De eerste Nederlandse profvoetballer
Gerrit Visser was in 1926 de eerste Nederlandse voetballer die geld verdiende met zijn sport. Daarvoor verhuisde hij van de Stormvogels uit IJmuiden naar Bethlehem Steel F.C in de Verenigde Staten. Dit artikel lees je gratis, maar een donatie is welkom – onderaan deze pagina.
Gerrit Visser werd geboren in Nieuwendam op 2 februari 1903, toen nog geen onderdeel van Amsterdam. Sinds 1920 speelde hij in IJmuiden voor Stormvogels. Visser was een goede speler, want als voorhoedespeler maakte hij zelfs bij de tegenstander een grote indruk. HFC-supporters zuchtten diep toen hun ploeg tegen hem speelde. “Wat is dat een kerel!” In 1924 deed Visser zelfs met het Nederlands elftal mee aan de Olympische Spelen in Parijs.
In die tijd was het in ons land absoluut verboden om geld te verdienen met voetbal. Wie werd betrapt als beroepsspeler, werd door de voetbalbond per ommegaande levenslang geschorst. We kenden dus alleen maar amateurspelers.
Ook Visser moest dus op een andere manier voor zijn inkomsten zorgen en daarom vertrok hij in januari 1926 naar de Verenigde Staten als vertegenwoordiger van enkele visbedrijven. ‘Het zal niet gemakkelijk zijn een geschikt plaatsvervanger te vinden,’ treurde de IJmuider Courant. Dat viel wel mee, want zijn plek werd per ommegaande overgenomen door J.F.H. Asbeek Brusse.
Bethlehem Steel F.C.
Visser vermoedde dat hij in zijn nieuwe land voorlopig weinig tijd zou hebben om te voetballen, maar dat liep anders. Na een half jaar stuurde hij een brief naar Nederland met de mededeling dat hij zich had aangesloten bij Bethlehem Steel F.C., spelend in de American Soccer League, de eerste serieuze professionele voetbalcompetitie van dit land. Eerst werd er een competitie in het oosten van het land afgehandeld, waarna de kampioen het opnam tegen de winnaar van de westelijke competitie. Het spelniveau lag hoog in de League van Visser, waar negentig procent van de spelers oorspronkelijk uit Schotland kwam. Visser scoorde gemiddeld bijna twee doelpunten per wedstrijd. Volgens eigen zeggen was hij in Amerika enorm gegroeid als speler.
In de Verenigde Staten werden wél beroepsspelers toegelaten tot de clubs. Sterker nog, wie amateur wilde blijven, moest dat vooraf juist nadrukkelijk melden. Visser heeft nooit gezegd dat hij gebruik had gemaakt van die uitzonderingspositie, waarmee hij Nederlands eerste proefvoetballer werd. Het maakt de Nederlandse voetbalbond toch niet meer uit, want hij was toch allang verdwenen naar de andere kant van de oceaan. Dat hij in 1926 weer even op Nederlandse bodem was, deed er niet toe, want zijn thuiskomst was maar heel kort.
In 1927 werd in Velsen het huwelijk tussen Visser en Aafje Komin voltrokken, zónder aanwezigheid van de voetballer zelf. Die zat in Detroit, waar hij inmiddels bij de plaatselijke Holley Carburetor FC speelde. Met die club verloor Visser de finale van het Amerikaanse bekertoernooi met 7-0. Een zeperd, maar toch is het een zeer opmerkelijke prestatie dat iemand uit Nieuwendam het zo ver schopte in het voetbal in de Verenigde Staten.
Visser stopte in 1931 met zijn sport. “Ik heb zes jaren in Amerika gevoetbald,” zei hij, “maar zonder eenigen twijfel kan ik zeggen, dat ik de plezierigste voetbaljaren met de Stormvolgels heb doorgebracht.” Op 3 maart 1984 is hij overleden in Cashmere, Washington.