De eerste voetbalplaatjes werden in 1907 gemaakt door een sigarettenmerk
Tijdens het EK voetbal wemelt het van de commerciële acties rond voetbal, de meeste van zeer bedenkelijk allooi. De eerste keer dat er voetbalplaatjes werden uitgegeven was in 1907. En dan niet door een supermarkt, maar door een sigarettenfabrikant.
Stel je het voetbal van begin vorige eeuw eens voor. Er was nog geen televisie en amper film. De kranten en tijdschriften schreven over de wedstrijden van het afgelopen weekend, maar vanwege de beperkte technische mogelijkheden stond daar bijna nooit een afbeelding bij – hoogstens een tekening zoals in 1905. Het grote lezerspubliek had dus geen flauw idee hoe die sporters eruit zagen, behalve als ze zelf kwamen kijken.
Het moet daarom heel bijzonder zijn geweest dat er voetbalplaatjes op de markt verschenen. In 1907 gebeurde dat voor de eerste keer, weten we door verzamelaar Cees van Nijnatten. Hij spaart ze allemaal en plaatst ze dan op zijn website Voetballegends, partner van Sportgeschiedenis.
Sigaretten
In 2015 sprak hij hierover met het tijdschrift De Sportwereld: “Die allereerste voetbalplaatjes uit 1907 zaten bij het sigarettenmerk Union.” In die serie zaten dertig plaatjes, onder meer van Bok de Korver van Sparta, Gé Fortgens van Ajax en de voetbaltweeling Anton en Arnold Hörburger van het Rotterdamse VOC. Van die broers hadden ze net zo goed één gezamenlijke foto kunnen uitgegeven, want die leken zoveel op elkaar dat niemand zeker wist wie nou wie was – zelfs hun moeder niet.
In de zomer van 1907 verscheen ook het eerste geïllustreerde sporttijdschrift op de markt: De Revue der Sporten. Het werd op prijs gesteld, blijkt onder meer uit de reactie van De Haagsche Courant: ‘Er ontbrak iets in de Nederlandsche sportwereld: een tijdschrift, dat van alle takken foto’s te zien gaf, geen prutserige plaatjes, op slecht papier, hier en daar verscholen in een blad, orgaan van den een of anderen bond, maar mooie opnamen, duidelijk en op zwaar papier. In die leemte is eindelijk voorzien.’
In dit eerste nummer werd HVV uit Den Haag geportretteerd, de nationale voetbalkampioen van het moment. Dankzij de uitstekende foto’s werden de gezichten van deze spelers opeens bekend in het hele land. En niet alleen de mensen uit 1907 waren blij met deze foto’s, maar ook de sporthistorici van nu die deze nu als een onmisbare bron beschouwen.
Mijnheer de Korver
Met die voetbalplaatjes en het nieuwe tijdschrift begon een nieuwe fase voor de Nederlandse sport met sporters en supporters, die elkaar konden herkennen. En dat gold dan vooral voor het voetbal, dat in de jaren ná 1907 doorbrak als de nationale volkssport.
Zo werd Bok de Korver de beroemdste Nederlander. “Moeder”, zou prinses Juliana rond 1915 eens tegen koningin Wilhelmina hebben gezegd. “Wat staan onze portretten toch dikwijls in de bladen, veel meer dan die van andere mensen.” Moeder schudde haar hoofd: “Neen, Juliaantje. Er is één mens, wiens portret meer in de bladen staat dan het onze. En dat is mijnheer De Korver uit Rotterdam.”