NieuwVoetbal

Alle voetbalclubs uit de 19e eeuw kwamen uit een plaats met een station

De begintijd van het Nederlandse voetbal in de 19e eeuw viel samen met de opkomst van de spoorwegen. Zonder de trein hadden die clubs nooit uitwedstrijden kunnen spelen. In samenwerking met Football Makes History.

Voetbalsupporters in 1910 bij station Haarlem. Foto via het Noord-Hollands Archief

De Nederlandse sport in de 19e eeuw was het domein van jonge mensen – zowel de beoefenaars als de toeschouwers. Er waren in die eerste jaren heel weinig volwassenen die zich hiermee bezighielden en daarom moeten we de oertijd beschouwen als een jeugdbeweging of een verzameling van jongerenorganisaties. Die conclusie trok sporthistoricus Daniël Rewijk in 2015 in zijn biografische studie naar sportpionier Pim Mulier.

De sporters in de 19e eeuw gedroegen zich fundamenteel anders dan andere jongeren uit die tijd, omdat zij voor het spelen van hun wedstrijden veel meer op reis waren. Ze waren bijzonder mobiel, waar andere jongeren slechts zelden hun eigen woonplaats verlieten. Rewijk: ‘De jonge sporters profiteerden daarbij natuurlijk van de snelle uitbreiding van het spoorwegnet.’

De trein

Het spelen van uitwedstrijden was in die tijd heel lastig, want de auto was er nog niet. De hele korte afstanden konden lopend worden overbrugd en daarnaast was net in die tijd de doorbraak van de moderne fiets. De trein was de enige manier om uitwedstrijden te kunnen spelen buiten de eigen regio, mits de tegenstander ook in de nabijheid van een station zat.

En zo is er een direct verband tussen de verspreiding van sport en de uitbreiding van het spoorwegnet, wat door cijfers wordt bevestigd. Via de website van het Nederlandse onderzoeksinstituut Huygens ING is namelijk te achterhalen welke voetbalclubs er in de 19e eeuw zijn opgericht en waar dat gebeurde.

In totaal zijn er precies 261 voetbalclubs geregistreerd, die in de 19e eeuw zijn opgericht. Daarvan waren er 259 afkomstig uit een plaats met een nabijgelegen trein- of tramstation. Dat is 99,23% van het totaal!

Veendam wordt hierbij voor het gemak meegerekend, alhoewel het alleen via de paardentram van de Eerste Groninger Tramway-Maatschappij was te bereiken. Voor de rest waren er nog maar weinig spoorwegen in de drie noordelijke provincies, waar dan ook weinig voetbalclubs waren in diezelfde tijd. Ook zat er een groot gat tussen Rotterdam en Zeeland, waar dus géén clubs zaten.

Kaart uit de Bosatlas van het Nederlandse voetbal met de 19e-eeuwse voetbalclubs en spoorwegen

Frederiksoord

De enige twee 19-eeuwse voetbalclubs zónder nabijgelegen station kwamen uit Frederiksoord in Drenthe. Go On was in 1896 de eerste, die zich meldde voor de competitie. Het jaar daarvoor had dit team al vriendschappelijke wedstrijden gespeeld.

Vanwege de afwezigheid van een station was het geen populaire bestemming voor de tegenstanders. In maart 1897 bijvoorbeeld speelde Go On thuis tegen Be Quick uit Groningen. Dat was een reis van zestig kilometer, wat in onze tijd ongeveer een uur duurt met de auto. Ruim 125 jaar geleden was dat een enorme onderneming, al helemaal als het de bedoeling was om diezelfde dag weer terug te reizen.

‘Wel zag men er vreeselijk tegen op,’ schreef tijdschrift De Athleet daarom over de Groningers, ‘omdat het zoo’n lange en vermoeiende reis was.’ Dat realiseerden de gastheren zich heel goed, die er voor Be Quick dan ook een gezellige middag van maakten. ‘Toen zij er kwamen en op zoo’n aardige, feestelijke wijze ontvangen werden, was alle leed ook weer geleden.’

Het bleek uiteindelijk veel te ingewikkeld voor Go On. Deze voetballers moesten die reis tenslotte zelf elke keer opnieuw maken als zij een uitwedstrijd hadden. En zo trok deze club zich in november 1897 alweer terug uit de competitie.

Enkele maanden later begonnen studenten van de tuinbouwschool in Frederiksoord toch alweer met de nieuwe voetbalclub Old Forward, maar die schreef zich vooralsnog niet in voor de competitie. De oudste melding is pas van 1911, waarmee er ook geen reisproblemen waren. Sinds de opening van het eerste tramstation in Frederiksoord in 1914 speelt deze club vast in de competitie, in 2023 trouwens nog steeds. Het is een overtuigend bewijs dat 19e-eeuwse voetballers in de nabijheid van een station moesten wonen voordat zij zich konden inschrijven voor een competitie.

Advertentie uit 1936

Treinrituelen

Van deze treinreizen werden vaak complete ceremonies gemaakt, waarbij de bezoekende club door de tegenstander van het station werd opgehaald. In de sportbladen stond precies vermeld hoe laat een elftal vertrok voor een uitwedstrijd, wat niet alleen handig was voor de sporters zelf, maar ook voor meereizende supporters en journalisten.

Op 4 maart 1895 bijvoorbeeld was in Zwolle de voetbalwedstrijd tussen het lokale Z.A.C. en Prinses Wilhelmina uit Enschede, een afstand van 70 kilometer. De bezoekers werden in een optocht van het station naar het voetbalveld begeleid, waar de wedstrijd werd gespeeld. ‘De avond werd met een gezellige fuif besloten,’ schreef De Athleet, ‘waar de voetballers overvloedig bewijzen hunner krachtige kelen en welsprekendheid gaven, terwijl men ’s avonds 9 uur aan het Station afscheid van elkaar nam.’

Onderling gaven de sporters elkaar tips hoe ze het beste konden reizen. In 1893 werd er geklaagd over de slechte verbindingen tussen Heemstede en Haarlem, waarna de clubs elkaar het bericht doorgaven dat er vanaf station Haarlem koetsen reden voor slechts ƒ1,50 per rit – even duur als een tram.

Zonder stations géén nieuwe voetbalclubs. Zonder spoorwegen géén onderlinge contacten tussen clubs over grotere afstanden. En zo hebben de spoorwegen in de 19e eeuw de basis gelegd van het Nederlandse voetbal.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.