omvang nog lang niet zo groot als we nu gewend zijn.
Zo kwam Hongarije als eerste tegenstander niet opdagen, waarmee Nederland meteen in de halve finale stond. Die werd met 4-0 verloren van Groot-Brittannië, wat aanzienlijk beter te pruimen was dan de 12-2, waarmee een half jaar eerder nog was verloren van Engeland. In de strijd om de derde plaats werd Zweden met 2-0 verslagen. Na twee wedstrijden was het dus alweer klaar en keerde het Nederlands elftal huiswaarts als de nummer drie van de wereld.
Trainingen
Het tijdschrift Sportkroniek keek hier in 1953 op terug, omdat de redactie wat had gebladerd door het clubblad van UD 1875 uit Deventer. Dat had het oude trainingsschema van het Nederlandse elftal uit 1908 gevonden, nog in het bezit van clublid Jan Kok, die de olympische wedstrijd tegen Zweden nog had meegespeeld.
Het schema gaf een prachtig inzicht in het internationale voetbal van de begintijd. Opvallend is dat er één keer per week werd geoefend op nemen van strafschoppen, aanzienlijk meer dan bij Ajax 115 jaar later. Helaas weten we dan weer niet hoe zo’n training in penalty’s precies verliep.
Het complete schema
En zo zag de week eruit van een Nederlands international uit 1908 op het grootste sportevenement ter wereld.
Zondag: wedstrijd.
Maandag: Rust. Om eventuele stijfheid spoedig kwijt te zijn, neme men een Turks bad.
Dinsdag: Hardlopen en wandelen. Zes sprints van 90 m. Eens het terrein rond, in een kalm drafje, daarna eenmaal snel wandelen, dan tweemaal terrein rond in draf, dan éénmaal snel wandelen, dan driemaal rondlopen. Daarna goede afdroging met ruige handdoek.
Woensdag: Oefeningen met de bal. Drijven, koppen, schieten, hoekschoppen, half uur touwtje springen. Koude afsponsing na.
Donderdag: Hardlopen en wandelen. Zoals hierboven bij Dinsdag aangegeven. Half uur touwtje springen.
Vrijdag: Oefeningen met de bal. Nemen van strafschoppen, buitenvoorwaarts centeren van de bal, laag houden van de bal.
Zaterdag: rust.
Zeer aanbevelingswaardig is, om eens per week een flinke wandeling van 4 a 5 km te maken. Zo mogelijk met voetbalcostuum onder gewone kleren en in een drafje naar het terrein terug.
Alcoholica. Het is zeer gewenst het gebruik hiervan geheel na te laten.
Roken: Een enkel sigaartje of sigaretje zal niet schaden, doch het is beter dit geheel na te laten.
