NieuwVoetbal

Bij de opening van het Ajax-stadion De Meer in 1934 waren er al meteen parkeerproblemen

Op 9 december 1934 was de opening van Ajax-stadion De Meer. In het Stadsarchief Amsterdam worden de politiedossiers bewaard.

Op 9 december 1934 speelde Ajax zijn eerste wedstrijd in De Meer. Een maand eerder had de club afscheid genomen van het Houten Stadion, het onderkomen vanaf 1907. ‘In 1900 bespeelden wij een terrein in de Buiksloterham,’ blikte clubvoorzitter Marius Koolhaas terug in het clubblad. ‘Vandaar verhuisden wij naar ons gezellige terreintje aan den Middenweg en op 9 December zullen wij ons intrek nemen in het prachtige Ajax-stadion.

Daan Roodenburgh was de architect van De Meer, als commissaris van de club. Het stadion was voor hem de grootste en belangrijkste opdracht in zijn loopbaan. En met succes, volgens het Ajax Clubnieuws op 1 januari 1935: ‘In tien maanden tijd is ons Ajax-stadion verrezen, als resultaat van vele samenwerkende krachten, als symbool van wat clubgeest, spelkwaliteit en organiseerende kracht vermogen, als zij samengaan met het groote ideaal, het clubbelang voor oogen.’

Het ontwerp voor dit stadion deed in 1936 zelfs mee aan de kunstwedstrijden op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, in die tijd nog een officieel onderdeel. Als Roodenburgh daar had gewonnen, was hij olympisch kampioen architectuur geworden, maar dat gebeurde niet. Toch is hij sindsdien officieel olympiër en daarom wordt zijn naam en bijdrage door het Internationaal Olympisch Comité vermeld bij de resultaten van Berlijn 1936.

Opening van De Meer, afbeelding via het Stadsarchief Amsterdam

Onderhandse regeling

Het leek Ajax een goed idee om parkeerkaarten uit te delen aan genodigden voor de opening van De Meer en vroeg aan de politie om er een officiële stempel op te zetten. Daar was echter geen sprake van, want het afsluiten van een deel van de openbare weg voor eigen gebruik was niet toegestaan.

‘Een onderhandse regeling acht ik echter wel toelaatbaar,’ aldus de inspecteur voor het Verkeerswezen. In de nabijgelegen Gaffelstraat zouden 22 plaatsen worden vrijgehouden voor deze genodigden. Het werden er uiteindelijke dertig.

De politie stelde een strak draaiboek om het verkeer te regelen tijdens de ingebruikname van het nieuwe stadion. Op een plattegrond werd duidelijk ingetekend waar de autobussen moesten rijden, waar een parkeerverbod gold en waar de taxistandplaats was. Op voorhand werden er duizend auto’s verwacht en duizend taxi’s. Er kwamen uiteindelijk 610 auto’s en 1208 taxi’s.

De verkeersregeling bij het Ajax-stadion zou een blijvend probleem worden, waarvan vooral de inwoners van Betondorp tijdens wedstrijden veel last hadden. In 1937 werd nadrukkelijk een keerverbod aangekondigd op de Middenweg, zo blijkt uit een van de archiefstukken. Taxi’s werden omgeleid.

Tot en met de laatste wedstrijd in 1996 zou dit een bekend probleem blijven.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.