De eerste Nederlandse voetbalsters in het buitenland
Zo’n veertig Nederlandse voetbalsters spelen in omringende Europese competities, zo heeft Nieuwsuur onderzocht. In de Bosatlas van het Nederlandse voetbal zochten we uit wie als eerste Nederlandse vrouw naar het buitenland vertrok.
Sherida Spitse tegen België. Foto via Wikipedia
De eerste Nederlandse profvoetballer in het buitenland was Gerrit Visser van de Stormvogels uit IJmuiden. In 1926 kreeg hij een profcontract bij het Amerikaanse Bethlehem Steel FC, nog zonder transfersom. Dat was dus nog voor Bep Bakhuys, die altijd als eerste werd beschouwd.
Bij de vrouwen was Sherida Spitse in 2013 de eerste Nederlander die werd verkocht aan een buitenlandse club. Voor 25.000 euro ging ze van FC Twente naar het Noorse LSK Kvinner in Lillestrøm, waar ze drie jaar speelde voor ze weer tijdelijk terugkeerde naar Nederland.
In 2014 maakte Spitse de overstap naar Noorwegen en was daarmee de eerste Nederlandse voetbalster die begon aan een buitenlands avontuur. Daar bleef ze drie jaar om in 2016 weer naar Nederland te komen. Dit seizoen speelt ze echter alweer bij Vålerenga, opnieuw in Noorwegen.
Vera Pauw
Overigens was ze niet de eerste Nederlandse voetbalster die bij een buitenlandse profploeg in dienst trad, want dat deed Vera Pauw al in 1988 toen ze vertrok naar het Italiaanse Modena – in de dezelfde periode dat Ruud Gullit en Marco van Basten naar dat land vertrokken. Er werd alleen geen transfersom betaald, zoals bij Spitse.
Pauw zei hierover in De Volkskrant: “We spelen onze wedstrijden op het hoofdveld, krijgen een manager, een eigen trainer, reizen per vliegtuig naar verre uitwedstrijden en worden voor alle andere uitduels vervoerd per luxe slaapbus. Ik zal er behoorlijk van kunnen leven, temeer omdat ik naast een vast basissalareis ook nog eens deel in de premies voor een gelijk spel en overwinning.”