NieuwVoetbal

De les van ‘Copa 1971’: sportgeschiedenis is veel te belangrijk om over te laten aan de FIFA

NPO2 zendt op 7 maart Copa 1971 uit over het vergeten wereldkampioenschap vrouwenvoetbal van 1971 in Mexico. Deze docu toont de noodzaak van onafhankelijk sporthistorisch onderzoek. Erfgoedinstellingen zijn veel belangrijker dan de FIFA.    

Even pochen, zoals mannen graag doen vanaf de top van hun gedroomde apenrots. Op 14 juli 2017 merkte ik op Twitter op dat het eerste WK vrouwenvoetbal in 1970 werd gehouden, een jaar vóór die editie in Mexico waarover de prachtige documentaire Copa 1971 gaat.

Die tweet plaatste ik twee dagen voor aanvang van het EK voetbal in Nederland, waarvan de afloop bij de meeste mensen nog wel bekend zal zijn. De NOS schreef toen in een historische beschouwing: ‘In de jaren 70 waren er nog geen Europese- of wereldkampioenschappen in het vrouwenvoetbal.’

Dat was aantoonbaar onjuist, wat Matthijs Snepvangers treffend samenvatte als ‘Wikipedia-luiheid op de NOS-burelen’. Toch kostte het zeven jaar geleden weinig moeite om via digitale krantenarchieven te achterhalen dat er in 1970 en 1971 wel degelijk twee wereldkampioenschappen voor vrouwen waren geweest. Ze waren alleen officieus, wat zoveel wil zeggen dat de FIFA het bestaan weigert te erkennen, in 2024 nog steeds. Dáár zit dan ook precies het probleem, omdat deze weigerachtigheid ervoor heeft gezorgd dat de pioniers van ruim vijftig jaar geleden genadeloos uit de geschiedenis zijn geschreven.

Wereldrecord

De documentaire, die donderdag op NPO2 wordt vertoond, vertelt over het wereldkampioenschap vrouwenvoetbal van 1971 in Mexico. Een jaar eerder was het WK voetbal voor mannen in datzelfde land gehouden, toen door de FIFA georganiseerd. In 1971 was het evenement in handen van de Federation of Independent European Female Football, kortweg de FIEFF.

De FIFA en de Mexicaanse voetbalbond wilden juist helemaal niet dat er zo’n kampioenschap kwam en zorgden daarom voor zoveel mogelijk problemen voor de FIEFF. Tevergeefs, want nooit eerder kwam er zoveel publiek naar de vrouwensport, wat op dat moment weer zorgde voor veel aandacht van de internationale media.

Tijdens de finale in het Azteken Stadion was het bomvol. Dat zal vooral zijn gekomen omdat het gastland speelde tegen Denemarken. Hoe dan ook: met zo’n 110.000 tot 115.000 toeschouwers is dit ruim vijftig jaar later nog steeds de best bezochte vrouwensportwedstrijden ter wereld! Andere claims uit 2023 uit het voetbal en volleybal komen niet eens in de buurt.

Toch waren niet alle journalisten in 1971 even enthousiast – allemaal mannen natuurlijk. ‘Zover is de emancipatie al voortgeschreden,’ meldde Polygoon Wereldnieuws bijvoorbeeld zeer cynisch in zijn bioscoopjournaal, waarin het geen enkele moeite deed om zijn weerzin te verbergen. Daarvoor werd uitbundig gebruik gemaakt van verkleinwoordjes. ‘Onder geweldig gejuich trokken de Mexicaanse vrouwtjes ten aanval. Maar de Deense meisjes scoorden het eerst.’ Denemarken won uiteindelijk deze finale, net als een jaar eerder bij het WK in Italië.

Verzwegen en vergeten

Copa 1971 toont pijnlijk duidelijk aan hoe dit succesvolle wereldkampioenschap meteen na afloop zo resoluut uit de geschiedenisboeken is geschrapt, dat nieuwsredacties er in 2017 niets meer over konden vinden. De energie van ruim een halve eeuw geleden werd niet gebruikt om het vrouwenvoetbal verder te ontwikkelen, maar juist om die te blokkeren.

De FIFA legde een ban op voor voetbalstadions om vrouwenwedstrijden te organiseren, op straffe van uitsluiting. De Engelse speelsters werden bij terugkomst publiekelijk vernederd. De makers van Copa 1971 waren de eersten in meer dan een halve eeuw, die met de Deense wereldkampioenen terugkeken op hun prestaties. Het kostte het team van deze documentaire dan ook de nodige moeite om de vrouwen van toen voor de camera te krijgen. De verbittering bij deze pioniers was nog lang niet verdwenen, waardoor het extra mooi is dat ze nu eindelijk die waardering krijgen.

Die waardering komt natuurlijk niet van de FIFA zelf, want die weigert hardnekkig om de WK’s van 1970 en 1971 met terugwerkende kracht te erkennen. Daarmee suggereert de bond dat het internationale vrouwenvoetbal is begonnen bij het WK van 1991 in China, de eerste editie onder verantwoordelijkheid van de wereldvoetbalbond.

Op die manier vertroebelt de voetbalbond het zicht op de maatschappelijke geschiedenis van de vrouwensport, die zich heel lang buiten haar officiële structuren heeft afgespeeld. Alle ontwikkelingen vóór de officiële aanvaarding van de heren sportbestuurders worden verzwegen om de eigen rol groter en indrukwekkender te maken dan die daadwerkelijk is geweest.

