De eerste voetbalwedstrijd in Flevoland was al in 1941
Almere City is de eerste club uit Flevoland in de Eredivisie. Het voetbal in deze provincie heeft inmiddels een geschiedenis van meer dan tachtig jaar en vertelt daarmee het verhaal van het naoorlogse Nederland.
Arbeiders in de Noordoostpolder in 1945. Foto via het Nationaal Archief
Almere City zou geen voetbalgeschiedenis hebben. Het voetbal in de provincie Flevoland gaat echter terug naar de Tweede Wereldoorlog, de tijd dat clubs als De Graafschap of Telstar nog niet bestonden.
Zo viel de Noordoostpolder in 1942 droog, maar een jaar eerder was daar al de eerste voetbalwedstrijd georganiseerd. Op nieuw land wordt namelijk snel gevoetbald. ‘De jeugd van Kuinre heeft het nieuwe land van den Noord-Oostpolder als een ideaal terrein voor sportbeoefening ontdekt,’ schreef de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant op 13 juni 1941 over deze wedstrijd. In diezelfde week ontdekte een verslaggever van de Telegraaf in de buurt van Lemmer ‘een buitendijksch voetbalveld’.
De eerste voetbalclub
In augustus 1943 werd Athletiek- en Voetbalvereeniging Schokland opgericht als eerste voetbalclub van de Noordoostpolder, nu onderdeel van Flevoland. Bij de oprichtingsvergadering waren 25 mensen.
De eerste officieuze wedstrijd was tegen een kantoorelftal, ‘met 4-1 in het voordeel van Schokland’. De wedstrijd werd geleid door den heer J. Blom, de kok van het kamp. Samen met de heren Schaap en Rietvelt vormde hij ook het eerste clubbestuur.
Dat smaakte naar meer, vond de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant. ‘Daar er velen komen kijken naar Schokland, om er het prachtige kamp te bezichtigen, hoopt men er dat ook andere vereenigingen er hun krachten eens willen komen meten. Onze jongens, zoo schrijft onze correspondent, hebben bewezen, dat ze in en boven den grond goed werken.’
Uiteindelijk heeft deze club niet lang bestaan, want er is verder niets meer over te vinden.
Weiland wordt voetbalveld
Op 18 mei 1944, Hemelvaartsdag, bezocht Karel Lotsy als voorzitter van de voetbalbond de eerste officiële voetbalwedstrijd in de Noordoostpolder, gespeeld tussen een Polderelftal en een Kantoorelftal, beide samengesteld uit arbeiders. Er waren enkele duizenden toeschouwers, ongeveer vergelijkbaar met wat er nu in Almere in een stadion past.
Dit voetbalveld bij de Ramspol was een week eerder nog een weiland voor paarden en ossen. ‘Door die wei liep een greppel, wat voor ossen en paarden geen bezwaar was, maar die thans toch maar dicht gegooid is,’ wist de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant. ‘Waar voor kort nog de paarden en ossen liepen, dartelden gisteren 11 blauw gehemde en 11 geel-rood gestreepte jongelingen.’
Enthousiasme
Deze eerste officiële voetbalwedstrijd eindigde in 4-4. Het was het begin van iets moois, vond de bovengenoemde Courant. ‘Zonder ophef en met eenvoudige middelen gaat men er zijn weg. Eenvoudig was ook de entourage van dezen voetbalwedstrijd. Maar er was sfeer, de greppel was vakkundig gedicht, de doelpalen waren eenvoudig, maar doeltreffend en bovenal: er was enthousiasme, eenzelfde enthousiasme dat we in alle geledingen van dit polderwerk steeds weer ervaren.’
Dit enthousiasme bleek het begin van poldervoetbal, waarmee het verhaal van Almere City onderdeel is geworden van het verhaal van het naoorlogse Nederland. “God schiep de aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland,” luidt tenslotte een uitspraak over de grote inpolderingen van ons land. Sinds vandaag hoort daar ook een Eredivisieclub bij.
Dit verhaal is een bewerking van een hoofdstuk uit mijn boek De gele kaart van Neeskens.