De aanvoerdersband is sinds 1966 verplicht in het Nederlandse voetbal
De aanvoerdersband is sinds 1966 een vast verschijnsel in het voetbal, al dan niet met de tekst OneLove.
Feyenoord-aanvoerder Eddy Pieters Graafland en Ajax-collega Frits Soetekouw in 1966. Foto Joost Evers via het Nationaal Archief
Bij aanvang van het seizoen 1964-1965 werd er voor de eerste keer een aanvoerdersband gedragen, zo herleidde Mark Sensen van de website Voetbalkroniek. Dat was bij Sittardia – DWS, waarbij de banden waren bevestigd rond de armen van de Limburgse aanvoerder Gerard – Gér – Gruisen en zijn Amsterdamse collega Daan Schrijvers. ‘Naar Duitse gewoonte,’ aldus Sportkroniek, waardoor duidelijk wordt dat deze voetballers het niet zelf hadden verzonnen. In andere wedstrijden gebeurde dit niet.
Het verschijnsel was inderdaad al langer bekend in het buitenland. Aanvoerder Andrej Zazrojev van Dynamo Kiev, toen nog in de Sovjet-Unie, droeg in 1954 een band om zijn rechterarm. In Italië werd dit zelfs al toegepast in het seizoen 1949-50. Er bestonden alleen geen overkoepelende regels, die internationaal werden toegepast.
In Nederland kwam er begin 1966 wél een regel om die band te dragen, herleidde Ben van Maaren van de website Refereeingbooks. In het blad De Scheidsrechter van de COVS (voluit: Centrale Organisatie van Voetbal Scheidsrechters) van 1 februari 1966 stond dat die sinds 22 januari 1966 was verplicht in het betaalde voetbal. Er was al een voorstel in 1963 gedaan, nadat iemand het in Italië had gezien – wederom via het buitenland. Het amateurvoetbal volgde op 7 mei 1966. ‘De KNVB-sectiebesturen hebben dit op verzoek van de scheidsrechterscommissie bepaald.’
In de Nederlandse voorschriften staat dat de band moet worden bevestigd om de rechterbovenarm, tien centimeter breed is en in een afwijkende kleur van het shirt. In internationaal verband werden zulke afspraken pas in 2018 vastgelegd in de reglementen, aldus Van Maaren, vlak voor het vorige WK voetbal in Rusland. “Niet zozeer als iets dat verplicht door de aanvoerder moet worden gedragen, maar meer in het kader van kledingstukken waarop het verboden is slogans, afbeeldingen of uitingen van politieke, religieuze of persoonlijke aard te plaatsen.”
En dat laatste werd een enorm probleem tijdens het WK voetbal in Qatar, waar verschillende Westerse team aankondigden dat hun aanvoerders heel principieel met een OneLove-bandje zouden spelen, totdat bekend werd dat ze dan een gele kaart zouden krijgen.
Dit is een hoofdstuk uit ‘De gele kaart van Neeskens’ over 111 ijkpunten in het Nederlandse voetbal, dat op 23 maart verschijnt. Voorbestellen kan hier.