De eigenzinnige beslissing van Jaap Stam past helemaal bij de voetbalstad Kampen
Jaap Stam keert terug naar Kampen. Dennis Hendriksen sprak vorig jaar nog urenlang met Stam voor zijn boek Voetbalvlegels! De biografie van de eigenzinnigste voetbalstad van Nederland. Hier kopen.
Jaap Stam helemaal rechts als jeugdspeler bij Dos Kampen. Foto uit de collectie van Dennis Hendriksen
Door Dennis Hendriksen
Het leek er afgelopen weken even op alsof het weer 1965 was. Het gerucht gonsde, naar Kamper gebruik, al een paar weken rond in de stad. Zou het waar zijn? Zou de beroemdste voetbalzoon dan echt terugkeren naar de club waar het voor hem begon?
Bijna zestig jaar eerder was dezelfde opwinding voelbaar, toen het kleine Dos Kampen erin slaagde om Abe Lenstra als oefenmeester aan te trekken. Vrijdag kwam inderdaad het hoge woord er uit: Stam keert terug naar zijn jeugdliefde Dos Kampen.
Sportpark De Maten
Hoewel Jaap met zijn 51 jaar waarschijnlijk nog met twee vingers in de neus mee kan in het hart van de verdediging van de tweedeklasser, zit hij vanaf komend seizoen op de bank. Saillant genoeg draagt de tribune in zijn rug zijn naam. Het is een tanend eerbetoon van een paar decennia terug, van het rokerige amateurvoetbal.
Sommige criticasters zullen het zien als een zwaktebod en het einde van een trainerscarrière. Waar hij nog regelmatig op Old Trafford als legende en analist vertoeft, treft hij bij Dos Kampen paden met scheve tegels, druppelende kranen en berghokken met afbladderende verf. Toch zal alles vertrouwd aanvoelen en de herinnering van toen terugbrengen. Niet in de laatste plaats aan zijn overleden ouders, die iedere zaterdag bij zijn wedstrijden waren. Ook toen Jaap in Engeland en Italië speelde, waren ze er altijd. Moeder in het snackloket, vader met een biertje aan de bar.
Als jonge jongen was Jaap iedere dag op Sportpark De Maten te vinden. Ook op zondag trok hij met zijn boezemvriend Henry van der Vegt, die ook het profvoetbal haalde, naar het geliefde sportpark – iets wat in het Jeruzalem van het Noorden niet altijd gewaardeerd werd.
Met zijn geringe lengte en ranke schouders behoorde Stam tot de jongens, die moesten vechten voor hun plek in de jeugdselecties van de volksclub. Het rauwe randje en zijn vorming thuis brachten hem een granieten voetbalethos. Zelf fantaseerde hij nooit over een bestaan als prof. Toen hij een groeischeut kreeg en in de A1 vanaf het middenveld linksback werd gezet, tot zijn groot ongenoegen, veranderde alles. Kort daarna werd hij naar de eerste selectie overgeheveld en vlogen op de eerste training de sterkhouders van het zaterdag op de training door de lucht.
Theo de Jong, die bij het noodlijdende FC Zwolle noodgedwongen bij de amateurs moest scouten, probeerde hem te verleiden om naar de profs over te stappen. Jaap weigerde. School was belangrijker om vooruit te komen in het leven. Thuis zag hij iedere dag hoe hard zijn vader moest werken om het gezin draaiende te houden.
Een jaar later ging Jaap alsnog. Zijn carrière ging daarna als een komeet. FC Zwolle, SC Cambuur, Willem II en PSV volgden in een paar jaar tijd. Bij Manchester United beleefde hij zijn magnus opus en won hij alle prijzen die er te winnen waren, inclusief de Champions League. Bij Lazio en vooral bij AC Milan speelde hij in sterrenteams. Nimmer zat hij op de bank, na het EK van 1996 ook nooit meer bij Oranje.
Als aanvoerder van Ajax nam hij afscheid. Ogenschijnlijk plotseling, maar de werkelijkheid was dat Kampen riep vanwege een privésituatie. Jaap trainde af Dos Kampen, nam afscheid in het stadion van PEC Zwolle en startte zijn carrière als trainer – met veel bagage en de lessen die trainers als Hiddink, Van Gaal, Ferguson, Ancelotti, Rijkaard en Van Basten met hem deelden. Cincinatti was zijn laatste club, daarna werd hij analist bij Viaplay.
Volkswijk Brunnepe
Ooit was Kampen de hoofdstad van het zaterdagvoetbal met drie verenigingen op het hoogste niveau. Op dit moment is er niet één vereniging meer op het hoogste niveau actief. Dos Kampen, in 1988 nog de amateurkampioen van Nederland, is inmiddels gepasseerd door KHC en de grote rivaal Go-Ahead Kampen. Een stadsderby lijkt er voor Jaap komend seizoen daarom nog niet in te zitten.
Jaap weet als geen ander dat trainer zijn van de ‘Poelanten’ ook betekent dat er op zeker moment kritiek zal komen. Bij de volksclub heeft namelijk iedereen een mening en die wordt niet onder stoelen of banken gestoken. De oorsprong van de club ligt tenslotte in de volkswijk Brunnepe. Bijna honderd jaar geleden werd de club nog ‘de barbaarse vereniging’ genoemd vanwege het gedrag van de leden.
Stam hoeft alleen tegenover niets en niemand op voetbalgebied nog iets te bewijzen. Hij komt bij Dos Kampen zijn kennis delen en grenzen verleggen. Iedere voetballer weet waar hij begonnen is, maar wie keert er nu terug naar zijn amateurclub om te helpen? Het zullen er weinigen zijn, uit de wereldtop nog minder.
Toch verrast het mij niet. Voor mijn boek Voetbalvlegels! hebben we vorig jaar urenlang over vroeger gesproken. Jaap heeft nog steeds een geelzwart hart en is loyaal aan zijn vrienden van toen. Dat hij na tweeëndertig jaar thuiskomt en straks gewoon weer in het Kamper dialect aangesproken wordt, is toch prachtig?