De eerste vangnetten in een stadion werden in 1977 in Utrecht opgehangen
Tijdens de komende Klassieker in de Kuip worden vangnetten opgehangen om te voorkomen dat er rotzooi op het veld wordt gegooid. De eerste keer dat dit gebeurde was in 1977 in Stadion Galgenwaard.
Ondanks de vangnetten kwamen er toch supporters op het veld bij FC Utrecht – Ajax. Foto Hans Peters via het Nationaal Archief
Door het opkomende voetbalgeweld in het Nederlandse voetbal werden stadions keer op keer aangepast aan de eisen van de tijd. De Kuip kreeg in 1961 als eerste een spelerstunnel uit bescherming voor het bezoekende elftal en de scheidsrechter. Het Olympisch Stadion zag zich in 1976 genoodzaakt voor de aanleg van het eerste afgesloten supportersvak, waarin de gedrogeerde aanhang van Manchester United werd opgeborgen.
De Galgenwaard in Utrecht had in 1977 dan weer de dubieuze primeur met vangnetten. Ze werden nog anti-hooligan-soccernetten genoemd, zo blijkt uit de Telegraaf van 2 april 1977. De mazen waren 4,5 bij 4,5 cm groot. De eerste keer was op 3 april 1977 tijdens FC Utrecht – Ajax, toen ook al een bewogen wedstrijd.
De netten waren een geschenk van Pim Berghuizen uit Amersfoort. Volgens eigen zeggen waren die getest op Wembley in Londen. Ajax-doelman Piet Schrijvers hoefde daarom niet meer de hele tijd achterom te kijken voor zijn eigen veiligheid, zodat hij geen enkel tegendoelpunt kreeg. De Amsterdammers wonnen deze wedstrijd met 0-2.
In maart verschijnt het boek ‘De gele kaart van Neeskens‘ met 111 innovaties in het Nederlandse voetbal. Dit is één van de hoofdstukken. Meer informatie of bestellen hier. Hieronder kun je de eerste elf verhalen al lezen.
https://issuu.com/vesperpublishing/docs/proef_de_gele_kaart_van_neeskens