De wortels van de Europa Cup voor het vrouwenvoetbal liggen in Delft
Ajax speelt in de groepsfase van de Women’s Champions League. De verre voorloper van dit toernooi was al in 1981 in Delft. Dit materiaal is vorige week overgedragen aan Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, en daarmee beschikbaar voor onderzoek.
De Europa Cup van 1982 in Delft. Foto via het tijdschrift Damesvoetbal
De geschiedenis van de UEFA Women’s Champions League begint in het seizoen 2001-2, toen nog onder de naam UEFA Women’s Cup. Zoals wel vaker in het vrouwenvoetbal waren er daarvoor al pioniers, die hun eigen toernooien organiseerden, maar die nooit worden genoemd. Zo is het ook bij een Europa Cup voor het vrouwenvoetbal, die al bestond voordat de Europese bond zich hier mee bemoeide.
Jubileum in Delft
De Delftse vrouwenvoetbalclub KFC ’71 vierde op 23 en 24 mei 1981 haar tienjarige bestaan met een internationaal toernooi. Hiervoor waren de landskampioenen van Denemarken, Duitsland, Engeland, België, Frankrijk en Nederland uitgenodigd. Het team van KFC ’71 speelde zelf natuurlijk ook mee in ‘de eerste officieuze Europese kampioenschappen’.
Clubvoorzitter Bob Hollum en secretaris Louw den Dunnen hadden er maanden werk aan gehad, waarbij ze al snel opmerkten dat er geen enkele steun kwam vanuit de KNVB en de buitenlandse bonden. Alsof het niet erg genoeg was, was het weer zo slecht dat de brandweer de velden watervrij moest maken. En dan waren er ook nog de nodige ploegen, die zich vlak van te voren terugtrokken. Deze editie was letterlijk in het water gevallen.
Succes
Op 28 en 29 augustus 1982 volgde een tweede editie, waarbij de er inmiddels werd gesproken over het officieuze Europese bekertoernooi voor landskampioenen in het damesvoetbal. Bertheke Hoejenbos en Maarten Rol hadden de organisatie overgenomen.
‘De Nederlandse kampioen, het Deventer Puck, heeft als tegenstanders Southampton (Engeland), Juvisy (Frankrijk), Frankfurt (West-Duitsland), Herentals (België), Rodovre (Denemarken) en het organiserende KFC 71,’ zo kondigde Het Vrije Volk aan. ‘De beker wordt zondagmiddag uitgereikt door Jo van Marie, voorzitter van de KNVB.’
Ook dit keer meldde zich vlak van te voren een belangrijke deelnemer af. Volkomen onverwacht bleef Southampton thuis, waarvoor geen vervanging meer mogelijk was. Vice-voorzitter Lou den Dunnen vond dat bijzonder frustrerend: “Organiseren wij met toestemming van de KNVB een officieus Europees kampioenschap voor damesteams en dan krijg je enkele dagen van tevoren een berichtje uit Engeland dat de Engelse kampioen Southampton niet komt. Voor ons een onbegrijpelijke zaak.”
Toch werd het dit keer wél een groot succes met uiteindelijk zo’n 1400 toeschouwers en de aanwezigheid van internationale media. De VARA besteedde er op de eerste dag vier minuten aan in het tv-programma Voetbal ’80, waarna het op zondag opeens erg druk was langs het veld. Met zuinig en tactisch spel eindigde Frankfurt op de eerste plaats.
De officiële poster van 1982, in het bezit van Bertheke Hoejenbos
Zoon
Van Marle was onder de indruk van het evenement en wilde daarom dat de UEFA dit een officiële status zou geven. “Damesvoetbal is in Nederland een gelijkwaardig deel van de bond. Vandaar dat het uit moet zijn met de improvisatie. Damesvoetbal is de kinderschoenen ontgroeid en dient minstens even serieus bekeken te worden als het herenvoetbal.” Helaas kwam hij wel terug op zijn toezegging om na de finale de prijsuitreiking te doen, omdat hij opeens ontdekte dat zijn zoon die dag jarig was.
Een jaar later volgde de derde editie, nog steeds officieus, met als deelnemers de Nederlandse kampioen RKTVC uit Tiel, de bekerwinnaar Puck en de kampioenen van België (Herentals), Denemarken (HEI BK) en Engeland (Doncaster Belles). De Deense kampioen was ongenaakbaar.
Origineel materiaal van deze voetbalevenementen in Delft is overgedragen aan het Kennisinstituut Atria en daarmee beschikbaar voor historisch onderzoek.