De gemeente Amsterdam wilde Ajax niet meer huldigen na het winnen van de Europa Cup van 1973
Precies vijftig jaar geleden won Ajax de Europa Cup 1, de derde op rij. Burgemeester Samkalden had een geschenk voor de spelers: geen huldiging, maar een geschiedenisboek van prof. dr. H. Brugmans.
Johan Cruijff en Barry Hulshoff met de Europa Cup 1. Foto Rob Mieremet via het Nationaal Archief
Een halve eeuw geleden stond het Nederlandse voetbal op zijn absolute hoogtepunt. Het is nu niet meer voor te stellen, maar tussen 1969 en 1978 werden maar liefst tien internationale finales gespeeld.
- 28 mei 1969, finale Europa Cup 1: AC Milan – Ajax (4-1)
- 6 mei 1970, finale Europa Cup 1: Feyenoord – Celtic (2-1, n.v.)
- 2 juni 1971, finale Europa Cup 1: Ajax – Panathinaikos (2-0)
- 31 mei 1972, finale Europa Cup 1: Ajax – Internazionale (2-0)
- 30 mei 1973, finale Europa Cup 1: Ajax – Juventus (1-0)
- 22 en 29 mei 1974, finale UEFA Cup: Feyenoord – Tottenham Hotspur (2-2 en 2-0)
- 7 juli 1974, WK-finale: Nederland – West-Duitsland
- 7 en 21 mei 1975, finale UEFA Cup: FC Twente – Borussia Mönchengladbach (0-0 en 1-5)
- 26 april en 9 mei 1978, finale UEFA Cup: PSV – Bastia
- 25 juni 1978: WK-finale: Nederland – Argentinië
Tegen Juventus won Ajax dus zijn derde Europa Cup. De wedstrijd zelf was vreselijk, vond onder meer de legendarische scheidsrechter Leo Horn: “Van de achttien finales moet dit de aller-, aller-slechtste zijn geweest. Vergeleken met eerdere afleveringen was dit een B-wedstrijdje. Kinderlijk voetbal was het voor mij. Wat nu gebeurde betekende een enorm stuk gezichtsverlies voor Ajax.”
De winst van deze Europa Cup 1 werd dus beschouwd als een afgang, maar het kon nóg gekker. Na al die gewonnen finales had de gemeente Amsterdam er namelijk wel genoeg van en daarom kwam burgemeester Samkalden met de verklaring dat Ajax niet opnieuw op een huldiging hoefde te rekenen. “Wij zien de noodzaak er niet van in. En bovendien: we kunnen toch niet aan de gang blijven…”
Vechtpartijen
De enige mogelijkheid om met de spelers een feestje te vieren was op Schiphol. “Het publiek wordt in de gelegenheid gesteld vanaf de balustrade het elftal toe te juichen”, beloofde de burgemeester. Ook mochten de kroegen zelf bepalen wanneer ze zouden sluiten indien Ajax de finale zou winnen, waarbij de binnenstad werd afgesloten voor verkeer en openbaar vervoer.
Van die gelegenheid werd uitbundig gebruik gemaakt. “Enkele duizenden Ajax-supporters hebben in de nacht van woensdag op donderdag ondanks de slechte finale uitbundig en rumoerig feest gevierd in de Amsterdamse binnenstad”, schreef Het Parool. De toeterende auto’s cirkelden om de binnenstad heen, omdat de burgemeester ze tenslotte de toegang had ontzegd. Op en rond de Dam werd stevig gevochten tussen politie en supporters. “Pas tegen vier uur werd het rustiger in de binnenstad.”
Bij terugkomst op Schiphol werden de spelers opgewacht door de burgemeester. In plaats van een huldiging had hij een ander geschenk meegenomen: het eerste deel van het boek Geschiedenis van Amsterdam van prof. dr. H. Brugmans. “Met de toezegging dat de andere vier delen zo spoedig mogelijk zouden volgen,” aldus Samkalden.