De KNVB heeft het vrouwenvoetbal in de jaren 50 niet verboden, maar wel kapot gemaakt
De Nederlandse Damesvoetbalbond viert vandaag haar 70e verjaardag, als ze tenminste nog had bestaan. Na een paar jaar had de voetbalwereld deze organisatie al weggepest.
Het elftal van Herbido, foto uit het plakboek van Gien van Maanen
Op 16 april 1955 was de eerste vergadering van de Nederlandse Dames Voetbalbond (NDVB), na een voorstel van de vrouwenclub Herbido uit Utrecht. Er waren toen dertien van zulke verenigingen in ons land, waarvan er tien waren vertegenwoordigd. ‘Het streven van de bond zal er op gericht zijn de voetbalsport op beschaafde en verantwoorde wijze te doen beoefenen,’ aldus de aanwezigen.
Mej. B. Tombrink werd voorzitter. De andere bestuursleden waren mevr. A. Doornebos, mej. W. van Bruggen, mej. J. W. Kok en mej. C. de Vries. Zij gingen praten over de organisatie van een eigen competitie, de speeltijd en de balgrootte. ‘Over medische sportkeuring, die noodzakelijk werd geacht, zullen de dames zich wenden tot enkele doktoren,’ aldus de dagbladen.
De mannen gingen ons tegenwerken en daar kunnen wij vrouwen nu eenmaal niet tegenop
Twee districten
De competitie werd eind mei aangekondigd, met twee districten met ieder zeven elftallen. Er werd gespeeld van augustus tot en met oktober en van maart tot en met mei, allemaal volgens de spelregels van de KNVB. Voetbalschoenen werden verplicht. De maat van de bal was een vier, waar mannen met een vijfje speelden. De speeltijd was twee maal dertig minuten en alle speelsters moesten medisch gekeurd zijn.
District A werd samengesteld uit DCO (Haarlem), Full Speed (IJmuiden), Minerva (Dordrecht), EHDVV (Den Haag), Union (Vlaardingen), Zeemeeuwen (Velsen) en Zilvermeeuwen (Zaandam).
District B bestond uit Apoldro (Apeldoorn), Herbido (Utrecht), Holviams (Amersfoort), Rievelo (Utrecht), Rood Wit Blauw (Nijmegen), SVA (Almelo) en Voetballerina’s (Hilversum).
Tegenwerking
De voorbereidingen konden beginnen, maar die bleken grotendeels zinloos. De eerste wedstrijd was de stadsderby tussen Rievelo en Herbido, maar die werd afgelast, omdat het terrein van Velox niet beschikbaar was. Het was een voorbode van de uitsluiting van de vrouwen.
Enkele weken later kwam er namelijk met een oekaze: ‘Het bestuur van de KNVB heeft besloten de aangesloten afdelingen en clubs te verbieden hun terreinen af te staan voor damesvoetbalwedstrijden.’ Merkwaardig, want de voetbalbond was helemaal geen eigenaar van die accommodaties.
Al bestaande contracten met de vrouwenclubs werden in één klap ongedaan gemaakt door een partij, die daarover niets te zeggen had. Zo hadden Herbido en Rivelo overeenkomsten gesloten met Velox en UVV, waar VVV uit Rotterdam een samenwerking was aangegaan met DCL. Er werden dan ook meteen juridische stappen aangekondigd.
De KNVB had niet eens de moeite genomen om de NDVB zelf op de hoogte te stellen van dit verbod, zodat die er pas van hoorde toen De Telegraaf hierover vragen stelde. ‘Wij brachten deze beslissing van de KNVB ter kennis van mei. W. van Brugge, secretaresse van de Utrechtse damesvoetbalclub Herbido en bestuurslid van de Nederl. Damesvoetbalbond. Eerst schrok zij kennelijk van het besluit, en haar eerste reactie was: dat is niet zo mooi. om daarna de vraag te stellen: “Maar wat heeft de KNVB eigenlijk met ons te maken?”, een vraag waarop wij het antwoord schuldig moesten blijven.’
Overleg
Pas enkele maanden later toonde het KNVB-bestuur zich bereid om te praten over het opgelegde verbod. Bij het eerste overleg bleek dat de bond niet wist hoe de vrouwen hun competities hadden opgezet. Ook was het hun onbekend dat de NDVB helemaal niet van plan was om onderdeel te worden van de KNVB, die in 1955 afgesloten was voor vrouwen. Anders gezegd: het verbod was gebaseerd op onjuiste informatie.
Daarom deed de KNVB een concessie, zo zei ze zelf tenminste, want het verbod werd opgeheven. Daar kwam wel een andere beperking voor in de plaats: ‘Van KNVB-zijde zal geen bezwaar worden gemaakt tegen gebruik van KNVB-velden als dit niet geschiedt ten laste van KNVB-verenigingen.’
Daarmee werd bedoeld dat vrouwen minstens drie uur vóór of drie uur ná een mannenwedstrijd moesten spelen. En daar was de NDVB het niet mee eens. ‘Aangezien de meeste voetbalvelden des Zondags van 10—4 uur bezet zijn, zou het er op neerkomen dat de dames of voor zeven uur inde morgen of na zeven uur ‘s avonds zouden moeten voetballen, wat hen voor onoverkomelijke moeilijkheden zou plaatsen. In de praktijk zou het hierop neerkomen dat het KNVB-verbod wel was opgeheven doch dat voetballen voor dames toch bijna onmogelijk zou worden.’
En dat bleek inderdaad het geval te zijn, ook al maakte de KNVB de restricties iets soepeler. Het was zo goed als onmogelijk geworden om normale wedstrijden te spelen, waarna de ene na de andere vrouwenclub ermee ophield.
Grillen
VVV uit Rotterdam was een goed voorbeeld, dat langzaam maar zeker werd verdreven van de velden. ”De mannen gingen ons tegenwerken en daar kunnen wij vrouwen nu eenmaal niet tegenop.”
Ook trainingen waren niet meer mogelijk, zodat de vrouwen die uiteindelijk deden op het parkeerterrein van de Kuip. ‘Ze stonden er bloot aan de grillen van het mannelijk publiek,’ merkte Het Vrije Volk op, ‘dat maar al te graag bereid was te blijven staan en de nodige opmerkingen te maken. Leuk was het niet, de toestand werd onhoudbaar en de club ging ter ziele.’
De nekslag kwam in november 1958 met de opheffing van Herbido, de oprichter van de NDVB. Zonder een verbod op te leggen, had de KNVB dan toch een einde gemaakt aan de opkomst van het vrouwenvoetbal.