De scheenbeschermer werd verplicht in het voetbal om te voorkomen dat spelers aids krijgen
De paniek in de sportwereld was groot in de beginjaren van aids. De FIFA meende zelfs dat scheenbeschermers een goede bescherming waren tegen besmetting, ook al was er geen enkel wetenschappelijk bewijs.
Foto via Europeana / Sportimonium
Helemaal aan het begin van de coronacrisis vatte premier Rutte treffend de omvang het probleem samen: “Met vijftig procent van de kennis, moeten we honderd procent van de besluiten nemen.”
Hetzelfde ging op in de jaren tachtig toen duidelijk werd hoe verwoestend aids was. Met heel weinig informatie werden grote besluiten genomen, waarvan we de gevolgen nog steeds merken.
Ik geloof er geen moer van dat je hiermee iets kunt voorkomen
Medische commissie
Zo kwam de medische commissie van de FIFA in 1987 met een opmerkelijk advies. “Bloedende scheenbeenwonden zijn de meest voorkomende blessures in het voetbal. En aangezien bij de verzorging ervan dikwijls gebruik wordt gemaakt van de allesbehalve steriele natte spons, is het voorkomen van verwondingen door het dragen van scheenbeschermers een goede zaak.”
Indien dat niet gebeurde, liepen spelers gevaar om ook te worden gesmet met het hiv-virus, zo was het oordeel althans. Opmerkelijk, want er was wereldwijd nog geen enkel geval bekend van een voetballer die dat tijdens een wedstrijd was overkomen.
Een dag na het advies van de sportmedici van de FIFA sprak sportjournalist Dick van den Polder namens Het Vrije Volk met KNVB-arts Frits Kessel over het nut van scheenbeschermers. Kessel toonde zich een groot voorstander, maar dan wel ter voorkoming van botbreuken, infecties en andere complicaties. Dat het zou helpen tegen de verspreiding van aids verwierp hij dan weer. “Ik geloof er geen moer van dat je hiermee iets kunt voorkomen. De felicitatiepartijen na een doelpunt zouden dan ook verboden moeten worden, want je loopt de kans dat twee wondjes op elkaar komen.”
Ik denk dat de FIFA inspeelt op angstgevoelens. Ze zullen gedacht hebben zo een goede beurt te maken, maar ze versterken paniekgevoelens
Angstgevoelens
In maart 1988 nam de FIFA toch het advies over en legde de gewenste verplichting op, met als primeur het voetbaltoernooi op de Olympische Spelen later dat jaar. Kessel begreep er nog steeds niets van. “We hebben er geen enkele zeggenschap over gehad.” De slogan ‘Draag een scheenbeschermer, stop aids’ vond hij daarom idioot.
En ook buiten de voetbalwereld werd er met verbazing naar de FIFA gekeken. “Een aantal mensen binnen de medische commissie van FIFA heeft er blijkbaar belang bij om op de voorgrond te treden en in de publiciteit te komen,” zo hoonde sportarts Peter van Beek, tevens voorzitter van de medische commissie van de Europese volleybalbond.
Volgens Ernst Roscam Abbing, directeur van de GGD in Rotterdam, was de maatregel juist gevaarlijk. “Ik denk dat de FIFA inspeelt op angstgevoelens. Ze zullen gedacht hebben zo een goede beurt te maken, maar ze versterken paniekgevoelens.”
Op 15 september 1988 speelde het Nederlands elftal voor de eerste keer met scheenbeschermers. Feyenoorder Sjaak Troost werd niet opgesteld, maar desondanks vond hij het een onnodige maatregel. “Als je geen scheenbeschermers wil, is dat je eigen verantwoordelijkheid. Nu zou dat opeens moeten? Ik draag ze niet, nee. Ik vind ze irritant, het zit niet prettig, maar als het moet, dan moet het. Net als met die autogordels.”