Amsterdam 1992, WK Voetbal 2018 – zijn we er wéér ingetuind…
Volgens Sepp Blatter is het Nederlands-Belgische bid voor het WK voetbal van 2018 vanaf aanvang kansloos geweest. Zo is Nederland in dezelfde val gelopen als dertig jaar geleden bij het IOC.
Nederland wil geld terug van de FIFA, omdat op voorhand al duidelijk zou zijn dat het bid voor het WK voetbal van 2018, samen met België, vanaf het begin kansloos zou zijn. Dat is althans wat de voormalige FIFA-voorzitter Sepp Blatter afgelopen week zei: “Jullie hadden geen kans, omdat jullie een dubbele kandidatuur hadden.” Mede daarom heeft Rusland de voorkeur gekregen.
Zowel Michael van Praag als minister Schippers voelt zich hierdoor bedonderd. Ze eisen het geld terug dat in het bid werd geïnvesteerd – elf miljoen euro in totaal. “Als er van misleiding sprake is”, zei Van Praag tegen de NOS, “zullen wij maatregelen nemen tegen de FIFA. Dan vragen we zeker ook het geld terug.”
Dat Blatter geen voorstander was van een WK in twee verschillende landen was echter al in 1998 bekend, blijkt onder meer uit dit artikel in Trouw. Het lijkt daarom alsof Nederland voor de tweede keer op voorhand kansloos was, want iets vergelijkbaars gebeurde in de jaren 80 toen Amsterdam zich kandidaat had gesteld voor de Olympische Spelen van 1992 – een bid waarmee 23 miljoen gulden was gemoeid.
Amsterdam 1992
Amsterdam had zich kandidaat gesteld, mede nadat de Spaanse IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch had aangedrongen op deze kandidatuur. Sterker: zonder dat iemand in Nederland ervan afwist, verklaarde Samaranch in december 1982 dat de Nederlanders zich bij hem hadden gemeld voor de Spelen van 1992. NOC-voorzitter Jaap van der Krol en het Nederlandse IOC-lid Cees Kerdel wisten niet wat ze hoorden. “Heus”, zeiden ze in de Telegraaf, “er is geen sprake van serieuze belangstelling. Er zijn slechts kleine filosofietjes geweest.”
Twee jaar later diende Amsterdam zich toch aan voor de Spelen van 1992. De stad ging daarmee de strijd aan met onder meer Sofia, Birmingham, Barcelona en Parijs en meende zelfs dat het een grote kans had om die te winnen. Het was daarom een deceptie toen Amsterdam in de eerste ronde werd weggestemd door het IOC, wat vooral werd toegewezen aan de negatieve invloed van de acties van Saar Boerlage tégen de komst van de Olympische Spelen naar Nederland. Maar was dat echt het enige probleem geweest?
Volkskrant-journalist Hans van Wissen vond van niet, schreef hij in 1998, want hij legde vooral de nadruk op de Nederlandse naïviteit. “Wie enig inzicht had in de gang van zaken bij het IOC wist al lang en breed dat Barcelona de winnaar van de zogenaamde verkiezing zou zijn. De Spelen van 1992 moesten de kroon worden op de loopbaan van Samaranch.”
De voorzitter wilde namelijk de Olympische Spelen voor de eerste keer in de geschiedenis naar zijn land halen en om een schijn van competitie te organiseren hoopte hij andere steden zover te krijgen om ook een bid in te dienen. Desnoods door de inschrijving bekend te maken zonder die steden dat zélf wisten.
“De regie van Samaranch was perfect”, vervolgde Van Wissen zijn analyse. “Sofia, Birmingham en Amsterdam zouden natuurlijk in het stof van hun kleinheid bijten.” En zo eindigde Amsterdam op de laatste plaats en kreeg Barcelona de Spelen van 1992. Als goedmaker voor Parijs werden de Winterspelen van 1992 – toen nog in hetzelfde jaar als de Zomerspelen – toegewezen aan Albertville. Sofia, Birmingham en Amsterdam kregen niets. Het was olympische machtspolitiek op het hoogste niveau.
Opgeblazen kikkers
Over Van Wissen, die in 1999 overigens overleed, kunnen we zeggen dat het ruim tien jaar later makkelijk praten was. In 1986 had hij die kritiek echter ook al veelvuldig geuit. Elders was dit geluid eveneens te horen geweest, zoals in onderstaande brief in de Telegraaf een week na de Amsterdamse afgang. In de typische stijl van een boze Telegraaf-lezer schreef een zekere J. Brouwer de frustraties van zich af.
“Het koor der opgeblazen kikkers is verstomd. Wij zouden immers daar in Lausanne die suffe lOC-leden wel even duidelijk maken, dat alleen Amsterdam geschikt was voor de Olympische Spelen 1992. In onze ziekelijke eigenwaan waanden wij onze presentatie subliem, onze argumenten duidelijk en onweerlegbaar en wij verkneukelden ons in heimelijk leedvermaak over het sullige en gebrekkige optreden van de Spaanse vertegenwoordigers, die immers zonder meer kansloos waren. Zelfs na deze internationale terechtwijzing wordt de oorzaak niet in eigen boezem gezocht, maar wordt de schuld schielijk afgeschoven op demonstrerende onbenullen.”
Hoe dan ook: de 23 miljoen toenmalige Nederlandse guldens waren voor niets uitgegeven, net zoals de 11 miljoen euro voor het WK van 2018. Zijn de Hollanders er wéér ingetuind…
Of gaan we dat geld uit de jaren 80 ook nog eens terugvragen? Het zou in ieder geval een mooi startkapitaal zijn voor een nog op te richten Rijksmuseum van de Sport.