Wil van Beveren was in de oorlog de atletiektrainer van Ajax
Ook Ajax deed aan atletiek. Vlugheid en lenigheid waren tenslotte goed voor voetballers. Wil van Beveren was zelfs enkele jaren de officiële atletiekcoach van Ajax.
Op 18 maart 1900 werd de voetbalclub Ajax opgericht, die zou uitgroeien tot Nederlands meest succesvolle club. Bij deze vereniging zijn enkele pogingen gewaagd om serieus aan atletiek te doen.
In 1917 werd er een speciale athletiek-commissie opgericht met trainer Jack Reynolds en de latere clubvoorzitter M.J. Koolhaas als toonaangevende leden. Een jaar later sloot Ajax zich zelfs aan bij de Noord-Hollandsche Athletiekbond. Voetballers konden namelijk veel profijt trekken van atletiek, preekten de voorstanders met zekere regelmaat in het clubblad. ‘Vlugheid, lenigheid, doorzicht en kalmte zijn factoren, die bij voetbal groot gewicht in de schaal werpen. En geen sport, die deze hoedanigheden dermate aankweekt en ontwikkelt als de veelzijdige athletiek.’
In die tijd deed Ajax daarom regelmatig mee aan een atletiekwedstrijden en soms nog met succes ook. Toenmalig sterspeler Jan de Natris bijvoorbeeld was razendsnel en won de 100 meter in 11,4 seconden, een tijd waarmee hij moeiteloos had mee kunnen draaien in de vaderlandse top.
De wijze woorden van de voorstanders van atletiek sloegen alleen niet echt aan bij de Ajacieden. Eigenlijk liep het nooit echt storm bij de athletiek-commissie. Het werd pas echt serieus toen Ajax in 1940 aan Wil van Beveren vroeg of hij de atletiektrainingen wilde verzorgen. Van Beveren behoorde toen tot de wereldtop, onder meer door tijdens de Olympische Spelen van 1936 de finale op de 200 meter te lopen. De atleet stemde met het verzoek in. ”Ik ben ervan overtuigd dat het wat kan worden,” zei hij zelfverzekerd tegen Het Nieuws van den Dag. “In elk geval begin ik met een man of vijftig.”
Van Beveren stond niet alleen op het veld, maar sprak de Ajacieden ook via het clubblad toe. Een voetballer moest aan atletiek doen, benadrukte hij keer op keer. ‘Wanneer hij daarbij voor oogen houdt zijn training systematisch en met verstand van zaken op te bouwen, geeft hem dat niet alleen voldoening, maar dient tevens tot heil van zijn gezondheid en gesterkt door de athletiekbeoefening in den zomer, zal hij het volgende voetbalseizoen met vertrouwen tegemoet kunnen gaan.’
In augustus 1941 werden in het Ajax-stadion serieuze atletiekwedstrijden gehouden met maar liefst 250 Nederlandse deelnemers, waaronder de nationale toppers. Fanny Blankers-Koen was erbij, Chris Berger, Tinus Osendarp, natuurlijk Wil van Beveren en als uitsmijter een nog piepjonge Rinus Michels, die meedeed aan de speciale pupillenwedstrijden. Het clubblad die maand was voor meer dan de helft gevuld met atletieknieuws! De Ajacieden zullen er wat verbaasd doorheen hebben gebladerd.
Van Beveren bleef tot 1944 betrokken bij Ajax. Zijn zoon Jan werd later de beste doelman die nooit een WK-finale keepte.