De Alkmaarderhout
In 2008 verscheen Het stadioncomplex van Ferry Reurink. Hierin was ook aandacht voor de Alkmaarderhout.
Aan de Sportlaan in Alkmaar hebben twee sportterreinen hun bijdrage geleverd aan de geschiedenis van het Nederlandse betaald voetbal: het Gemeentelijk Sportpark en de Alkmaarderhout. Op het Gemeentelijk Sportpark is op 14 augustus 1954 de eerste officiële profvoetbalwedstrijd van Nederland gespeeld; het vriendschappelijke duel tussen Beroepsvoetbalclub Alkmaar en Sportclub Venlo ’54 (3-0) van de ‘wilde’ profbond NBVB.
Vlak naast dit terrein ligt vanaf september 1948 het onderkomen van amateurvereniging Alkmaarsche Boys, beter bekend als de Alkmaarderhout (kortweg De Hout), zo genoemd naar het aangrenzende stadspark.
Het speelveld op het middenterrein van de drafbaan op het Gemeentelijk Sportpark lijkt in eerste instantie uitstekend geschikt voor de Alkmaarse beroepsvoetballers. Er is een overdekte zittribune (1100 plaatsen) en de totale capaciteit van ongeveer 6000 toeschouwers kan met noodtribunes worden uitgebreid.
Bij de eerste profwedstrijd tussen Alkmaar en Venlo ’54, zijn op het Gemeentelijk Sportpark tussen de 10.000 en 14.000 toeschouwers aanwezig. Toch voldoet het veld op het Gemeentelijk Sportpark niet helemaal: de afstand tussen de spelers en het publiek is door de drafbaan groot en ook de beperkte vaste capaciteit is een probleem. Het terrein van Alkmaarsche Boys in de Alkmaarderhout is intiemer, met het publiek veel dichter op het veld. Daarnaast is De Hout beter geschikt voor uitbreidingen. Beroepsvoetbalclub Alkmaar gaat het terrein delen met de Boys en speelt de eerste thuiswedstrijd in de NBVB-competitie al in De Hout, op zaterdag 18 september 1954 tegen Utrecht (2-1).
Begin september 1954 is ook de competitie van de KNVB begonnen. De clubs in de eerste klasse mogen hun spelers nu vergoedingen geven, zodat er naast de NBVB nog een betaaldvoetbalcompetitie is in Nederland. In november 1954 worden de competities van de KNVB en NBVB stilgelegd en gaan de voetbalbonden samen. Zij starten onder de vlag van de KNVB één nationale profcompetitie en Alkmaar is een van de oude NBVB-clubs die mogen meedoen. Vanaf de zomer van 1955 staat de club bekend als Alkmaar ’54.
In 1956 blijft Alkmaar ’54 alleen achter in de Alkmaarderhout. Amateurvereniging Alkmaarsche Boys verlaat het terrein en vertrekt naar een nieuw sportpark in de wijk Overdie. Alkmaar ’54 houdt er een leuke accommodatie aan over: in De Hout is een jaar eerder een grote overdekte zittribune met 2400 plaatsen én een lange staantribune in gebruik genomen.
Deze staanplaatsen tegenover de zittribune bestaan uit treden met betonnen stoepbanden. Achter de doelen zijn ook staanplaatsen, stalen tribunes met houten planken. De capaciteit van het terrein is verhoogd van ongeveer 8000 naar een kleine 15.000 toeschouwers. Op 8 oktober 1956 wordt het aangepaste complex heropend met een wedstrijd tussen Alkmaar ’54 en het Nederlands militair elftal (9-2).
