NieuwVoetbal

De gemeenteraad van Velsen wilde niet dat Ruud Geels naar Feyenoord ging

Ruud Geels is overleden. In 2006 was Sportgeschiedenis bij hem op bezoek.

Ruud Geels in 1967. Foto via het Nationaal Archief

De eerste club waar Ruud Geels ging voetballen was DSS in Haarlem, in de 4e klasse KNVB. Hij was toen 7 jaar oud en kwam via voetbalvriendjes in contact met deze club. Daarvoor voetbalde hij altijd op straat.

Geels kwam niet uit wat men noemt een traditionele voetbalfamilie. Pa Geels deed wel aan sport: “Mijn vader was meer een atletiekman, vooral hoogspringen en verspringen. Ik heb drie broers, waarvan één aan sport deed, en wel judo. Ik zelf was altijd op straat aan het voetballen. Voetbal was eigenlijk alles. Ik spaarde al van jongs af aan van die Esso voetbalplaatjes. Specifieke helden had ik niet. Ik spaarde en ruilde de plaatjes en wie er op zo’n plaatjes stond deed er niet zoveel toe.”

Op zijn twaalfde ging Geels naar Onze Gezellen, waar hij speelde tot zijn 15e jaar. Daarna werd hij in eerste instantie gescout door Haarlem. Geels kwam alleen uit een volksbuurt en vond die voetbalclub Haarlem maar een kakclub. “Ik kwam dan bij Haarlem om een keer mee te trainen en dan was het eerste wat ze vroegen: Wat doet je vader eigenlijk? Stomme vraag. Dan hoefde ik al niet meer bij die club te spelen.”

Telstar

Als zestienjarige ging hij als jonge spits naar Telstar. Jan van der Gevel van Telstar had zijn ouders gevraagd of hij geen zin had om voor deze club te komen spelen. Dat zag Geels wel zitten. Hij kwam van zijn zestiende tot zijn zeventiende voor Telstar in de landelijke jeugd uit. Hij maakte zijn debuut in het eerste elftal uit tegen Feyenoord, op zeventienjarige leeftijd. Hij was toen nog geen fullprof en werkte als schilder.

In zijn jonge jaren was Geels een echte nozem: stoere gozer met vetkuif en een brommer. “Bij ons in de buurt had je de Nozems en de Kikkers. Ik behoorde tot de Nozems. De Kikkers reden op van die Puchies en wij reden op stoerdere brommers, de buikschuivers.”

Hij trainde twee keer in de week. De eigenaar van het schildersbedrijf waar hij werkte was een groot Telstar-fan en vond het prima dat Geels gedurende werktijd ging trainen. Na een jaar vertrok hij naar Feyenoord voor 165.000 gulden. Geels was toen nog net geen 18 jaar oud.

Gemeenteraad

Deze transfer veroorzaakte de nodige commotie in de gemeenteraad van Velsen: “Zo’n schandalig hoge transfersom voor zo’n jonge knul.” Het was een hele happening in Velsen in die tijd. Zo berekende een raadslid van de CPN dat Feyenoord voor Ruud Geels 1270 gulden per pond “schoon aan de haak” had betaald.

Geels speelde in zijn periode bij Feyenoord van 1966 tot 1970 met grote namen. Hij had echter de pech Ove Kindvall voor zich te moeten dulden als spits. Een basisplaats was daardoor moeilijk te realiseren.

De eerste wedstrijd in dienst van Feyenoord was tegen Ajax. Ton Pronk zei “Laat die Geels maar lopen, die kan er geen hout van, dat broekie.” Tien minuten voor tijd wist Geels het tegendeel te bewijzen. Het was het nog steeds 0-0 en na een voorzet van Coen Moulijn knikte Geels de bal binnen bij de tweede paal: 1-0. Dat was ook gelijk de eindstand.

Europa Cup

In het seizoen 1969-’70 won Feyenoord als eerste Nederlandse ploeg de Europacup I. Geels dacht met gemengde gevoelens terug aan dit seizoen in Europees verband. In de eerste ronde kwam Feyenoord Reykjavik tegen. De thuiswedstrijd werd met 12-2 gewonnen, waarbij Geels 4 doelpunten wist te maken. In de tweede wedstrijd werd het 4-0. Geels nam twee treffers voor zijn rekening.

De achtste finale tegen Milaan moest hij geblesseerd vanaf de tribune aanschouwen. In de kwartfinale tegen FC Vorwärts Berlin, in de returnwedstrijd thuis, stond hij rechtsback. Feyenoord had in Berlijn met 1-0 verloren, en had aanvallend ingestelde spelers nodig om die achterstand weg te poetsen. Dus daarom moest Geels van Happel, spits als hij van nature is, als opkomende back fungeren. Geels wist vlak voor tijd nog een bal van zijn eigen doellijn te halen: “Gelukkig maar, anders was de Europa Cup nooit in Rotterdam terechtgekomen.”

Vorwärts Berlin is een Oost-Duitse ploeg. Geels voelde vanaf het moment dat Feyenoord Oost-Berlijn binnenkwam direct een spanning. “Overal zag je militairen, zelfs in het stadion.” De Oost-Duitse voetballers vielen op door een enorm conditioneel vermogen. Technisch delfden ze echter het onderspit ten opzichte van Feyenoord.

De halve finale tegen Legia Warszawa werd uiteindelijk ook met 2-0 gewonnen en zoals bekend werd de finale in Milaan tegen Celtic gewonnen met 2-1. Helaas speelde Geels toen niet. Sterker nog, hij zat ook niet op de reservebank en zelfs niet in het stadion. De enige bank die hij warm mocht houden was die in zijn eigen huis, waar hij de wedstrijd op de televisie heeft gezien.

Zijn hele leven was het missen van de Europa Cup I-finale een smet op zijn blazoen. Wat was nu het geval? Geels: “Ik wilde Feyenoord aan het eind van het seizoen verlaten. Dat werd tegen mij gebruikt, en ik mocht niet mee naar Milaan.” Dat was een klap in zijn gezicht: “Een zwarte bladzijde in mijn carrière.”

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Micha Peters
Bedenker en beheerder van Sportgeschiedenis.nl. Journalist en (sport)historicus.