De eerste vrouwensportbar van Europa is vernoemd naar Lenie van Wensveen, pionier van het vrouwenvoetbal
Lenie van Wensveen bezocht vandaag Bar Lenie aan de Lenie Laan in Rotterdam.
Lenie bij Bar Lenie in de Lenie Laan
Op de openingsdag van het EK voetbal is Bar Lenie in Rotterdam in gebruik genomen als eerste vrouwensportbar van Europa. Het café, dat is bedacht door Marijn Hermans, is voor iedereen toegankelijk. Er wordt alleen vrouwensport op de schermen vertoond, wat in de Verenigde Staten al een zeer succesvol concept is. Tijdens het EK voetbal zijn dan ook alle wedstrijden te zien aan de Oostkousdijk 29 in Rotterdam.
Lenie van Wensveen – Van der Jagt is de naamgeefster, die bijna zeventig jaar geleden het eerste doelpunt voor het Nederlands vrouwenelftal heeft gemaakt. Ze was er zelf bij, om ook nog verrast te worden met het straatnaambordje Lenie Laan. Daarboven hangt een plaquette over haar historische doelpunt van 1956.
Ik voetbalde altijd op straat, lange tijd als het enige meisje
Essen
De vernoeming naar de pionier van het Nederlands elftal is terecht, al heeft het heel lang geduurd voordat Van Wensveen de erkenning kreeg voor haar werk. Het is helemaal mooi dat Bar Lenie in Rotterdam is, want daar komt Van Wensveen oorspronkelijk vandaan. Tegenwoordig woont ze in Lekkerkerk.
Van Wensveen was veertien jaar oud in de eerste wedstrijd van het nationale vrouwenelftal. Die werd gespeeld op 23 september 1956 in het Mathias Stinnes Stadion in Essen. Vlak voor het einde scoorde ze, maar dat hadden de Duitsers toen al twee keer gedaan. Zo verloren de Nederlandse vrouwen hun eerste interland, maar veel belangrijker was dat die überhaupt was gespeeld.
In de tijd zelf was er nog amper aandacht voor, omdat de KNVB niets met vrouwenvoetbal te maken wilde hebben. Dat zou pas in 1971 beginnen. Bovenstaande statistieken zijn daarom allemaal officieus, omdat de wedstrijd ook officieus was. Tóch was het de eerste interland van het Nederlandse vrouwenteam, officieel of niet.
De voetbalschoenen van mijn vader
Sinds haar Oranje-debuut is Van Wensveen altijd betrokken gebleven bij het voetbal, de sport die ze van jongs af aan meekreeg. “Mijn vader was er dol op. Hij speelde zelfs in het nationale ambtenarenelftal.”
Deze liefde voor de sport sloeg over op zijn dochter. “Zelf voetbalde ik altijd op straat, lange tijd als het enige meisje. Toen ik dertien jaar was stond er opeens in de krant dat er in de stad een damesvoetbalclub was gekomen, VVV Rotterdam. Ik ben naar de trainer gegaan om te vragen of ik mee mocht doen. Ik had alleen nog geen echte voetbalschoenen en daarom heb ik die van mijn vader genomen. Die waren veel te groot en dus deed ik er papieren proppen in.”
Korte tijd later speelde ze al in het eerste elftal van VVV Rotterdam en trok zo de aandacht van de Nederlandse Damesvoetbalbond, die vanwege de desinteresse van de KNVB zelf maar was begonnen met de organisatie van de interland tegen West-Duitsland. Ook de officiële bond van West-Duitsland erkende deze wedstrijd niet, want voetbal was een mannensport, zo vonden ze. Er was daarom geen sprake van dat de interland officieel werd goedgekeurd door de internationale voetbalwereld.
De vrouwen bedreven hun sport daarom onder zeer moeilijke omstandigheden. Van Wensveen: “De KNVB had zo’n hekel aan ons. Ze maakte bijvoorbeeld de regel dat we pas drie uur na afloop van een mannenwedstrijd het veld mochten betreden. Zo konden we vaak niet spelen, omdat de mannen pas om kwart over vier klaar waren. We mochten ook niet op de velden trainen van de gewone clubs.” Een voetbalclub die openlijk meewerkte aan vrouwenvoetbal riskeerde een hoge boete.
Het Nederlands elftal van 1956. Foto uit de collectie van Lenie van Wensveen
Een slank meisje
Toch stonden er in 1956 elf Nederlandse en elf Duitse vrouwen op het voetbalveld voor hun eerste internationale wedstrijd. De voorbereidingen waren niet optimaal geweest. Van Wensveen: “Vanuit Utrecht ging ik met de bus met de andere speelsters naar Duitsland, samen met mijn vader. Ik kende eigenlijk niemand uit mijn elftal. Ik was in ieder geval veruit de jongste.”
In aanloop naar de interland was er amper aandacht in de Nederlandse pers. Dagblad De Waarheid plaatste de opstelling van het Nederlandse team. De Rotterdamse krant Het Vrije Volk schreef een vooruitblik, omdat Van Wensveen uit die stad kwam. ‘Ze is een slank, blond meisje van veertien jaar. Zij zal als de jongste voetbal-international, die ons land ooit gehad heeft, zondag in een van die oranje-shirts gehuld zijn.’
De Nederlandse ploeg was kansloos tegen de Duitsers en leek met 2-0 te verliezen totdat Van Wensveen in de slotseconde scoorde. Ze kreeg de bal in het strafschopgebied voor haar voeten en schoot meteen raak.
Opstelling
Maar wie waren toch die andere vrouwen, die op 23 september 1956 in Essen de eerste interland speelden? Gien van Maanen stond in het doel, afkomstig van Herbido uit Utrecht. Ook Clazien Verhoef en Joke van de Groenekan kwamen van deze Utrechtse club.
Doel: Gien van Maanen (Herbido Utrecht)
Verdediging: Jopie Biere (EHDVV AGIDO Den Haag) en J. Kraayenbosch (Zeemeeuwen, Velsen)
Middenveld: J. Slagboom (VVV Rotterdam), T. van Zijl (DCO Haarlem) en Ciska Verhagen (DCO)
Voorhoede: Clazien Verhoef (Herbido), J. Bakker (Zeemeeuwen), Joke van de Groenekan (Herbido), B. de Graaf (DCO) en Lenie van der Jagt (VVV)
Reservebank: An Brouwer (Herbido), C. Boon (EHDVV) en J. Riethoven (Agido)