De eerste grote expositie over de geschiedenis van Ajax was in 1950
Op 24 april is de opening van de expositie Eén club, Eén stad, Ajax Amsterdam. Precies 75 jaar geleden was er een vergelijkbare tentoonstelling, waar zelfs een prent van Rembrandt was te zien.
Burgemeester d’Ailly en Ajax-voorzitter Marius Koolhaas bij de opening van de expositie van 1950. Foto J.D. Noeske via het Nationaal Archief
Ajax viert zijn 125e verjaardag. Amsterdam viert zijn 750-jarige bestaan. In het Stadsarchief Amsterdam komt daarom een gratis expositie over de historische banden tussen de club en de stad. Zowel het archief zelf als Ajax heeft een enorme collectie, waaruit de selectie wordt gemaakt.
Er is al vaker een grote tentoonstelling geweest over de historische banden tussen Ajax en Amsterdam. De eerste keer was in 1950 bij het vijftigjarige bestaan van Ajax, waarvoor toen ook al een samenwerking met het Stadsarchief werd aangegaan.
Hoe een Koolhaas met al zijn energie een tentoonstelling tot stand heeft gebracht is uniek in de geschiedenis van een vereniging
Rembrandt
Op 18 maart 1950 vierde Ajax zijn vijftigste verjaardag, wat de clubvoorzitter Marius Koolhaas op het idee had gebracht voor de expositie De Watergraafsmeer en 50 jaren Ajax – Een samengaan van kunst en sport. De Telegraaf vond het een loffelijk initiatief voor een zeer originele expositie, waar de historische banden tussen zijn club en de stad werden belicht, net als in 2025.
Ajax had sinds 1907 haar onderkomen in de Watergraafsmeer – eerst in het Houten Stadion en daarna in De Meer. De geschiedenis van het stadsdeel werd gepresenteerd via foto’s, schilderijen, plattegronden en foto’s. Ajax toonde 157 bekers en 237 medailles, die in de voorgaande halve eeuw waren gewonnen.
De hele stad werkte mee aan dit gezamenlijke project. De burgemeester stelde het Waaggebouw op de Nieuwmarkt beschikbaar, waar hij zelf op 18 maart 1950 de officiële opening verrichte – exact 75 jaar geleden. Het Gemeentearchief, de voorganger van het huidige Stadsarchief, bood objecten aan over de stadsgeschiedenis. Hetzelfde werd gedaan door het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, het Stedelijk Museum en het Hoogheemraadschap van de Watergraafsmeer. Er werd zoveel materiaal aangeboden dat er harde keuzes gemaakt moesten worden. “We hadden werkelijk te veel aanbiedingen”, zei samensteller en archivaris Van de Waal.
Zelfs het Rembrandt-huis bood een originele prent aan, zodat de geschiedenissen van Ajax en de wereldberoemde schilder bij elkaar kwamen. Zoals de ondertitel van de expositie al aangaf, was die inderdaad een ontmoeting van kunst en sport.
Via het Stadsarchief Amsterdam
Het jaar 2100
De tentoonstelling in het Waaggebouw was een groot succes, zo meldt het jaarverslag van Ajax van het seizoen 1949-1950. ‘Hoe een Koolhaas met al zijn energie een tentoonstelling tot stand heeft gebracht is uniek in de geschiedenis van een vereniging. Een ieder die deze tentoonstelling heeft bezocht, zal het duidelijk zijn dat alleen grote liefde voor je vereniging iemand in staat stelt iets dergelijks te presteren.’
Precies 75 jaar later is dat jaarverslag zelf een archiefstuk geworden, dat is gebruikt voor het onderzoek voor Eén club, Eén stad, Ajax Amsterdam. En dat geldt ook de poster van 1950, die is gevonden in de collectie van het Stadsarchief.
De poster voor de komende expositie Eén club, Eén stad, Ajax Amsterdam wordt dan ook onmiddellijk opgenomen in de collectie van het Stadsarchief. Die speelt in het jaar 2100 hopelijk weer een rol als er een tentoonstelling komt over 200 Ajax in 825 jaar Amsterdam.