De herinneringen aan het spookdoelpunt uit 1975 van Guus Hiddink en Sietze Veen worden steeds mooier
Op 23 maart 1975 was Guus Hiddink betrokken bij een spookdoelpunt in een wedstrijd tegen Haarlem. De bal ging hartstikke mis, maar toch kreeg De Graafschap een doelpunt toegekend.
Foto via Europeana / Beeld & Geluid
In de bewuste wedstrijd tussen De Graafschap en Haarlem zag scheidsrechter Beukman hoe Guus Hiddink de bal in de 25e minuut van heel ver richting het doel van Haarlem schoot. Die ging mis en over de achterlijn. Er was dus niets aan de hand, behalve een achterbal voor Haarlem.
De bal spong terug in het veld – via de staander achter het doel of de reclameborden. De spits van De Graafschap, Sietze Veen, schoot deze voor de grap in het doel van Haarlem om zich daarna op te maken voor de spelhervatting. Maar tot ieders enorme verbazing wees de scheids naar de middenstip, omdat hij, na overleg met de grensrechter, een zuiver doelpunt voor De Graafschap had geconstateerd: 1-0.
En dat terwijl iedereen – spelers, begeleidende staf en alle toeschouwers – duidelijk had gezien dat de bal van Hiddink het veld had verlaten voordat die voor de voeten van Veen was beland.
Het leek wel zaalvoetbal in Ahoy. Daar mag je ook achter de doelen om met de bal.
Balorigheid
Precies vijftig jaar later blikt Veen er nog eens op terug in De Gelderlander. “Guus schoot van ver op doel en zoals altijd was dat een hard schot. Als spits liep ik dan altijd door op de keeper, in het geval hij de bal niet klem had. Maar dit schot ging naast de paal en kwam via een reclamebord weer het veld in. Uit balorigheid schoot ik de bal met de binnenkant van de voet in het doel. Tegenwoordig zou ik er een gele kaart voor krijgen, maar tot mijn grote verbazing zag ik dat zowel de scheidsrechter als de grensrechter het een doelpunt vond.”
Daarom zou Veen niet hebben gejuicht. “Het gekke was dat de scheids me niet eens gevraagd heeft of het een geldig doelpunt was. Zo overtuigd was hij van de geldigheid van het doelpunt. Had hij me wel gevraagd, dan had ik hem eerlijk verteld dat het geen geldig doelpunt was. Maar uit mezelf ging ik het natuurlijk niet melden.”
Heftige protesten
Het Parool schreef de volgende dag: ‘Niet alleen voor Haarlems spelers aanleiding voor heftige protesten, maar ook voor trainer Barry Hughes, die zich zelfs bij de middenstip posteerde om zijn argumenten kracht bij te zetten. Beukman wenste echter niet op zijn beslissing terug te komen en kon het spel – na onderbreking van vier minuten – voort laten zetten.’
Na afloop sprak deze krant nog even met de trainer, die met moeite een woedeaanval kon voorkomen: “Je zal aan het eind van het seizoen maar net te kort komen, dat ene punt. Want wat vanmiddag in Doetinchem allemaal kon. Het leek wel zaalvoetbal in Ahoy. Daar mag je ook achter de doelen om met de bal.”
De wedstrijd eindigde in 2-2, en inderdaad had Haarlem aan het eind van het seizoen net een puntje te weinig om zich te handhaven. De gevolgen van deze merkwaardige beslissing waren dus enorm.
Sterke verhalen achteraf
Dit bizarre incident is later steeds mooier geworden bij de sportjournalisten, die met Veen hierop terugkeken. Om te beginnen wist bijna geen krant meer wanneer het was gebeurd. Volgens De Gelderlander en Het Algemeen Dagblad was het in mei 1977, waar NRC Handelsblad meende dat het 1973 was.
Verder schreef De Gelderlander later dat Hughes alle knopen van de jas van zijn Doetinchemse collega Evert Teunissen heeft getrokken toen hij het veld opstormde. De trainer was woedend, zo meende De Gelderlander, omdat Veen had gezorgd voor de 2-1, waardoor Haarlem zou degraderen. Veen zorgde juist voor de openingstreffer. En daarmee was Haarlem niet gedegradeerd, want het seizoen was toen nog lang niet afgelopen.
Boosheid in Haarlem
Tegen het Algemeen Dagblad zei Veen in 2000: “We vonden het wel zielig voor Haarlem, dus je begrijpt: die 2-2 viel even later heel gemakkelijk.” Waarna de krant concludeerde: ‘Uiteindelijk was het uitgerekend De Graafschap dat naar de eerste divisie zakte. Haarlem bleef in de eredivisie.’
Nogmaals: Veen maakte de openingstreffer. Uit het verslag van Het Parool bleek verder dat Haarlem daarna niet heel snel aan een tegentreffer werd geholpen om de onrechtvaardigheid op te heffen. En tot slot handhaafde De Graafschap zich en degradeerde Haarlem.
Verder zei Veen in 2004 tegen De Stentor / Veluws Dagblad: “We hebben Haarlem uiteindelijk maar gelijk laten maken. Was Barry ook weer rustig.”
En ook dat klopt niet, waardoor we niet al te zeker moeten zijn van de herinneringen van Veen, dit weekend opnieuw in De Gelderlander. Dat geeft ook niks, want al die onzin bij elkaar maakt het verhaal elke keer mooier. Het is maar goed dat er geen opnames van bestaan.