Cora Lindroos kreeg in 1935 een voetbalverbod van de burgemeester van Overschie
Met een voetbalverbod in de jaren 30 probeerden lokale autoriteiten vrouwen te ontmoedigen om wedstrijden te spelen. Cora Lindroos speelde bij Roba uit Rotterdam en was één van de slachtoffers.

Roba op 26 december 1934 tegen Chelsea in Dordrecht, via het Regionaal Archief Dordrecht
Cora Lindroos werd op 25 maart 1918 geboren in Rotterdam. In 1934 sloot zij zich aan bij de damesvoetbalclub Roba, wat stond voor Rotterdamse Baanbreeksters. ‘De vereeniging Roba bestaat in hoofdzaak uit dames kantoorbedienden,’ aldus het Rotterdamsch Nieuwsblad. Het clubterrein lag in Overschie, dat toen nog een zelfstandige gemeente was.
Na enkele maanden nam ze plaats in het bestuur als 2e secretaresse, samen met voorzitter Nelly Akkermans, eerste secretaresse Leni den Ouden, penningmeester Miep Burgerhout en de commissarissen Jo Daalmeijer en Truus Otterhof.
De wedstrijden van deze club, die al snel twee elftallen had, trokken veel publiek. ‘U begrijpt,’ zei Lindroos in 1957 tegen het Rotterdamsche Parool in een terugblik, ‘de mannen gingen liever naar de vrouwen kijken.’
Na een ogenblik te hebben gekeken, wendde hij zich tot den voorzitter van de Rotterdamse damesvoetbalbond, welke hij gelastte de wedstrijd te staken
Boze burgemeester
Dat zinde de plaatselijke autoriteiten niet, vooral niet van christelijke zijde. Op 5 mei 1935 kwam de CHU-burgemeester Jan Baumann daarom hoogstpersoonlijk naar Roba om met eigen ogen te zien hoe daar gezin en maatschappij werden ondermijnd.
Er was net een wedstrijd bezig tussen de tweede elftallen van Roba en Chelsea uit Den Haag. ‘Na een ogenblik te hebben gekeken,’ schreef Het Volk, ‘wendde hij zich tot den voorzitter van de Rotterdamse damesvoetbalbond, welke hij gelastte de wedstrijd te staken. Op diens verzoek stond hij toe, dat de wedstrijd, welke nog enkele minuten zou duren, kon worden uitgespeeld.’
Volgens Baumann was er geen vergunning aangevraagd voor deze wedstrijd. Dat had wel gemoeten, omdat de toeschouwers een kaartje moesten kopen. De volgende wedstrijd, die op het punt stond te beginnen, werd ter plekke verboden. Twee weken later sprak een meerderheid van de gemeenteraad van Overschie haar steun uit voor dit verbod, dat daarmee definitief was.
Roba heeft het daarna nog enkele maanden volgehouden op een veld in Rotterdam, maar na mei 1935 is er geen melding meer van deze club. Van de speelsters van het eerste elftal weten we nog wel de namen: Nel Akkermans, Miep Burgerhout, Map van der Cingel, Jo Daalmeijer, Kokkie Langkruis, Cora Lindroos, Nanny Loenen, Roosje Maliepaard, Cor Niessink, Lenie den Ouden en Dikkie van Wijngaarden.

Burgemeester Jan Baumann van Overschie, foto via het Stadsarchief Rotterdam
Jongenskapsel
Lindroos stapte over naar handbal en atletiek, maar bleef wel proberen om toch te kunnen voetballen. Ze nam een jongenskapsel en meldde zich bij een jongensteam uit Oostvoorne, waar ze als keeper werd opgesteld. Pas aan het einde van het seizoen ontdekte een tegenstander dat er een vermomde vrouw op het veld stond, waarna Lindroos uit de club werd gegooid.
Dat schreef het tijdschrift Sportkroniek in 1956 tenminste, maar we moeten voorzichtig zijn. Haar eigen teamgenoten moeten toch hebben geweten dat zij een vrouw was. Zaten zij allemaal in het complot, waarmee zij het risico liepen op een zware straf van de KNVB?
Er is helemaal niets over te vinden, wat toch opvallend is als er bekend wordt dat een vrouw een heel jaar illegaal heeft meegedaan aan een mannencompetitie. Hoe dan ook, Sportkroniek wist zeker dat het verhaal klopte. ‘Met heimwee denkt ze nog terug aan die harde knallen, waarop je van die machtige zweefduiken kon maken.’
Drijvend elftal
Het enige wat Lindroos nog restte, was het bezoeken van voetbalwedstrijden. In de jaren vijftig kreeg ze onverwacht toch weer de mogelijkheid om zelf op het veld te staan, al was het ver buiten Nederland.
Ze werkte als stewardess op de Nieuw Amsterdam op de Holland-Amerika Lijn. Dit schip had een eigen voetbalteam, dat onderweg wedstijden speelde tegen gelegenheidselftallen. ‘In New York, Egypte, Lissabon, Napels, Istanboel, Havana, Casablanca, Dover, Barcelona,’ somde Sportkroniek in 1956 op. ‘Ja, waar hebben de jongens van de H.A.L. niet gevoetbald.’
Tijdens zo’n wedstrijd op Puerto Rico maakte de scheidsrechter er in de eerste helft een enorme puinhoop van, waarna Lindroos werd gevraagd om zijn plaats in te nemen. ‘Jij weet toch zoveel van voetballen, doe ons een plezier en blaas de tweede helft.’
Dat ging zo goed dat ze in de jaren daarna minstens dertig wedstrijden heeft geleid in alle uithoeken van de wereld. ‘Ik ken geen pardon,’ zei ze zelf. ‘Ik hol net zo hard als de spelers en als ze het niet met mijn beslissing eens zijn, kunnen ze inpakken.’ Ze werd zelfs de enige vrouwelijke scheidsrechter ter wereld genoemd, al wist niemand of die bewering wel klopte.
Lindroos maakte het sowieso niet uit of ze wel of niet de enige was. ‘Misschien is dat wel zo. Ik doe het voor mijn plezier als hobby, als zelfontspanning, en om fit te blijven. Het liefste zou ik zelf meespelen.’
Het is onbekend wanneer Lindroos is overleden. De laatste melding van haar was in 1970 in Schiedam.