De première van Copa 1971 bij de IDFA

Onafhankelijk onderzoek

En zo ontstaan er drie problemen:

  1. De FIFA doet aan geschiedvervalsing
  2. Niemand had die geschiedvervalsing in de gaten
  3. De echte pioniers van het vrouwenvoetbal worden buiten de geschiedenis gehouden

Die eerste conclusie spreekt voor zich, want geschiedvervalsing is een verdienmodel van de FIFA, het fundament van wereldkampioenschappen. Dat maakt het extra belangrijk dat er onafhankelijke onderzoekers en instellingen zijn, die niet accepteren dat de sportgeschiedenis wordt geschreven en gewist aan de vergadertafels van sportbonden.

Er bestaat géén objectief onderscheid tussen officiële en officieuze geschiedenis, waarbij de sportbonden verantwoordelijk zouden zijn voor die officiële versie. Zo’n onderscheid is alleen maar gebaseerd op marketing en andere vormen van propaganda, die ervoor hebben gezorgd dat de sportvrouwen van 1971 pas na meer dan vijftig jaar voor de eerste keer hun verhalen kunnen vertellen.

Dat hebben we dus niet te danken aan de FIFA, maar juist aan Serena en Venus Williams, die de financiering van de documentaire mogelijk hebben gemaakt, samen met Will Smith. “It’s an honor to partner with my sisters and Westbrook Studios to help bring this magical story to light, which has been buried for far too long,” zo zei Serena Williams.

Het is een vorm van historische gerechtigheid. Het WK van 1971 werd buiten de structuren van de officiële sport georganiseerd, waarna deze documentaire buiten de structuren van de officiële sport werd gefinancierd. Het eerste probleem is daarmee nog niet opgelost, want de FIFA zal haar favoriete verdienmodel niet zo snel opgeven. Het tweede en derde probleem daarentegen zijn wel aangepakt, in ieder geval voor de Copa 1971.

Rijksmuseum van de Nederlandse sport

De eerste vertoning van Copa 71 was vorig jaar al bij de IDFA. Door een samenloop van omstandigheden viel in dezelfde week als het jubileum van het Nederlands vrouwenelftal, dat op 9 november 1973 zijn eerste interland speelde, dat door de KNVB werd erkend. Precies vijftig jaar later sprak ik met vier oer-internationals hierover in Atria, het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis in Amsterdam.

Ook daar bleek hoe weinig er nog bekend is over deze begintijd, net zoals Copa 1971 laat zien. Het originele shirt uit 1973 van die eerste interland dook opeens op, waarvan ik dacht dat er geen één was bewaard. In plakboeken uit die tijd staan onbekende foto’s van onbekende wedstrijden, aangevuld met onbekende informatie.

De grootste oorzaak dat we dit allemaal niet weten, is het gebrek aan onafhankelijke onderzoekers en onafhankelijke instellingen. Er is geen Rijksmuseum van de Nederlandse sport. We hebben niet de beschikking over tientallen hoogleraren en honderden studenten, die fundamenteel onderzoek doen zonder zich vooraf te beperken door een neponderscheid tussen officiële en officieuze geschiedenis.

Het enige wat we hebben, is mijn aanhoudende gezeur op Sportgeschiedenis over dit gemis. Om de zoveel weken kom ik hier opnieuw op terug, omdat het steeds schrijnender wordt. Een onafhankelijk instituut met onafhankelijke onderzoekers met een onafhankelijke agenda is namelijk het beste antwoord op de drie genoemde problemen:

  1. Er komt een tegenwicht voor de geschiedvervalsers van de FIFA
  2. We hebben sneller die geschiedvervalsing in de gaten
  3. De echte pioniers van het vrouwenvoetbal worden opgenomen in de geschiedenis

Verzamel, vertel en verspreid de verhalen

We kunnen nu hoopvol wachten op zo’n instituut met een indrukwekkende voordeur, een enorme bibliotheek en een goede kantine. Het is alleen veel beter om de benodigde structuur nu al op te bouwen door zelf te zoeken naar die onbekende verhalen van die vrouwenvoetballers. Daar kunnen we meteen mee beginnen, waarvoor ik elf erfgoedtips heb gemaakt.

En dat is dan ook precies de taak voor archieven, musea en kennisinstellingen. Ga actief op zoek naar die verhalen en naar het bijhorende materiaal als dag- en plakboeken, foto’s en verhalen, indien mogelijk nog verteld door de hoofdpersonen zelf.

Verzamel die verhalen en leg ze vast. Vertel die verhalen, zodat ze weer worden verspreid. Haal deze pioniers de geschiedenis binnen, zodat de sporters van nu weten wat ze aan hun te danken hebben – precies zoals Venus en Serena Williams al hebben gezegd. Zo zijn de archieven belangrijker voor de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal dan de FIFA zelf.

In ieder geval hebben we er meer aan dan een sporthistoricus, die vanaf zijn gedroomde apenrots naar iedereen roept dat hij het zeven jaar geleden allemaal al wist.

Waardeer deze site!

Onze content is gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je dat laten blijken met een kleine financiële bijdrage.

Mijn gekozen waardering € -

Jurryt van de Vooren
https://sportgeschiedenis.nl
Specialist in sporterfgoed. Al meer dan 25 jaar de enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.