NieuwVoetbal

Bij de eerste finale van de Europa Cup 1 zat Ed van Opzeeland als enige Nederlandse sportjournalist op de perstribune

De Champions League-finale is één van de grootste mediagebeurtenissen ter wereld. Bij de eerste finale in 1956, nog onder de naam Europa Cup 1, was dat heel anders.

In onze tijd haalt geen sportredactie het in zijn hoofd om de finale van de Champions League eens een jaartje over te slaan. Dit Europese voetbaltoernooi heeft inmiddels een lange traditie vanaf 1956 toen het begon als Europa Cup 1.

In dat jaar vloog PSV als Nederlandse deelnemer er in de eerste ronde uit. Niet dat de Nederlandse pers daar wakker van lag, want het bericht in de kranten van 22 september 1955 was korter dan een hedendaagse tweet: ‘De voetbalwedstrijd voor de competitie om de Europa-beker tussen Rapid Wien en de Eindhovense club PSV is door de Oostenrijkers gewonnen met 6-1. Bij de rust was de stand 1-1.’

Bruisende finale

Voor de finale tussen Real Madrid (toen al) en Reims was al helemaal geen interesse in de Nederlandse sportjournalistiek. Alle kranten plaatsen daarna hetzelfde bericht – zelfs een sportkrant als De Telegraaf. ‘De Spaanse voetbalclub Real Madrid heeft voor 40.000 toeschouwers in de finale voor de Europese voetbalbeker de Franse club Reims verslagen met 4—3.’ Ook dat past tegenwoordig in een berichtje op Twitter.

De enige krant die wél een eigen verslag plaatste was Het Parool. Niet omdat chef sport Rien Bal dat wilde, maar omdat zijn verslaggever Ed van Opzeeland heel eigenwijs naar Parijs was gereisd waar de finale werd gespeeld. Bal had het eigenlijk verboden, want volgens hem was er toch niemand in Nederland die van internationaal voetbal hield. “Geen sprake van,” sloot Bal dit gesprek daarom af, waarna Van Opzeeland op eigen kosten plaatsnam op de perstribune.

Ondanks zijn ongehoorzaamheid zag Van Opzeeland toch zijn verslag in de krant verschijnen – anoniem weliswaar als ‘onze correspondent’. Het was maar liefst 1700 leestekens lang, meer dan tien keer zoveel als de andere Nederlandse kranten.

Van Opzeeland schetste hierin prachtig de sfeer van deze eerste Europese voetbalfinale: ‘Er was een echte interlandstemming: de Fransen waren met stokbrood en flessen rode wijn al drie uur tevoren naar het uitverkochte stadion getogen en dineerden op de banken, gezapig in afwachting van de strijd. De Spanjaarden — men zegt dat er tienduizend supporters waren gekomen — maakten zich bekend door het zwaaien met witte zakdoeken.’

(Het zwaaien met witte zakdoeken in een voetbalstadion was in 1956 nog een teken van aanhankelijkheid van supporters en niet, zoals nu, een uiting van machteloze woede. Maar dat is weer een ander verhaal.)

De Nederlandse sportjournalistiek moet Van Opzeeland dankbaar zijn voor zijn ongehoorzaamheid. Anders was er helemaal geen Nederlander bij de eerste Europa Cup 1-finale geweest.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.